Grotere aantallen bijen en hommels in stedelijke gebieden
Bestuiving van bloemen gaat vlotter in steden
IPS
04 februari 2020
Hoewel op het platteland een grotere diversiteit aan bestuivende insecten wordt aangetroffen, blijken bloemen in de stad doorgaans een betere bestuiving te kennen. Dat heeft vooral te maken met de grotere aantallen bijen, en met name hommels.
Stadspark in de Duitse stad Leipzig.
Hoewel op het platteland een grotere diversiteit aan bestuivende insecten wordt aangetroffen, blijken bloemen in de stad doorgaans een betere bestuiving te kennen. Dat heeft vooral te maken met de grotere aantallen bijen, en met name hommels
Steden groeien overal ter wereld. Verschillende studies hebben al aangetoond dat de verandering van natuur in stedelijk gebied gevolgen heeft voor de insecten. Hoewel de variatie en overvloed aan insecten vaak afneemt, zijn er ook soorten die voordeel kunnen halen uit de veranderingen. Maar er is nog maar weinig geweten over de effecten van verstedelijking op de ecosysteemdiensten die insecten leveren, zoals bestuiving van planten.
Rode klaver
Wetenschappers van de Martin Luther University Halle-Wittenberg (MLU), het German Centre for Integrative Biodiversity Research (iDiv) en het Helmholtz Centre for Environmental Research (UFZ) hebben daarom de effecten van verstedelijking onderzocht op die bestuiving. Ze vergeleken bloemrijke locaties zoals parken en botanische tuinen in negen grote Duitse steden met gelijkaardige gebieden op het platteland.
In de gebieden namen de wetenschappers stalen van de insectenpopulatie en maten ze het aantal bezoeken aan testveldjes met rode klaver. Ze maten ook het aantal zaden dat door de planten geproduceerd werd als indicator voor de bestuivingskwaliteit.
Daaruit bleek verrassend genoeg dat de meest succesvol bestoven planten in de steden te vinden waren. Hoewel er minder variatie aan insecten is, werden de bloemen er vaker bezocht. De resultaten werden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications.
Bijen en hommels
De betere bestuiving is vooral aan insecten uit de bijenfamilie te danken, zeggen de wetenschappers. In de steden zijn minder vliegen en vlinders te vinden, maar het zijn vooral bijen die een grote bestuivende rol hebben. Drie van de vier bezoekjes aan de bloemen stond op naam van hommels, 8,7 procent op naam van de honingbij.
Volgens de wetenschappers is het succes van de bij vooral te danken aan de grote nestgelegenheid in steden: braakliggende grond, dood hout en gaten en kieren in muren. Bijen kunnen ook beter om met de uitdagingen van dynamische steden.
“Stadsmensen veranderen hun omgeving voortdurend”, zegt Robert Paxton, wetenschapper aan de MLU en iDiv. “Daarin je weg vinden is een uitdaging waar bijen bijzonder goed uitgerust voor zijn, dankzij hun goed ontwikkelde oriëntatie- en leervermogen. Vliegen en vlinders hebben het daar duidelijk moeilijker mee.”