België wil van Nkurunziza af, maar Burundi blijft partnerland

Nieuws

België wil van Nkurunziza af, maar Burundi blijft partnerland

België wil van Nkurunziza af, maar Burundi blijft partnerland
België wil van Nkurunziza af, maar Burundi blijft partnerland

België zal geen bilaterale hulp meer geven aan Burundi, indien Pierre Nkurunziza herverkozen wordt als president. ‘Dat zou de filosofie van de akkoorden van Arusha tenietdoen’, zei minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld) op een persconferentie in Brussel . En de projecten die kaderen binnen het aflopende ‘bilateraal samenwerkingsprogramma’ moeten herbekeken worden, in overleg met de nieuwbakken Burundese minister van Ontwikkelingssamenwerking. 'Daarover heb ik vandaag een brief gestuurd naar de betrokken minister', aldus De Croo.

Link

Lees ook: Belgische hulp: ‘minder partnerlanden, meer impact’

Blijft Nkurunziza zitten voor een derde ambtstermijn, dan zal België binnen twee jaar andere vormen van steun en hulp geven aan de bevolking, bijvoorbeeld via het middenveld en niet-gouvernementele organisaties ter plaatse. Het afsluiten van een ‘klassiek’ bilateraal samenwerkingsprogramma, zou met Nkurunziza aan het stuur van Burundi onmogelijk worden.

België is Burundi’s grootste bilaterale donor, en de derde wereldwijd, na de Europese Unie en de Wereldbank. Het is zowat het enige ontwikkelingsland waar België nog diplomatiek doorweegt. Op de vraag of minister De Croo even streng zou optreden tegen Rwandese of Congolese leiders die de grondwet zouden veranderen om een derde mandaat in de wacht te slepen, antwoordde hij erg ontwijkend. ‘Het is voorzichtig om niet op de feiten vooruit te lopen. Ik denk dat je de souvereiniteit van een land moet respecteren’.

European Commission DG ECHO (CC BY-SA 2.0)

Het afsluiten van een ‘klassiek’ bilateraal samenwerkingsprogramma, zou met Nkurunziza aan het stuur van Burundi onmogelijk worden.

European Commission DG ECHO (CC BY-SA 2.0)

14 partnerlanden

Link

Lees ook: Belgische ontwikkelingshulp neemt grote risico’s

In Brussel maakte minister De Croo ook de definitieve lijst bekend van partnerlanden die de komende jaren op onze bilaterale hulp kunnen rekenen. Dat is ontwikkelingshulp die onze overheid aan andere landen geeft of in projecten stopt die door het ontwikkelingsagentschap BTC worden uitgevoerd. Het zijn er 14, tegenover de huidige 18.

In Noord- en West-Afrika zijn dat Benin, Burkina Faso, Guinee, Mali, Marokko, Niger en Senegal. In de regio van de Grote Meren of Midden-Afrika zijn dat Burundi, DRCongo, Mozambique, Oeganda, Rwanda en Tanzania. In het Midden-Oosten blijft Palestina een parnterland. ‘Er zijn een aantal politieke en humanitaire redenen om Palestina te behouden als partnerland’. De twee nieuwe landen op de lijst, zijn Guinee - omdat het gezondheidssysteem na de Ebola-crisis duidelijk dient heropgebouwd, luidt het - en Burkina Faso. ‘Om het prille democratiseringsproces te ondersteunen’, aldus De Croo.

Filip Roefs (CC BY-NC-ND 2.0)

Dat de ngo’s en andere middenveldorganisaties zich moeten plooien naar die 14 landen ontkent De Croo in alle toonaarden.

Filip Roefs (CC BY-NC-ND 2.0)

NGO’s behouden ‘initiatiefrecht’

Dat de ngo’s en andere middenveldorganisaties die ook deels betaald worden met geld van de Belgische ontwikkelingssamenwerking, zich moeten plooien naar die 14 landen – met een duidelijke focus op Afrika & op ‘minst ontwikkelde’ en ‘fragiele’ landen – ontkent De Croo in alle toonaarden. ‘Ik wil ze niet instrumentaliseren en zij behouden hun initiatiefrecht. Zij mogen ook in andere landen actief blijven’. Dat zijn kabinet voor die zogenaamde ‘derde pijler’-actoren een landenlijst van maximaal 35 voorop zou stellen, in de nog lopende onderhandelingen, ontkent hij evenzo. ‘Dat is niet waar. En trouwens die onderhandelingen zijn nog lopend’.

Weg uit Azië en Zuid-Amerika

De nieuw partnerlijst bevat niet langer Zuid-Amerikaanse landen (Bolivia, Ecuador, Peru), noch Aziatische (Vietnam), die evenwel op uitdovende steun kunnen rekenen gedurende maximaal vier jaar.

‘Deze uitdagingen kunnen niet alleen door ngo’s en universiteiten aangepakt worden.’

Bogdan Vanden Berghe, directeur van 11.11.11., de Vlaamse koepel van ontwikkelingsngo’s: ‘We hopen dat met het terugtrekken van de officiële Belgische hulpstromen uit middeninkomenslanden, de interesse en het engagement van de Belgische overheid voor de uitdagingen waar deze landen voor staan niet verdwijnt. Deze uitdagingen kunnen niet alleen door ngo’s en universiteiten aangepakt worden, die vergen ook actie van de internationale gemeenschap.’

Zware bevalling

Het parlement moet nog zijn zegen geven, maar de Ministerraad die omwille van een Europese top in Riga uitzonderlijk donderdag plaatshad, gaf alvast groen licht. De lijst die in feite al tegen de Paasvakantie rond had moeten zijn, maar waaraan lange politieke onderhandelingen voorafgingen, is dus politiek gedekt door De Croo’s coalitiepartners.