Asielzoekers op straat na nieuwe aanvraag: ‘We kregen alleen een kaartje van de daklozenopvang’
Caspar Bovenlander
21 juli 2017
Fedasil mag asielzoekers weigeren op te vangen nadat ze een tweede asielaanvraag hebben ingediend. Zo kan het gebeuren dat asielzoekers na een meervoudige asielaanvraag op straat komen te staan. De verplichte individuele motivatie die Fedasil dient te geven ontbreekt echter vaak.
Na een tweede asielaanvraag weigert Fedasil de opvang van de aanvragers en belanden zij op straat
jnylee (CC0)
Alle bagage stond al klaar. ‘Ik heb het de kinderen pas op de dag zelf verteld dat we moesten vertrekken, omdat ik hen de spanning wilde besparen.’ Alena (gefingeerde naam) had enkele weken eerder te horen gekregen dat zij, haar man en haar drie kinderen het asielzoekerscentrum in Florennes moesten verlaten na er jarenlang te hebben gewoond. Bij Dienst Vreemdelingenzaken hadden ze haar verteld dat ze haar uitwijzing aan het voorbereiden waren.
‘Ze had serieuze elementen voor een tweede asielaanvraag, maar durfde die aanvraag niet in te dienen omdat Fedasil hun dan op straat zou zetten.’
Alena zag zichzelf vervolgens genoodzaakt om een tweede asielaanvraag in te dienen in de hoop toch te kunnen blijven. Maar Fedasil weigert mensen die een tweede of volgende asielaanvraag indienen op te vangen. ‘Ze had serieuze elementen voor een tweede asielaanvraag, maar durfde die aanvraag niet in te dienen omdat Fedasil hun dan op straat zou zetten. Maar nu had ze geen keus meer,’ vertelt Hilde Geraets van Orbit. Zij ondersteunde Alena in het proces. De nieuwe asielaanvraag bood dan ook niet gelijk het perspectief waar Alena op hoopte. ‘Fedasil heeft toen beslist om verdere opvang te weigeren. Zij beslissen dat zo in elk dossier.’
‘In het centrum werd ons niet verteld waar we heen moesten. Het enige wat we kregen was een kaartje van daklozenopvang Samusocial,’ zegt Alena. Maar de opvangruimte die Samusocial biedt is beperkt. Geraets: ‘Wie het eerst belt kan er terecht. Maar de kans dat je er terecht kunt is heel klein vertelden ze mij.’
Het zou een nieuw en donker hoofdstuk betekenen voor Alena sinds haar aankomst in België. In 2010 ontvluchte de etnisch-Albanese met haar man en haar op dat moment nog enige kind Macedonië. De eerste twee jaar verbleven ze legaal in een appartement in Namen op basis van een aanvraag van medische regularisatie, omdat haar man gezondheidsproblemen had.
Uiteindelijk is de asielaanvraag toch afgewezen. Ze hebben toen een verzoek ingediend om in een asielcentrum terecht te kunnen. Dat is tot drie keer toe afgewezen. Pas toen ze zwanger was van haar derde kind kregen ze een opvangplaats toegewezen in Florennes. Sinds april 2013 verbleven ze in het centrum.
In beroep
Fedasil heeft het recht om mensen die een tweede asielaanvraag in te dienen de opvang te weigeren, wanneer er vermoedens van misbruik zijn. Het kan voorkomen dat de asielzoeker de nieuwe aanvraag enkel indient om het verblijf nog wat te kunnen rekken, terwijl de kans op asiel vrijwel nul is. Fedasil kan de opvang dan in ieder geval weigeren tot de aanvraag eventueel ontvankelijk wordt verklaard. Maar daar gaan vaak weken overheen. ‘Die mensen wordt structureel de opvang geweigerd. Ze mogen weigeren, maar dan moeten ze zeker zijn dat het gaat om misbruik, dus om nog wat tijd te rekken. Fedasil moet wel een individuele motivatie doen en rekening houden met de kwetsbaarheid en het hoger belang van het kind,’ legt Geraets uit. En die individuele motivatie ontbreekt vaak, met alle gevolgen van dien.
‘In het geval van Alena heb ik ook gezegd tegen Fedasil dat het onwettig was dat ze haar en haar kinderen op straat wilden zetten. Ze hebben mij verteld dat ze het toch gingen doen, maar dat ze altijd in beroep kan gaan.’
