Autodelen in Brussel: ‘Bedrijfswagen is de grootste concurrent’

Nieuws

Autodelen in Brussel: ‘Bedrijfswagen is de grootste concurrent’

Autodelen in Brussel: ‘Bedrijfswagen is de grootste concurrent’
Autodelen in Brussel: ‘Bedrijfswagen is de grootste concurrent’

Ellen Vervoort

27 juli 2016

Auto’s delen zit in de lift. Steeds meer autodeeldiensten zijn ter beschikking in Brussel en Vlamingen zijn vaker geneigd hun eigen auto in te ruilen voor een app op hun smartphone. Auto’s delen is een duurzaam en flexibel alternatief voor het bezit van een wagen.

Bij autodelen maken meerdere personen beurtelings gebruik van een wagen. Heb je de auto even niet nodig? Dan kan iemand anders ermee rijden. Sommigen gebruiken de vaste parkeerplaatsen van Cambio, anderen besluiten een auto te delen met hun buren.

Autodelen heeft voordelen

‘In Vlaanderen zijn er momenteel een 21.000 autodelers verspreid over een achttal autodeelorganisaties. Jaarlijks stijgt dat aantal autodelers met dertig tot veertig procent’, zegt Jeffrey Matthijs van het Vlaams Netwerk Autodelen.

Het fileleed, de luchtvervuiling en de toegankelijkheid van de technologie zorgen ervoor dat steeds meer mensen ervoor kiezen om geen auto meer te kopen.

Hoe meer mensen besluiten om een auto te gaan delen, hoe beter. Want autodelen is niet alleen beter voor het milieu, het heeft ook economische en sociale voordelen.

Eén gedeelde auto kan vijf tot tien privéwagens vervangen waardoor het aantal files, de CO2-uitstoot, de parkeerdruk en de individuele kost voor het gebruik van een wagen dalen.

Stijn Hüwels (CC BY-NC-ND 2.0)

Eén gedeelde auto kan vijf tot tien privéauto’s vervangen.

Stijn Hüwels (CC BY-NC-ND 2.0)

Brussel, een groeiende markt

Er duiken ook steeds meer verschillende autodeelsystemen op. ‘De meest recente leverancier is een autogarage die de verkoop van haar auto’s zag dalen en daarom een systeem ontwikkelde waarbij ze de vervangwagens in het deelsysteem aanbiedt’, legt Matthijs uit.

Steeds meer commerciële autodeelbedrijven vestigen zich Vlaanderen en Brussel om hun markten te vergroten.

Sinds 6 juli is het mogelijk om via DriveNow, de free floating autodeeldienst van BMW, in Brussel auto’s te delen.

Free floating betekent dat je via een app op je smartphone op ieder moment een auto kan vinden, ermee weg kan rijden en hem daarna op een plek naar keuze -in Brussel- kan achterlaten.

‘Free floating wagens worden voornamelijk gebruikt voor ritten onder de vijf kilometer’

‘Brussel wil graag op dat soort systemen inspelen. Dit in tegenstelling tot Cambio, waarbij je de auto’s steeds op vaste standplaatsen moet parkeren’, vertelt Matthijs.

‘Vanaf september is ook car2go in Brussel beschikbaar. Dit is een soortgelijk systeem, maar dan via Mercedes. En waarschijnlijk komt ook Zipcar in het najaar naar Brussel.’

Bij Cambio bekijken ze de komst van hun concurrenten met open vizier. ‘Zolang het een kwalitatief aanbod is, is het voor ons geen groot probleem,’ zegt Yves Rigole van Cambio Brussel, ‘met hun free floating systeem vormen zij een aanvullend product.’

Cambio heeft vandaag 12.000 klanten in de negentien Brusselse gemeenten.

‘Daarnaast lenen onze klanten onze auto’s voor ritten van twee tot drie uur. Free floating wagens worden voornamelijk gebruikt in het centrum van de stad voor ritten onder de vijf kilometer’, aldus Rigole.

Bedrijfswagencultuur

Hoewel autodelen in Vlaanderen en Brussel steeds populairder wordt, zijn er nog een aantal drempels. In Nederland bijvoorbeeld, zit autodelen al veel langer in de lift. ‘De grootste concurrent van autodelen bij ons is sowieso de bedrijfswagen’, verklaart Matthijs.

‘We hebben een systeem van een bedrijfswagencultuur. Mensen krijgen een auto van hun werk, zelfs omdat het zo voordelig is voor de werkgever’, aldus Matthijs.

Daarnaast zorgt de Vlaamse lintbebouwing ook dat veel mensen in bepaalde gebieden hun auto echt nodig hebben.

‘Toch proberen we een verschil te maken door hen te vragen of die tweede auto dan wel nodig is’, zegt Matthijs. ‘Mensen gaan ook steeds vaker in de stad wonen. Alleenstaande ouders of koppels nemen dan vaak één of twee auto’s mee.’

Kevin Hackert (CC BY-NC 2.0)

Sinds 6 juli is ook Drivenow, de autodeeldienst van BMW, actief in Brussel.

Kevin Hackert (CC BY-NC 2.0)

Mijn auto, mijn vrijheid

‘Autodelen is een essentiële schakel voor duurzame mobiliteit, maar als je geen goed openbaar vervoer hebt, als je geen veilige fietsinfrastructuur hebt, dan zullen mensen ook niet geneigd zijn om aan autodelen te doen’, stelt Matthijs. Hij pleit voor voldoende alternatieven om autobezit minder aantrekkelijk te maken.

In Brussel is het lastig om een auto te bezitten. De verkeersdruk is ontzettend hoog, waardoor je als automobilist vaak in de file staat.

‘Dan is autodelen een valabele oplossing, maar als we het hebben over het woon-werkverkeer, dan is autodelen niet de juiste oplossing. Daarom moet ook carpoolen gepromoot worden zodat mensen niet meer alleen, maar liefst met vier in de auto zitten’, zegt Matthijs.

‘We zijn opgegroeid met het idee “mijn auto mijn vrijheid”… dat is een hardnekkige mythe.’

Vooral de Belgische mentaliteit is nog een struikelblok. ‘We zijn opgegroeid met het idee “mijn auto mijn vrijheid”.

Je bent afgestudeerd, haalt je rijbewijs en dan kan je gaan werken. Dat de auto de vrijheid is, is een hardnekkige mythe.’

Studies wijzen uit dat jongeren steeds minder vaak een auto kopen, maar dat moet worden genuanceerd.

‘We zien vaak dat jongeren op latere leeftijd een auto kopen. Zodra ze gesetteld zijn, is er toch weer een stijging van autobezit. Jongeren kopen dus minder snel auto’s dan hun ouders, maar de resultaten zijn niet zaligmakend’, aldus Matthijs.

De overheid moet dus in actie schieten om die positieve tendens te behouden.

Werving op maat

Autodelers vandaag zijn vooral hoogopgeleide, tweeverdienende gezinnen zonder migratieachtergrond die in de stad wonen. ‘Maar het is onze ambitie om autodelen voor iedereen beschikbaar te maken’, zegt Matthijs.

Avira, bijvoorbeeld, zet in op rolstoelvriendelijke deelwagens. ‘Blijkbaar worden die heel weinig gebruikt, maar is er toch veel vraag naar. Zo kan je ook mensen met een mobiliteitsbeperking bereiken’, legt Matthijs uit.

‘In buurten met meer etnische diversiteit of een hogere werkloosheidsgraad, moet je ter plaatste gaan en vanuit lokale kantoren werken zodat je kan uitleggen hoe het systeem werkt’, voegt Matthijs er nog aan toe.