Biodiversiteitconferentie boekt mager resultaat
Haider Rizvi
02 april 2006
Uiterlijk in 2010 moet een voorstel op tafel liggen over eerlijke verdeling van de opbrengst van biologische rijkdommen in de wereld. Concretere plannen bleken niet haalbaar tijdens de biodiversiteitconferentie die vrijdag werd afgesloten in het Braziliaanse Curitiba.
Volgens de Braziliaanse minister van Milieu, Marina Silva, is de resolutie die vrijdag werd aangenomen door de landen van de Achtste Conferentie van Partijen in de Conventie inzake Biologische Diversiteit (COP8), een flinke stap vooruit. Sinds 1992,
het jaar waarin de biodiversiteitconventie werd opgesteld, is namelijk geen vooruitgang geboekt op dat dossier.
Tijdens de conferentie werden nog dertig andere besluiten genomen, waaronder de bekrachtiging van een moratorium op testen met terminatorzaden in het open veld. Terminatortechnologie produceert steriele planten en dwingt boeren elk jaar opnieuw zaaizaad te kopen.
Hoewel een wereldwijd besluit over toegang tot genetische rijkdommen is uitgesteld tot 2010, staat in de aangenomen resolutie dat zo snel mogelijk een voorstel op tafel moet komen. Brazilië, dat tot de volgende conferentie in 2008 in Duitsland nog de leiding heeft over het proces, zal druk zetten op de onderhandelingen, zei Claudio Langone, de Braziliaanse plaatsvervangend minister van Milieu.
Vertegenwoordigers van de milieubeweging en inheemse organisaties vinden dat tijdens de top in Curitiba nauwelijks vooruitgang is geboekt. Greenpeace International sprak zelfs van een grote mislukking, omdat drastische maatregelen tegen biopiraterij en vernietiging van het milieu uitbleven.
In 2002 erkende de partijen van de Conventie dat die maatregelen om land en zee te beschermen tegen verlies van biodiversiteit, dringend nodig waren. Maar sindsdien zetten slechts een paar landen actieplannen in gang.
Ook werden in Curitiba geen oplossingen aangedragen voor een ander probleem: het gebrek aan financiering om de gestelde doelen te bereiken. De Global Environment Facilitiy (GEF), een gezamenlijk initiatief van de Wereldbank, het VN-Milieuprogramma (UNEP) en het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP), heeft voor de komende vier jaar een budget van slechts drie miljard dollar om landen te helpen bij behoud en herstel van biologische diversiteit.
In het bijzonder Australië, Canada en Nieuw-Zeeland blokkeerden tijdens COP8 een aantal resoluties. Milieuactivisten zien die landen als marionetten van de Verenigde Staten (die geen partij zijn in de Conventie) en de biotech-industrie. Zo werd over sommige kwesties langer dan zeventien uur gedebatteerd, met als resultaat vage aanbevelingen als de noodzaak om het onderzoek te intensiveren. (JS)