Zo kwam het dat Fedasil besloot dat Alena, net als haar drie kinderen, van 7, 6 en 4 jaar oud geen recht meer hadden op opvang. ‘Gelukkig heeft de sociaalassistente van het centrum het verblijf nog iets weten te rekken zodat de familie nog wat tijd had om een oplossing te zoeken,’ zegt Geraets. ‘We zijn dan in beroep gegaan tegen het besluit bij de arbeidsrechtbank.’
‘Fedasil zegt niet te kunnen weten welke aanvragen gebeuren om nog wat tijd te rekken en zet dan maar iedereen op straat. En dat gaan dan ook om mensen met kleine kinderen.’
Een paar uur voordat Alena en haar gezin de opvang moeten verlaten, komt het verlossende woord. De arbeidsrechtbank had besloten dat Fedasil verplicht was om verder opvang te bieden. Ze mag nog even blijven. Zes weken later wordt de aanvraag ontvankelijk verklaard door het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen. ‘Normaal gezien had ze zes weken op straat gestaan.’ Nog een week later wordt haar aanvraag zelfs erkend. Alena en haar kinderen mogen definitief in België blijven.
Geraets: ‘Alena is nu erkend. Wie kan dan nog zeggen dat er sprake is van misbruik? Fedasil zegt niet te kunnen weten welke aanvragen gebeuren om nog wat tijd te rekken en zet dan maar iedereen op straat. En dat gaan dan ook om mensen met kleine kinderen.’
Alena had weinig begrip voor de opvangweigering. ‘Wat me heel erg frustreerde, was dat de weigering van opvang kwam voor de beslissing van het commissariaat-generaal. Als dat besluit nu negatief was geweest en als ze toen hadden gezegd dat we weg moesten, kon ik dat nog begrijpen, maar toch niet als je aanvraag nog niet behandeld is.’
Onwettig
Geraets ziet in het ontbreken van de individuele motivatie een groot probleem bij de opvangweigering na een meervoudige asielaanvraag. ‘We hebben een staatssecretaris die zeer gebeten is op rechtszaken die worden aangespannen door mensen met een migratiegeschiedenis, terwijl de federale overheidsdienst die eigenlijk uitlokt. Als burgers mogen we als minimum verwachten dat een federale overheidsdienst de wet respecteert.’
‘Je kan er niet zomaar vanuit gaan dat een nieuwe asielaanvraag per definitie frauduleus is.’
Jean Pierre Verhaeghe, beleidsadviseur bij het kinderrechtencommissariaat ziet dit probleem ook. Als 60% van de aanvragen niet ontvankelijk wordt verklaard, betekent dat 40% wel ontvankelijk verklaard wordt. En als vervolgens 75% van die aanvragen alsnog wordt afgekeurd, had 25% van de aanvragers goede redenen om dat wel te doen. Je moet dus opletten dat je het kind niet met het badwater weggooit.’
Fedasil verwijst ons door naar het kabinet Francken voor een reactie. Namens het kabinet legt Katrien Jansseune per e-mail uit dat Fedasil motiveert met een verwijzing naar het artikel in de wet. ‘We zijn nu met Fedasil aan het bekijken hoe we meer individueel gemotiveerde beslissingen kunnen nemen.’
Waardige levensstandaard
Op 10 juli is er een nieuw wetsvoorstel aangenomen over toegang, verblijf, vestiging en verwijdering van vreemdelingen. Hierin staat dat ‘een medische begeleiding en een waardige levensstandaard moeten worden gegarandeerd.’ Geraets heeft hier haar vragen bij. ‘Fedasil mag mij eens uitleggen hoe zij aan mensen die zij opvang weigeren een waardige levensstandaard garanderen.’
‘Kinderen zijn niet ineens meerderjarig wanneer een tweede asielaanvraag wordt ingediend.’
Jansseune zegt dat de opvang van Fedasil ‘niet de enige oplossing om een waardige opvang te krijgen’ is. Ze verwijst naar de andere mogelijkheden die er zijn zoals kennissen en instellingen voor daklozen.
Het is een antwoord waar Verhaeghe geen genoegen mee neemt. ‘Gezinnen met jonge kinderen horen zeker niet thuis in een daklozenopvang. Het lijkt mij dat Fedasil ze dan toch moet opvangen.’ Geraets voegt daaraan toe dat volgens een KB uit 2004 kinderen niet op straat mogen slapen. ‘Kinderen zijn niet ineens meerderjarig wanneer een tweede asielaanvraag wordt ingediend. Het is dus een hele absurde situatie.’
