Blauwhelmen laten buitenlandse hulpverleners en de bevolking aan hun lot over in Zuid-Soedan
Sam Kniknie
17 augustus 2016
In de nasleep van gevechten in de Zuid-Soedanese hoofdstad Juba vorige maand zijn verschillende gruweldaden gepleegd tegenover buitenlandse hulpverleners. De incidenten leggen het onvermogen van de VN-missie UNMISS bloot. De aanwezige blauwhelmen waren niet in staat om het geweld te voorkomen.
Op 7 juli kwam het tot gevechten tussen het regeringsleger dat president Salva Kiir steunt en aanhangers van de afgezette vicepresident Riek Machar. Tijdens het geweld kwamen honderden mensen om het leven. Op 12 juli ging een staakt-het vuren in tussen de vechtende partijen maar het blijft onrustig in de hoofdstad en de rest van het land.
Tijdens en na die gevechten was er sprake van plunderingen en seksueel geweld door soldaten. Vooral mensen die niet tot de Dinka, de grootste etniciteit in het land, behoren werden geviseerd.
Buitensporig seksueel geweld
Na de wapenstilstand trokken regeringssoldaten al plunderend en verkrachtend door de stad om ‘de overwinning te vieren.’ Daarbij roofden ze een depot van het Wereldvoedselprogramma leeg, goed voor 4500 ton voedsel.
‘Daarna namen ze ons mee naar een gebouw en verkrachtten ons voor iedereen.’
Er verschenen verschillende meldingen sindsdien van seksueel misbruik. Een Zuid-Soedanese vrouw getuigde voor Human Rights Watch: ‘Ze sneden onze kleren stuk en sloegen ons met hun geweerkolf. Ze praatten over Riek Machar in Dinka. Daarna namen ze ons mee naar een gebouw en verkrachtten ons voor iedereen. Ze verkrachtten zelfs iemand die zwanger was.’
Buitenlandse hulpverleners aangevallen
In de namiddag van 11 juli bereikte het geweld Hotel Terrain aan de buitenkant van Juba. In dat hotel verbleven meerdere buitenlandse, voornamelijk Amerikaanse, hulpverleners. De ‘vierende’ soldaten viseerden het hotel.
Een werknemer van het hotel vertelde aan het persagentschap AP dat hij tachtig tot honderd soldaten het gebouw zag binnenstormen.
Vluchtelingen in een kamp vlakbij de VN-basis werden aangevallen
UN Photo/JC McIlwaine (CC BY-NC-ND 2.0)
Een Amerikaan die in het hotel verbleef deed zijn relaas aan AP: ‘Ze waren erg opgewonden, dronken of onder de invloed van iets. Een man droeg een politie-uniform, de rest droeg camouflagekledij met insignes van de presidentiële garde.’ De man werd een uur lang mishandeld door zijn belagers en werd daarna weggestuurd met de boodschap: ‘Vertel aan je ambassade hoe we je behandelden’.
John Gatluak, een journalist van Nuer-afkomst, werd in het hotel vermoord. Verschillende buitenlandse vrouwen werden meermaals verkracht. ‘Ofwel heb je seks met mij, ofwel verkracht elke man je hier en schieten we je door het hoofd’, kreeg een Amerikaanse hulpverleenster te horen. In haar anonieme getuigenis aan AP zei ze dat ze op het einde van de nacht verkracht was door vijftien mannen.
Reactie van VN-blauwhelmen bleef uit
Hotel Terrain ligt net iets meer dan een kilometer verwijderd van een VN-basis. Toch slaagden blauwhelmen er niet in om het geweld tegenover de hulpverleners tegen te houden. Het logboek dat AP kon inkijken, toont aan hoe UNMISS (United Nations Mission in the Republic of South Sudan) faalde om in te grijpen.
Om 15u37 kwam in het operatiekwartier van de VN de eerste melding binnen over de aanval op Hotel Terrain. Acht minuten later kwam opnieuw een oproep binnen met dezelfde boodschap. Om 16u22 vroeg iemand in het hotel om hulp van de VN. Een tiental minuten daarna wordt een snellereactie-eenheid op de hoogte gesteld van de situatie. Rond die tijd wordt het laatste bericht van binnen het hotel ontvangen.
Nepalese blauwhelmen weigerden om buitenlandse hulpverleners te bevrijden
UN Photo/Isaac Billy (CC BY-NC-ND 2.0)
Om ongeveer kwart over zeven kreeg de snellereactie-eenheid van Ethiopische blauwhelmen de opdracht om in samenwerking met het Zuid-Soedanese leger de gasten in het hotel te bevrijden. De blauwhelmen weigerden echter om de opdracht uit te voeren. Daarna deden VN-soldaten uit China en Nepal hetzelfde.
Later op de avond slaagden Zuid-Soedanese troepen erin om het hotel binnen te vallen. Ze bevrijdden iedereen, behalve drie Westerse vrouwen en zestien personeelsleden. Het duurde pas tot de volgende ochtend voor zij bevrijd werden door een private beveiligingsfirma.
UNMISS onderzoekt reactie
De woordvoerder van het Zuid-Soedanese leger, Lul Ruai, vindt het voorbarig om de aanvallen tegen hulpverleners toe te schrijven aan regeringssoldaten: ‘Iedereen heeft wapens en iedereen heeft toegang tot uniformen’, zegt hij. ‘Maar het is zeker een daad van gewapende Zuid-Soedanezen uit Juba.
Op de website van UNMISS staat te lezen dat er wordt onderzocht of ergens fouten zijn gemaakt en of de incidenten niet konden worden vermeden. ‘De VN neemt de beweringen dat blauwhelmen geen burgers in nood hielpen erg serieus. Het UNMISS-hoofdkwartier onderzoekt de zaak, zoals het protocol voorschrijft. De boodschap dat onze blauwhelmen een persoonlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben is nog eens duidelijk gemaakt’, zegt de woordvoerder van UNMISS.
Afgelopen vrijdag 12 augustus maakte de VN-veiligheidsraad bekend dat nog eens vierduizend blauwhelmen naar Zuid-Soedan worden gestuurd om de missie te versterken.