Bosnië moet staat worden voor het kan dromen van EU

Nieuws

Bosnië moet staat worden voor het kan dromen van EU

Zoltán Dujisin

23 juli 2009

Vroeg of laat zullen de Bosniërs hun huidige staat van quasi-protectoraat moeten opgeven en hun land zelf moeten besturen als ze willen dromen van een EU-lidmaatschap. Dat vinden buitenlandse experts die Bosnië van nabij volgen.

Bosnië is momenteel verdeeld tussen de overwegend Servische Republika Srpska en een federatie van Bosnië en Herzegovina, waarvan de kantons ruwweg verdeeld zijn langs de etnische lijnen tussen Kroaten en Bosnische moslims.
De hoogste autoriteit ligt bij het bureau van de Hoge Vertegenwoordiger, dat gecreëerd is door de internationale gemeenschap na de verwoestende burgeroorlog tussen 1992 en 1995. Die kostte het leven aan 100.000 etnische Serviërs, Kroaten en vooral Bosnische moslims.
“Veertien jaar OHR is genoeg”, zegt Helmut Kurth, directeur van de Bosnische tak van de Friedrich-Ebert Stichting, een Duitse instelling die zich bezighoudt met ontwikkelingssamenwerking en politieke ontwikkeling. “Na zoveel discussie over het einde van het bureau is het een papieren tijger geworden, en uit de interne discussies binnen het OHR krijg ik de indruk dat de verschillende actoren in Bosnië en Herzegovina spelen met de instelling.”
Volgens Kurth zijn er echter nog belangrijke vraagstukken over de militaire aanwezigheid in het land. “Die is waarschijnlijk nodig, maar enkel met een mandaat om tussenbeide te komen als dat nodig is”, zegt hij.

Europese Unie

De OHR heeft sinds 1995 een beslissende rol gespeeld in hervormingen. Het had de macht om ambtenaren aan te stellen of te ontslaan en het mandaat werd oneindig verlengd. Het hield Bosnië in een status van quasi-protectoraat om te verhinderen dat het zou aankloppen bij de Europese Unie.
Veel kans heeft Bosnië niet om zich op korte termijn aan te sluiten bij de EU. Het Bosnische politieke systeem is bijvoorbeeld in strijd met de Europese mensenrechtenstandaarden, omdat het bijvoorbeeld bepaalt dat de president van de Republika Srpska (RS) een Serviër moet zijn, die van de Federatie een Kroaat of een Bosnische moslim.
Toch heeft het Europese model een sterke invloed in Bosnië. De OHR refereert regelmatig naar “Europese standaarden” om beslissingen te rechtvaardigen die ingaan tegen de belangen van de etnisch verdeelde lokale elites.

Volwaardige staat

Toenadering kan er echter enkel komen als Bosnië eerst een volwaardige staat wordt. Er is steeds meer sprake van het opdoeken van het OHR, en de rol van het bureau neemt af. In 2006 werden de verkiezingen voor het eerst uitsluitend door de lokale overheden georganiseerd. Maar het duurt nog wel even voor de Bosnische leiders het eens zullen worden over de richting die het land uit moet in de toekomst.
Ook vanuit het buitenland kan die richting niet bepaald worden. “Ik zie niet hoe een internationale organisatie, met haar eigen speciale interne dynamiek, etnische conflicten kan oplossen. In het beste geval kan ze een bemiddelende functie hebben”, zegt Kurth. “Er zal waarschijnlijk nood zijn aan een vorm van vertegenwoordiging van de EU, die kan onderhandelen tussen de actoren in Bosnië en Herzegovina.”

Nieuwe grondwet

Iedereen in Bosnië is het erover eens dat de grondwet uit 1995 dringend toe is aan herziening, maar een poging in 2006 om die dichter bij EU-standaarden te brengen, liep dood op de uiteenlopende posities van de Servische leiders en de voormannen van de Bosnische moslims. De Bosnische moslims zien het liefst een unitaire staat met een sterke centrale regering, terwijl de etnische Serviërs het hebben voor meer zelfbestuur en wantrouwig staan tegenover een centraal bestuur.
Veel Bosniërs zien de instituten van de RS dan weer als het onwettige resultaat van de burgeroorlog. De etnische Kroaten hebben alvast afgezien van een derde, Kroatische entiteit in Bosnië. Ze zijn vooral bezorgd om het voortbestaan van hun afbrokkelende gemeenschap, die nog maar 14 procent van de totale bevolking vertegenwoordigt. De rest van de vier miljoen inwoners bestaat uit Bosnische moslims (48 procent) en etnische Serviers (37 procent).
Het idee van een unitaire staat kan rekenen op voorzichtige steun vanuit Duitsland en de Verenigde Staten. De voorstanders wijzen op de grote kosten van het huidige systeem en vinden dat het onmogelijk is een coherent fiscaal beleid te voeren.
Maar de etnische Serviërs wijzen erop dat het beslissingsproces effectiever is in de RS en dat ze zich niet identificeren met de Bosnische staat: uit een onderzoek in 2006 bleek dat amper één op vijf Serviërs trots is op het Bosnische staatsburgerschap, terwijl vier op vijf Bosnische moslims dat wel is.

Etnische kloof

Die etnische fragmentatie is voelbaar op elk bestuursniveau, van het leger tot het onderwijssysteem. Het gevolg is een gebrek aan coördinatie en samenwerking in een land met 140 vaak kleine en slecht opgeleide ministeries.
Ook economisch is de opdeling voelbaar. Bosnië heeft een enorme informele sector, volgens sommige schattingen goed voor de helft van het bruto binnenlands product, en er zijn etnische obstakels voor de eenmaking van de markt. Ondanks arrestaties en processen in verband met corruptie zijn er veel banden tussen bedrijven en de politieke partijen.
Het land is ook sterk afhankelijk van geld dat opgestuurd wordt door migranten en van internationale steun, die in de toekomst onvermijdelijk afgebouwd zal worden.