Bleke G20-top bewijst dat wereld besturen erg moeilijk is
De G20-top in Toronto is zondag (27 juni) afgesloten met een tekst waaruit veel verdeeldheid blijkt. Alleen het erg technische luik om het risicogedrag in de financiële sector te bezweren, lijkt redelijk op koers te zitten. Een wereldwijde bankentaks komt er niet. Maar omtrent een Tobintaks voor ontwikkeling is er na Toronto nog enige hoop.
Groeivriendelijk besparen
Zoals verwacht heeft de G20 een evenwicht proberen te vinden tussen doorgaan met stimuleringsplannen en het saneren van de begroting in bepaalde rijke landen. De VS drukte vooral op het eerste, landen als Duitsland en het VK op het laatste. Uiteindelijk kwam uit de bus dat de rijke landen als groep tegen 2013 hun begrotingstekorten moeten halveren, en tegen 2016 de verhouding tussen hun totale schuld en bruto binnenlands product moeten stabiliseren of reduceren. Op die manier wil de G20 vermijden dat in de wereld nieuwe schuldenbergen ontstaan, zoals in de jaren ’70 en ‘80.
Aan de ene kant is het een prestatie voor de G20 zo’n duidelijke doelstelling te kunnen afspreken. Aan de andere kant mag het beleid rekening houden met de specifieke situatie van elk land, zonder te zeggen wat elk land dan precies moet doen. Daardoor is de uitvoering in sommige landen onzeker. Andere landen zijn dan weer hoe dan ook bezig om deze normen te halen.
De tekst zegt wel dat landen met grote handelsoverschotten (lees: China, Duitsland) hervormingen zullen doorvoeren om de binnenlandse vraag aan te zwengelen. Dit kan onder meer door de sociale bescherming te verbeteren of te vermijden dat de eigen munt te goedkoop wordt. Dit laatste is een hint naar China, zonder het land zelf te vermelden. Maar van concrete doelstellingen met timing is geen sprake. De G20-dynamiek heeft er dus niet voor gezorgd dat landen zich wezenlijk aan de druk van anderen hebben aangepast. Alles verzuipt in een diplomatieke woordenbrij. Ook de slagkracht van de “wederzijdse evaluatie” van elkaars macro-economisch beleid moet nog blijken.
Regulering financiële sector
Tegen de volgende top in Seoul in november hoopt de G20 een akkoord te kunnen sluiten over internationale normen om risico’s in de banksector te verkleinen. Dit ‘Basel III’-pakket zal alleszins ingrijpend zijn, maar waar men uiteindelijk zal landen is nog verre van duidelijk. Dit uiterst technische dossier wordt grotendeels in het Basel-comité voor Banktoezicht voorbereid.
Ook in dit verhaal zullen landen eigen regels mogen blijven toepassen, om langzaam naar een mondiale standaard te evolueren. Een paar dagen geleden werd hierover in de VS nog een belangrijk wetgevend pakket goedgekeurd.
Daarnaast wordt verder gewerkt aan regels om te vermijden dat banken die over de kop gaan, de hele economie, de spaarders en de belastingbetalers meesleuren. Ten slotte wordt herhaald dat ratingagentschappen en hefboomfondsen sterker gereguleerd zullen worden.
De G20-toppen houden politieke druk op de ketel zodat het werk in de technische organen vooruit gaat. Als dit alles tot een goed einde gebracht wordt, kan dit een succes voor de G20 genoemd worden. Op de top in november zou één en ander concreter moeten worden.
Het enige probleem is dat we dit alles sinds de versnelling van de financiële liberalisering en mondialisering in de jaren ’70 al eens gezien hebben, en meer dan één keer. Toen was het de G7 die een politieke coördinerende rol probeerde te spelen. We zagen de ene financiële crisis na de andere, waarbij telkens ook maatregelen genomen werden om de financiële sector schokbestendiger te maken. De crisissen werden alleen steeds heviger, en de her-regulering steeds ingrijpender. Nu zijn we hier aanbeland. Laten we hopen – net zoals we na de Oost-Aziatische crisis van 1997-’98 deden – dat het dankzij de nieuwe regulering nooit meer gebeurd. Maar de vraag dringt zich op of er niet iets fundamenteler moet veranderen.
