Meegenieten van schone lucht heeft een prijskaartje
Bosrijke landen rekenen op klimaatgeld
IPS - Desmond Brown
15 februari 2019
Suriname en andere bosrijke landen willen dat de internationale gemeenschap zich meer bewust wordt van de belangrijke rol die bomen spelen in de strijd tegen klimaatverandering. De wereld mag daar best wat voor betalen, vinden ze.
Sipaliwini in Suriname
Rob Oo CC BY 2.0
Suriname heeft de meeste bossen ter wereld. Tot en met vandaag is het land aan de noordoostkust van Zuid-Amerika gastheer van de conferentie van naties die veel bossen tellen en ook willen inzetten op het behoud van hun bomen: High Forest Cover and Low Deforestation (HFLD), oftewel de HFLD-landen.
Andere HFLD-landen zijn onder meer: Panama, Colombia, de Democratische Republiek Congo, Peru, Belize, Gabon, Guyana, Bhutan, Zambia en Frans Guyana.
Steun en politieke wil
“Bomen brengen vreugde in ons leven. Naast cultuur en ontspanning zijn ze een bron van voedsel, hout, schone lucht en zuurstof”, sprak de vice-president van Suriname, Michael Ashwin Adhin, bij de opening van de conferentie.
“Ik wil graag benadrukken dat Suriname al lange tijd voor 93 procent bedekt is met bossen waar de rest van de wereld voordeel heeft kunnen uithalen, met name in de strijd tegen de klimaatverandering voor de huidige en de toekomstige generaties”, sprak hij.
“We worden geconfronteerd met problemen waar wij niet de oorzaak van zijn, en dat is voor veel andere landen net zo”
Hij zei ook dat de gevolgen van de klimaatverandering –zoals de stijging van het zeeniveau– een enorme bedreiging vormen voor zijn land. Ongeveer 75 procent van de bevolking in Suriname woont aan de kust en de economische bedrijvigheid van het land speelt zich vooral daar af.
“We worden geconfronteerd met problemen waar wij niet de oorzaak van zijn, en dat is voor veel andere landen net zo”, zei Adhin.
Winston Lackin, milieu-ambassadeur van Suriname, zei dat zijn overheid twee jaar geleden de beslissing heeft genomen om de positie als meest beboste land ter wereld te behouden en zich ook te positioneren als een van de meest CO2-negatieve landen ter wereld.
Ambitie kost geld
“Toen we die ambitie in november 2017 uitspraken op de VN-bijeenkomst in Bonn, hebben we echter ook gezegd dat we dit niet alleen kunnen. Dit vereist technische ondersteuning, expertise, financiële steun en politieke wil op nationaal en op internationaal niveau”, zei hij.
“We weten dat wereldwijd 30 procent van het landoppervlak begroeid is met bomen. Van die 30 procent ligt een vierde in de HFLD-landen. Als we dan weten welke cruciale rol bossen spelen voor het klimaat, wordt het tijd om hier op een ander niveau over te praten, zeker wat betreft de toegang tot financiële middelen.”
Volgens hem is de laatste tien jaar slechts 8 procent van het internationale budget in de richting van de HFLD-landen gevloeid. Volgens Lackin kan de internationale gemeenschap op die manier niet verwachten dat deze ontwikkelingslanden hun beloften in het kader van het Akkoord van Parijs nakomen.
Geen goud gewonnen
De beslissing van die staten om hun bossen te beschermen was niet gemakkelijk, maar wel de juiste, zegt Armstrong Alexis, verantwoordelijke voor Suriname binnen het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP).
HFLD-landen leveren significante bijdragen aan de gezondheid van de planeet, maar hebben te maken met een enorme kloof op het vlak van klimaatfinanciering.
Ontbossing gebeurt in veel landen op grote schaal en aan een alarmerend tempo. Wetenschappelijk onderzoek heeft nochtans voldoende kunnen documenteren dat bomen een cruciale rol spelen in de strijd tegen de klimaatverandering. Het zijn essentiële ecosystemen die zowel water vasthouden als CO2 opslaan. Daarnaast hebben ze een belangrijke taak in het behoud van de biodiversiteit.
“Daarom hebben deze landen, die belangrijke beloftes hebben gemaakt om hun bossen te bewaren, de steun van de rest van de wereld nodig”, stelt Alexis.
“De landen binnen de HFLD-groep zijn de verbintenis aangegaan met de internationale gemeenschap dat ze blijven inzetten op hun ontwikkelingsdoelstellingen, zonder dat daar noodzakelijk ontbossing of degradatie van de bossen aan te pas komt. Het is een uitdaging, dat wel. Neem Suriname bijvoorbeeld, waar de kleinschalige goudwinning de grootste reden is waarom er bomen worden gekapt –niet voor houtbouw of voor palmolie zoals dat het geval is in veel andere landen, noch voor infrastructuur.”
“De bedrijven die naar hier komen om de mijnbouw op te starten, zijn meestal geen lokale bedrijven, maar grote multinationals. Een land zoals Suriname of Guyana kan deze enorme taak niet alleen op zich nemen. Zij hebben de steun van de hele internationale gemeenschap nodig”, aldus Alexis.
Significante bijdrage
De doelstelling waarover in Parijs overeenstemming werd bereikt, houdt in dat landen zich aanpassen en de stijging van de temperatuur onder de 2 graden Celsius houden. Lackin wijst ook op het feit dat de HFLD-landen de negatieve effecten van de klimaatverandering al mitigeerden, lang voor er nog maar sprake was van klimaatconferenties.
De verwachting die Suriname en de andere HFLD-landen hebben, is vlottere toegang tot middelen om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen. “Ik ben ervan overtuigd dat deze conferentie daarbij zal helpen”, zei Lackin. “Het milieu is niet enkel ons leven, het betekent onze overleving.”
Volgens Shantanu Mukherjee, hoofd van de afdeling Economische en Sociale Zaken bij de Verenigde Naties, heeft de conferentie de volledige steun van de VN. Hij voegde daaraan toe dat recent onderzoek aantoont dat de HFLD-landen significante bijdragen leveren aan de gezondheid van de planeet, maar ook te maken hebben met een enorme kloof op het vlak van klimaatfinanciering. “Dat is iets waar overheen gekeken is gedurende een lange tijd”, zei hij.
Op de conferentie in Suriname werden de laatste wetenschappelijke inzichten gevolgd betreffende de belangrijke rol die bossen spelen in relatie tot het klimaat en in de strijd tegen de klimaatverandering.