Continuïteit voor de kinderen
Ook als een tweede aanvraag ontvankelijk wordt verklaard, kunnen de gevolgen voor kinderen nog groot zijn. Verhaeghe: ‘Stel je voor dat de tweede aanvraag alsnog ontvankelijk wordt verklaard nadat het gezin al is buitengezet. Waar komt het gezin daarna terecht? Dat is niet noodzakelijk in het hetzelfde centrum, maar kan ook aan de andere kant van het land zijn. Dat is niet goed voor de continuïteit van de opvang van het kind, terwijl dat heel belangrijk is. Die kinderen gaan naar school en kennen andere mensen daar. Kun je dan niet besluiten om die mensen tien dagen langer in het centrum te houden? Als men dat niet wil, denk ik dat er een principiële beleidskeuze achter zit.’
Alena was dan ook vooral opgelucht vanwege haar kinderen. ‘Ik heb twee documenten die ik mijn hele leven zal bewaren. Het document waarin mij de opvang werd geweigerd en het document waarin beslist wordt dat we toch recht op opvang hebben. Daardoor konden mijn kinderen hun leven voortzetten. Die gaan hier elke dag naar school, hebben hier hun vriendjes. De jongste is zelfs in het centrum geboren en kent dus niets anders.’
Kinderen in een asielzoekerscentrum
UNHCR/ACNUR Américas (CC BY-NC-SA 2.0)
Verhaeghe ziet ook hoe de wetgeving problematisch kan zijn voor Fedasil. Zowel de nieuwe als de oude wet zijn volgens hem te vaag. ‘Men moet uitklaren waaruit die individuele motivatie moet bestaan en er moet ook scherper worden gesteld wat die menswaardige levensstandaard inhoudt. Dat is eigenlijk de taak van het parlement. Misschien hebben wij ook onvoldoende zicht op de complexiteit van de dagelijkse praktijk van Fedasil.’
Jansseune geeft aan dat het kabinet in ieder geval niet zo ver wil gaan dat alle meervoudige asielaanvragers worden opgevangen. ‘Wat wij niet willen invoeren, is een systematisch opvangrecht voor alle meervoudige asielaanvragers. Dit holt het opvangsysteem compleet uit.’ Het kabinet beschikt niet over cijfers van het aantal asielaanzoekers dat opvang wordt geweigerd.
Hulp
Alena geeft aan dat ze de hulp die ze van buitenaf heeft gekregen, waaronder die van Geraets, heel belangrijk is geweest. ‘De ochtend nadat we hoorden dat we mochten blijven, is een ander gezin uit het centrum moeten vertrekken. Die hadden niet het netwerk en de ondersteuning die wij hadden. Dat breekt mijn hart, want dat gezin zat in dezelfde situatie als wij.’
‘De meest kwetsbaren hebben moeilijk toegang tot juridische hulpverlening. Als Theo Francken zegt dat er maar 15 beroepen zijn geweest, zegt dat dus niets over het totale aantal opvangweigeringen.’
Geraets: ‘De meest kwetsbaren staan op straat en zijn bezig met overleven. Zij hebben moeilijk toegang tot juridische hulpverlening en kunnen daardoor eventueel geen beroep indienen tegen het besluit van het commissariaat-generaal. Als Theo Francken zegt dat er maar 15 beroepen zijn geweest, zegt dat dus niets over het totale aantal opvangweigeringen. Bovendien lopen ze het risico hun asielprocedure te missen. Want als ze op straat staan, wie verwittigt hun dan dat ze op interview moeten komen? Francken zegt er trouwens ook niet bij dat die 15 beroepen allemaal gewonnen zijn.’
Angst
Doordat Alena over een netwerk beschikte, is het voor haar dus goed afgelopen. Maar de angst is daarmee nog niet weggenomen. ‘Ik heb zo lang in angst geleefd dat ik nog steeds niet oprecht blij kan zijn om de goedkeuring van de aanvraag. Het is moeilijk te geloven. Ik heb twee keer meegemaakt dat ik ’s ochtends naar de keuken liep om een boterham te smeren en zag dat er politie was in het blok, maar ik wist niet voor wie. Dan liep ik terug en zei dat we ons moesten klaarmaken.’
De goedkeuring van haar aanvraag betekent ook dat Alena het asielzoekerscentrum alsnog moet verlaten. Ze heeft tot 7 augustus de tijd om een woning te zoeken. Geraets: ‘Ze is nu dan wel erkend, maar als ze niets vindt, staat ze opnieuw op straat. Als ze geen woning vindt voor die tijd moet ze naar een opvangcentrum voor vrouw en kind. Dat is dus eigenlijk een daklozenopvang. Er is perspectief, maar de stress om op straat te komen staan, blijft.’