Geen bankentaks, maar hoop op Tobintaks-light blijft
Zoals verwacht, lanceert de G20 geen mondiaal gecoördineerde bankentaks. Gastland Canada en verscheidene groeilanden wilden het niet. De G20 neemt er nu gewoon akte van dat de VS, het VK, Duitsland en Frankrijk er alleen mee doorgaan. IMF-baas Dominque Strauss-Kahn zei in Toronto dat het probleem van delokalisatie van activiteiten naar andere landen niet moet overroepen worden. De bankentaks zal immers worden ingevoerd in de belangrijkste financiële centra van de wereld, op Japan na.
Over de belastingparadijzen valt weinig nieuws te melden. De G20-leiders willen in november alweer een rapport vanuit de OESO. Vooral Frankrijk en Duitsland beseffen dat de belastingparadijzen tot nu toe vrij gemakkelijk wegkwamen. De G20 zegt nog altijd klaar te staan met sancties tegen landen die het te bont maken. Binnen de OESO is momenteel een evaluatieproces bezig.
Opvallend was de aandacht die de Franse president Sarkozy in zijn persconferentie op zondagavond besteedde aan het idee van een financiële transactietaks (FTT) voor ontwikkeling en klimaathulp. Dit is volgens hem absoluut nodig als je ziet hoe moeilijk het tegenwoordig is om hulpbudgetten bijeen te krijgen. Zowel rond bankentaks als FTT beklemtoonde Sarkozy dat het niet noodzakelijk is dat de hele wereld meedoet. “We kunnen niet op de anderen blijven wachten”, luidde het.
Hoewel het woord FTT in de slottekst niet eens wordt vermeld, zegt de G20 uit te kijken naar de resultaten van de nieuwe VN-adviesgroep over klimaatfinancies. Het zou kunnen dat van daaruit het idee van een kleine transactietaks om miljarden voor het Zuiden te mobiliseren naar voren geschoven wordt. Sarkozy zei hiervoor samen met Merkel, “gesteund door heel Afrika”, gevochten te hebben, en dat ze dit er op het laatste nippertje in gekregen hebben. Dit is wel een hele omweg, en wijst niet op een breed draagvlak voor de FTT.
Nu kan gehoopt worden dat Frankrijk zijn G8- en G20-voorzitterschap in 2011 zal gebruiken om een doorbraak te forceren. Pikant detail, het hoofd van het IMF, een Franse socialist die zelfs genoemd wordt als toekomstige presidentskandidaat, heeft op basis van een IMF-studie het idee van de FTT vanavond nog eens koudweg afgewezen.
Onder impuls van Zuid-Korea, dat dit jaar de G20 voorzit, ziet het er ook naar uit dat de G20 zich vanaf de top in Seoul intenser met de ontwikkelingsproblematiek als zodanig gaat bezighouden.
Hervorming IMF in het slop
De G20 heeft nog eens herhaald dat het sinds de ‘London summit’ in april 2009 nieuwe leningfaciliteiten voor de arme landen ter beschikking gesteld heeft via het IMF, de Wereldbank en andere instellingen. Er is nog meer vers kapitaal voor deze instellingen op komst.
De leiders willen tegen hun top in Seoul aanstaande november een akkoord over een beperkte verschuiving van macht binnen het IMF van oude industrielanden naar groeilanden. Maar deze lichte herverdeling blijkt een harde noot om te kraken. Hoe ernstig nemen de leiders hun eigen deadline? Vanuit het IMF komen hierover zorgwekkende geluiden. Zo is een vorige, veel kleinere quotaverschuiving, waarover een breed internationaal akkoord bestond, nog niet eens uitgevoerd.
Gelet op het povere resultaat, was deze top wel nodig? Dat vroeg een journaliste op het einde aan de Franse president. Een gevoelige snaar, zo bleek. Een waterval van woorden barstte los: “Dit is nog maar de vierde top, de G20 moet kunnen groeien. Niet elke top kan historisch zijn, maar het is wel goed dat we elkaar weer gezien hebben. Dit kost veel, maar vindt u het niet belangrijk dat de wereldleiders elkaar ontmoeten? Vindt u het niet zinvol dat wij hier de grote wereldproblemen bespreken? Hebt u liever dat wij niet met elkaar praten? Vindt u het niet goed dat hier Afrikaanse leiders gekomen zijn? Denkt u dat wij zo lang vergaderen en zo’n afstand afleggen voor ons plezier? In de 20ste eeuw hebben we zoveel ellende meegemaakt omdat er geen dergelijke toppen bestonden. Dit gaat over elkaar begrijpen, hier word je verplicht om tolerant te zijn. Dit is de basis van de 21ste eeuw.”
Dries Lesage is docent aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de UGent en volgde voor MO* de G8 en G20 in Canada.