Agrobiodiversiteit Index
Arme landen betere bewakers van de agrobiodiversiteit
IPS
14 juni 2019
Arme landen tonen meer ambitie dan rijke naties als het gaat om het beschermen van soorten en gewassen die gerelateerd zijn aan de landbouw, blijkt uit de recent verschenen Agrobiodiversiteit Index.
Een quinoaveld in Latijns-Amerika
uan Carlos Torrico / Pixabay
De index werd dinsdag gelanceerd en brengt de agrodiversiteit in kaart – alle vormen van biodiversiteit die gerelateerd zijn aan de landbouw.
Dieren en planten
De opstellers van de index namen tien landen onder de loep en keken daarbij naar de mate waarin ze zorg dragen voor de planten en dieren die van belang zijn in de landbouwsector. Ze keken zowel naar gedomesticeerde soorten als naar wilde soorten die een bijdrage leveren aan landbouw en voedselproductie.
Wereldwijd stijgt de vraag naar voedsel. De diversiteit in de landbouw is essentieel om die voedselzekerheid te garanderen, zegt Bioversity International, de samensteller van de index. Volgens de organisatie is de index een hulp voor beleidsmakers, overheden en de industrie bij het nemen van maatregelen die voedselsystemen duurzamer kunnen maken.
Grenzen van landbouw uitbreiden
“De toenemende vraag naar voedsel en de beperkte vruchtbare grond die beschikbaar is, verplichten ons om de grenzen van de landbouw uit te breiden en zo de productie op te drijven. Dit gebeurt echter zelden met de nodige aandacht voor het milieu, met verlies van biodiversiteit, land- en waterdegradatie tot gevolg”, stelt het rapport.
De onderzoekers keken naar de huidige soorten, hoe ze gebruikt en beschermd worden en de bestaande plannen rond zorg voor hun voortbestaan in de toekomst.
De diversiteit in de landbouw is essentieel om de voedselzekerheid te garanderen
Van de tien onderzochte landen - Australië, China, Ethiopië, India, Italië, Kenia, Nigeria, Peru, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten, bleek Peru het tweede beste land om de bestaande agrobiodiversiteit te bewaken. Italië rankt eerst, Australië derde.
Peru scoorde ook opvallend hoog in de vooruitgangsindex, de meting die aangeeft welke plannen er zijn om soorten te beschermen in de toekomst.
Peru geeft het goede voorbeeld
“Peru is een fantastisch voorbeeld”, zegt Juan Lucas Restrepo, de directeur-generaal van Bioversity International. Volgens hem ligt de sleutel van het succes in het feit dat het land vaak samenwerkt met kleinere gemeenschappen, inzet op het stimuleren van duurzame landbouw en op het behoud van lokale gewassen zoals quinoa, cacao, maïs en het kruidige knolgewas oca.
“Ze hebben goed begrepen dat deze gewassen niet alleen heel voedzaam zijn, maar ook toerisme met zich meebrengen en nog andere voordelen voor de Peruaanse economie”, zegt Restrepo.
India, Kenia en Zuid-Afrika
Algemeen genomen deden de ontwikkelingslanden het minder goed dan hun ontwikkelde neven als er enkel gekeken werd naar de huidige agrobiodiversiteit. Ethiopië, Zuid-Afrika en India hinken daar immers helemaal achteraan.
Rekening houdend met de toekomstplannen werd een heel ander beeld zichtbaar. Op basis van de engagementen die de tien landen hebben zijn aangegaan inzake de betere bescherming van landbouwbiodiversiteit is India koploper, gevolgd door Kenia en Zuid-Afrika.
Deze trend kan ontwikkelingslanden de status geven van toekomstige “bewakers van de agrobiodiversiteit”, zegt Restrepo. “Als de rijke landen zich niet beter inspannen op vlak van agrobiodiversiteit, verliezen ze de status die ze nu genieten.”
Verlies van variëteit
Volgens Restrepo leidt een toenemende focus op basisvoedsel tot een verlies aan soortenvariëteit in de landbouw, waardoor die minder flexibel wordt en kwetsbaarder voor economische en ecologische schokken.
De onderzoekers ontdekten dat er momenteel 6000 plantensoorten worden gekweekt, maar dat minder dan 200 soorten een belangrijke plaats innemen in de voedselketen. Slechts negen hiervan, waaronder tarwe en rijst, vormen in totaal 66 procent van de globale productie van gewassen.
Het beeld is min of meer hetzelfde voor vee: wereldwijd worden ongeveer 7700 verschillende diersoorten op boerderijen gekweekt, maar meer dan een kwart daarvan is met uitsterven bedreigd omdat boeren steeds vaker overschakelen op massaproductie.
Steun aan kleine boeren
Lukas Egli, onderzoeker van ecosystemen bij de Helmholtz Association in Duitsland, zegt dat een betere bescherming van agrobiodiversiteit een “fundamentele verandering” van het voedselsysteem vereist, met minder aandacht voor intensieve landbouw en meer steun voor kleinschalige boeren om ervoor te zorgen dat ze kunnen concurreren .
“In regio’s waar grootschalige industriële landbouw de norm is, moet het beleid worden aangepast om kleine boeren toegang te geven tot land en ondersteunende structuren om hun arbeid economisch levensvatbaar te maken”, zegt hij.
Deze aanbevelingen stroken echter niet met de voorspelde trends in de landbouw. Steeds vaker wordt voedsel geproduceerd door grote bedrijven die zich richten op enkele populaire en veelzijdige gewassen, zoals tarwe en maïs, om een steeds groter wordende wereldbevolking goedkoop te voeden.
Met de klimaatverandering die de voedselprijzen opdrijft, en de wereld die tegen 2050 naar verwachting 9 miljard mensen zal tellen, plant Bioversity International een tweede index waarin het de prestaties van bedrijven met betrekking tot agrobiodiversiteit wil onderzoeken en aanbevelingen wil formuleren voor de particuliere sector.
Bron: SciDev.net