Mensenrechtenicoon verdedigt mensenrechten niet langer
Aung San Suu Kyi niet langer gewetensambassadeur voor Amnesty
De discussie woedt op vele fronten, van het Nobelcomité over Amnesty international tot op de campus van de VUB: wat moet er gebeuren met de vele erkenningen die Aung San Suu Kyi kreeg voor haar moedige mensenrechtenwerk tussen 1988 en 2008? Vandaag verdedigt ze immers meer de repressie dan de mensenrechten van haar eigen minderheden.
CC Claude TRUONG-NGOC (CC BY-NC-NA 3.0)
Sinds Aung San Suu Kyi het gezicht werd van een brutaal neergeslagen opstand in Birma, zoals Myanmar toen nog heette, in 1988 en ze sindsdien lange jaren in huisarrest doorbracht in een villa aan het Inle meer in Rangoon, groeide ze uit tot een wereldwijd symbool v an de waardigheid van geweldloos verzet tegen militaire dictaturen. Dat leverde de verdrukte bevolking te weinig internationale steun op om snel een einde te maken aan het generaalsregime, maar het leverde ASSK zelf wel een Nobelprijs voor de Vrede en talloze andere erkenningen op, waaronder een Doctor Honoris Causa aan de VUB (in 1994) en de eretitel Ambassador of Conscience Award (2009), de hoogste eretitel die Amnesty International jaarlijks uitreikt.
Sinds 2016 staat Aung San Suu Kyi aan het hoofd van de regering in Myanmar. Die regering heeft geen greep op het leger, terwijl het leger nog steeds het parlement controleert of kan blokkeren en dus ook de regering op zijn minst duidelijke krijtlijnen geeft waarbinnen ze kan functioneren. Die machtsdeling werd al heel snel problematisch, zeker toen duidelijk werd dat de enigszins toegenomen democratische ruimte vooral ingenomen werd door boeddhistisch-nationalistische groepen die zich keerden tegen moslims en vooral tegen de -al staatloos gemaakte- Rohingya minderheid in de deelstaat Rakhine. Het was opvallend dat mensenrechtenicoon Aung San Suu Kyi over dat geweld zweeg, in de aanloop naar de verkiezingen van 2015, maar ook daarna.
Haar zwijgen werd stilaan medeplichtigheid door zelf het geweld te ontkennen of de slachtoffers mee verantwoordelijk te maken, maar ook door toe te staan dat haar regering de verslaggeving over en zelfs de humanitaire hulpverlening belemmerde of onmogelijk maakte
Haar zwijgen werd stilaan medeplichtigheid door zelf het geweld te ontkennen of de slachtoffers mee verantwoordelijk te maken, maar ook door toe te staan dat haar regering de verslaggeving over en zelfs de humanitaire hulpverlening aan de Rohingya in Rakhine belemmerde of onmogelijk maakte. Daardoor ontstond op steeds meer plaatsen de vraag, en later de roep, om haar eretekens en erkenningen in te trekken. Amnesty International maakte op 12 november bekend dat de organisatie daar nu toe over gaat.
Amnesty’s secretaris-generaal Kumi Naidoo is teleurgesteld dat Aung San Suu Kyi halverwege haar ambtstermijn en exact acht jaar na haar vrijlating uit huisarrest haar politieke en morele autoriteit nog altijd niet heeft aangewend om op te komen voor mensenrechten, rechtvaardigheid en gelijkheid. Hij schreef in een brief aan Aung San Suu Kyi: ‘Wij hadden verwacht dat je als Gewetensambassadeur van Amnesty International jouw morele autoriteit zou inzetten om te strijden tegen onrecht waar ook, en niet in het minst in Myanmar zelf. We zijn diep geschokt dat je niet langer hoop, moed en mensenrechtenstrijd symboliseert. Amnesty International kan jouw status als Gewetensambassadeur niet langer verantwoorden. We zijn bijzonder droef dat we de eretitel moeten intrekken.’
Tijdens een debat aan de VUB, op maandag 12 november, was Amnesty International Belgium directeur Wies De Graeve zeer scherp over de verantwoordelijkheid van de Myanmarese overheid. Hij omschreef de situatie waarin de Rohingya in Rakhine al decennia moeten leven als ‘een apartheidssysteem met systematische segregatie en discriminatie. Van de 11 misdaden tegen de mensheid die gedefinieerd zijn in het internationaal recht, achten wij er 9 bewezen in Myanmar: het Myanmarese leger heeft duizenden mensen gedood, meisjes en vrouwen verkracht, jongens en mannen gefolterd en opgesloten, en honderden huizen en dorpen platgebrand…’ Hij wees er ook op dat de VN in een recent rapport opgeroepen hebben om hooggeplaatste militairen te vervolgen voor genocide.
