Brazilianen bezorgd over landhonger buitenlandse investeerders

Nieuws

Brazilianen bezorgd over landhonger buitenlandse investeerders

Mario Osava

24 maart 2008

In Brazilië gaan stemmen op om een rem te zetten op de aankoop van landbouwgrond door buitenlanders. Nu biobrandstoffen een hoge vlucht nemen, tonen investeerders steeds meer interesse in grote lappen grond in Brazilië.

Investeren in de Braziliaanse landbouw is een tip die blijkbaar de ronde doet onder de rijksten der aarde. Beursgoeroe George Soros, Microsoftoprichter Bill Gates en de Google-eigenaars Larry Page en Sergej Brin: allemaal hebben ze al grote landerijen gekocht of aandelen van bedrijven die biobrandstoffen produceren.
Ook kleinere buitenlandse investeerders en de Braziliaanse elite hebben zich laten aansteken door de koopwoede. De euforie rond ethanol en biodiesel jaagt de prijzen van landbouwgrond omhoog. Een hectare Braziliaanse landbouwgrond werd vorig jaar gemiddeld bijna 18 procent duurder, zegt het consultancybedrijf FNP. In de teeltgebieden van granen en suikerriet stijgen de prijzen nog sneller.
Er moet een zekere vorm van controle komen over de landerijen die in buitenlandse handen vallen, vindt Rolf Hackbart, de voorzitter van het Braziliaans Instituut voor Kolonisatie en Landhervorming (Incra). Brazilië moet gewoon weten hoeveel grond buitenlanders bezitten en moet in staat zijn de bestemming ervan mee te bepalen, vindt Hackbart. Buitenlandse investeringen tegenhouden is volgens hem niet de bedoeling. Een betere regeling “is zeker geen kwestie van xenofobie, maar wel van nationale soevereiniteit.”

Achterpoortje

Volgens een wet uit 1971 kunnen alleen buitenlanders die in Brazilië leven of bedrijven die er gevestigd zijn, grond kopen in Brazilië. Er zijn ook limieten. Vanaf een bepaalde oppervlakte is er een speciale toestemming nodig, en buitenlanders mogen nooit meer dan een vierde van het grondgebied van een gemeente in handen krijgen. Maar een grondwetswijziging uit 1995, die het onderscheid tussen bedrijven met Braziliaans of met buitenlands kapitaal deed verdwijnen, heeft een achterpoortje gecreëerd, zegt Hackbart. Zolang ze maar in Brazilië werden opgericht, gelden er ook bedrijven met buitenlandse meerderheidsaandeelhouders geen beperkingen.
Sinds vorig jaar zoekt een interministeriële werkgroep naar alternatieven om de ongeremde aankop van grond door dergelijke bedrijven tegen te gaan. Vooral in de Amazoneregio komen er door die aankopen grote gebieden in buitenlandse handen.
Nogal wat grote landbouwbedrijven en hun vertegenwoordigers in het parlement zijn tegen een strengere regeling. De bestaande wetgeving volstaat; “Brazilië moet het recht op eigendom respecteren en niet toegeven aan xenofobie”, vindt 
Leoncio Brito van de Braziliaanse Federatie van Landbouw en Veeteelt. Speculatief kapitaal dat het land binnenkomt en verlaat wordt niet aan banden gelegd, dus waarom zou dat moeten gebeuren met bedrijven “die investeren in productie, nieuwe technologieën binnenbrengen en belastingen betalen?” Brito schat dat buitenlanders maar één procent van de grond in Brazilië bezitten. Dat komt overeen met de cijfers die de landhervormingsdienst Incra geeft. Doordat Brazilië zo’n reusachtig land is, is ook dat ene procentje wel goed voor 5,6 miljoen hectare.
Een van de voorstanders van nieuwe beperkingen is João Pedro Stédile, een leider van de Braziliaanse Landlozenbeweging MST. Buitenlanders zouden volgens hem niet meer dan pakweg 1000 hectare mogen verwerven. Dat is een kwestie van rechtvaardigheid en een manier om ervoor te zorgen dat het ook de arme Brazilianen beter zal gaan, redeneert Stédile.
Brazilië doet er ook goed aan de controle op het landeigendom door Brazilianen te verbeteren. Van amper vier procent van het Amazonegebied zijn de private eigenaars naar behoren geregistreerd, schat Imazon, een instituut dat de verhoudingen tussen mensen en de natuur in de regio bestudeert. Van maar liefst 31 procent van de oppervlakte, 158 miljoen hectare, is de eigenaar niet ondubbelzinnig geregistreerd. Van de resterende, openbare gronden, worden vaak grote lappen ongestraft ingepikt door grootgrondbezitters of bezet door kleinere boeren.