Boliviaanse gascrisis doet Brazilië en Argentinië schrikken
Mario Osava
29 mei 2005
Brazilië maakt zich zorgen over de politieke instabiliteit in Bolivia. Bijna tweederde van het aardgas dat Brazilië verbruikt, komt uit het roerige buurland. Argentinië is nog sterker afhankelijk van het Boliviaanse aardgas.
Boliviaanse actievoerders willen buitenlandse bedrijven meer laten betalen voor het aardgas dat ze in Bolivia halen. Tegelijk spelen de Boliviaanse provincies waar het aardgas in de grond zit, met de idee zich af te scheuren van de rest van het land. Het leger zegt dat het dit niet zal laten gebeuren; er circuleren geruchten over een nakende staatsgreep. De Braziliaanse regering stuurde de voorbije week presidentieel adviseur Marco Aurelio García naar Bolivia om met de verschillende partijen in het conflict te gaan praten. Argentinië nam ook deel aan die missie.
Brazilië en Argentinië hebben schrik dat actievoerders de pijpleidingen zullen saboteren waarmee het gas naar hun land vervoerd wordt. Nieuwe machthebbers in Bolivia zouden de export van aardgas zelfs opeens kunnen stilleggen. Brazilië heeft geen installaties om aardgas op te slaan voor dergelijke noodgevallen, zegt Giuseppe Bacóccoli, een expert energiebeleid van de Federale Universiteit van Rio de Janeiro. Op korte termijn zijn er ook geen alternatieven voor het Boliviaanse aardgas. Brazilië importeert meer dan 24 miljoen kubieke meter aardgas per dag uit Bolivia. Voor meer dan 2.200 Braziliaanse bedrijven is aardgas de belangrijkste bron van energie.
Voor Argentinië zou het wegvallen van de aanvoer van Boliviaanse aardgas nog dramatischer zijn. De winter op het zuidelijk halfrond komt snel dichterbij, en aardgas is goed voor de helft van de Argentijnse stroomproductie. Brazilië haalt het grootste deel van zijn stroom uit waterkrachtcentrales, en het wordt ook niet zo koud in dat land. Argentinië produceert zelf aardgas, maar de stijgende binnenlandse vraag en een gebrek aan investeringen in de gassector dwongen het land er vorig jaar mee te beginnen dagelijks vier miljoen kubieke meter gas te importeren uit Bolivia. Volgens de vorig jaar ondertekende overeenkomst zal die hoeveelheid stijgen tot 20 miljoen kubieke meter per dag in 2007.
De alternatieven liggen niet voor de hand. Andere leveranciers van aardgas als Trinidad en Tobago of Nigeria liggen veel verder weg. Vanuit die landen moet de aardgas in vloeibare vorm getransporteerd worden, en Brazilië heeft geen installaties om dat product weer in gas om te zetten.
De enige oplossing is zelf meer aardgas te produceren. Petrobras, de openbare Braziliaanse oliemaatschappij die het aardgas in Bolivia aankoopt en naar Brazilië transporteert, heeft onlangs aangekondigd dat het sneller dan gepland wil beginnen met de exploitatie van het Mexilhao-gasveld voor de kust van de deelstaat Sao Paulo. Het veld bevat naar schatting 420 miljard kubieke meter gas – bijna een derde van de totale Boliviaanse reserves – maar had eigenlijk pas in 2008 gas moeten gaan leveren. Experts betwijfelen of de exploitatie veel vroeger kan beginnen; er is ook een investering van 1,2 miljard euro mee gemoeid.
Petrobras is direct betrokken bij de problemen in Bolivia. Petrobras heeft ongeveer 1,2 miljard euro geïnvesteerd in Bolivia. Het heeft er 10 procent van de gasvelden in handen en bezit twee olieraffinaderijen en een keten van tankstations. Samen met bedrijven als British Petroleum, Total en Repsol moet Petrobras volgens een nieuwe Boliviaanse wet een bijkomende belasting van 32 procent betalen, naast de 18 procent royalty’s die het nu al afdraagt. De wet, die vorige week werd uitgevaardigd, deed ook in Bolivia een storm van protest opsteken. Maar volgens de tegenstanders daar gaat ze nog niet ver genoeg.
Tegen de nieuwe wet is de voorbije week geprotesteerd door inheemse boeren, mijnwerkers, studenten en leerkrachten. In La Paz kwam het dagen na elkaar tot gewelddadige confrontaties met de ordediensten. In oktober 2003 leidde onenigheid over de exploitatie van de Boliviaanse gasvoorraden als eens tot sociale onlusten in Bolivia. Uiteindelijk maakte die ‘gasoorlog’ een einde aan de regering van president Gonzalo Sánchez de Lozada, de man die de deur had opengezet voor de buitenlandse oliebedrijven.
Heel wat actievoerders van vandaag willen dat de olie- en gassector opnieuw genationaliseerd worden. Evo Morales, de leider van de sterkste oppositiebeweging in Bolivia, gaat niet zo ver. Hij eist dat de oliebedrijven 50 procent aan royalty’s gaan betalen en dat de overheid meer controle krijgt over de sector. Morales zegt dat hij nooit zal oproepen tot een breuk in de relaties met Petrobras. Maar hij geeft toe dat de contracten die nu tussen de oliebedrijven en de Boliviaanse staat bestaan, zullen moeten worden herzien. Dat doet die bedrijven en ook internationale waakhonden als het Internationaal Monetair Fonds steigeren.
Morales vindt dat Bolivia, dat op Venezuela na over de grootste aardgasreserves in Zuid-Amerika beschikt, met Brazilië een gezamenlijk energiebeleid moet uitwerken om de vraag naar energie in Brazilië en de rest van Latijns-Amerika te dekken. Als hij de regeringsmacht in handen krijgt, hoop Morales ook dat hij op de steun van Brazilië en Argentinië zal kunnen rekenen om een oud territoriaal conflict met Chili op te lossen. In een oorlog aan het einde van de 19de eeuw verloor Bolivia zijn enige uitweg naar zee aan Chili. (PD)