Het Myanmarese leger heeft duizenden mensen gedood, meisjes en vrouwen verkracht, jongens en mannen gefolterd en opgesloten, en honderden huizen en dorpen platgebrand
Kumi Naidoo klaagt in het persbericht van Amnesty International aan dat de Myanmarese regering zelf haat aangewakkerd tegen de Rohingya door hen te labelen als “terroristen” en hen te beschuldigen van het platbranden van hun eigen huizen en van “faken van verkrachting”. Intussen publiceerden staatsmedia opruiende artikels die de Rohingya beschreven als “walgelijke menselijke vlooien” en “doornen” die verwijderd moesten worden. ‘Aung San Suu Kyi ontkent de ernst en schaal van de gruwel. Er is dus weinig toekomstperspectief voor de honderdduizenden Rohingya in Bangladesh of de honderdduizenden die nog in Rakhine achterbleven. Zolang de regering de ernst van de misdaden niet erkent, kan ze onmogelijk de Rohingya beschermen tegen toekomstige misdaden.’
Wat Amnesty heel erg hoog zit, is het feit dat mensenrechtenverdedigers, vreedzame activisten en journalisten gearresteerd en opgesloten werden en anderen bedreigd en geïntimideerd werden tijdens het bewind van Aung San Suu Kyi de afgelopen twee jaar. Daarbij heeft ze zelfs actief wetten verdedigd die ook gebruikt werden om haar destijds op te sluiten, meer in het bijzonder toen twee journalisten van Reuters opgesloten werden omdat ze het bloedbad door het leger aan het documenteren waren.
Het debat aan de VUB was overigens georganiseerd naar aanleiding van een petitie die vorig academiejaar door meer dan 900 studente en academisch personeel ondertekend werd, en waarin de universiteit opgeroepen wordt om het eredoctoraat van ASSK in te trekken – grotendeels op dezelfde gronden als die waarnaar Amnesty International enkele uren later verwees in een persbericht om hun eretitel in te trekken. Rector Caroline Pauwels gaf aan dat de VUB hierover nog geen beslissing genomen heeft, maar wel actief op zoek is naar de beste en meest impactvolle manier om op deze uitdaging te reageren. Voor Wies De Graeve is het belangrijkste dat ook de VUB manieren zoekt om hun symbolische band met ASSK om te zetten in druk op de regering, al beseft De Graeve dat de echte macht natuurlijk nog bij de militairen ligt.
Ook de VUB moet manieren zoeken om haar symbolische band met ASSK om te zetten in druk op de regering, al ligt de echte macht natuurlijk nog bij de militairen
Intussen loopt de spanning in Zuidoost-Azië rond de Rohingya vluchtelingen op. Bangladesh wil dat er een oplossing komt voor de 720.000 Rohingya die sinds 2017 de grens tussen Myanmar en Bangladesh overstaken, en nu in een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld leven, in een van de dichtst bevolkte en armste landen ter wereld. De VN Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) is geen voorstander van een snelle terugkeer, aangezien er aan de fundamenten van de crisis weinig of niets veranderd is.
Maar China, dat grote belangen heeft in de regio en de semi-militaire regering in Myanmar een hand boven het hoofd houdt is volgens de International Crisis Group actief betrokken bij pogingen om die terugkeer zo snel mogelijk op gang te brengen en zo een schijn van normaliteit te herstellen. De Crisis Group ziet daarvoor vooral economische belangen als argument: Myanmar, en in minderde mate ook Bangladesh- is een belangrijke schakel in het Chinese Belt and Road Initiative – de nieuwe zijderoutes – en het wil zo weinig mogelijk problemen met die infrastructuurinvesteringen of met internationale investeringen rond het Myanmar China Economic Corridor.
De afspraak die Myanmar en Bangladesh op 30 oktober maakten om een eerste groep van 485 Rohingya families of zo’n 2260 mensen te repatriëren, kwam er volgens de ICG dan ook onder Chinese druk. Het is niet duidelijk hoe de gezinnen geselecteerd werden, of ze al dan niet geheel vrijwillig terugkeren en wat er met hen zal gebeuren bij terugkeer. VN-Hoog Commissaris voor de Vluchtelingen, Filippo Grandi, zei het voorbije weekend nog: ‘De oplossing voor deze crisis ligt in Myanmar. De regering van Myanmar moet de grondoorzaken van de crisis aanpakken: diep gewortelde discriminatie, willekeurige weigering om het burgerschap van de Rohingya te erkennen en een gebrek aan ontwikkeling.’ Grandi wees er ook op dat het gebrek aan rechten en vrijheden voor de Rohingya in Myanmar obstakels blijven vormen voor terugkeer van de vluchtelingen.