Op 6 augustus keurde de ministerraad het voorstel van Theo Francken goed om 2500 kazerneplaatsen te openen om extra opvang te voorzien voor de vele vluchtelingen die ons land binnenkomen, op zoek naar bescherming. De eerste crisismaatregel, het heropenen van 2193 “bevroren” bufferplaatsen, treedt volgende week alvast in werking.
In juni werden in België 2289 asielaanvragen ingediend, een stijging van 34 procent in vergelijking met de maand mei. In de top vier: Syriërs, Irakezen, Somaliërs en Afghanen die redelijke kansen hebben op bescherming via de toekenning van een Vluchtelingen- of Subsidiaire Beschermingsstatus.
In juli bleef de instroom groeien en noteerde de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) piekdagen van 250 tot 300 aanvragen.
Niet alleen kan de DVZ, die de aanvragen registreert, met moeite volgen, het Belgische opvangnetwerk geraakt stilaan verzadigd. Want wie geregistreerd is, heeft meteen recht op opvang.
De Brusselse daklozenorganisatie Samu Social merkt geen opmerkelijke stijging in het aantal dakloze asielzoekers
Wie op piekdagen echter tevergeefs in de wachtrij staat en geen aanvraag kan indienen, kan ook geen beroep kan doen op opvang en moet de straat weer op. De Brusselse daklozenorganisatie Samu Social merkt echter geen opmerkelijke stijging in het aantal dakloze asielzoekers. Dat zegt woordvoerder Christophe Thielens. ‘Dat wil niet zeggen dat ze er niet zijn – maar onze ploegen zien het hele jaar door asielzoekers of mensen zonder wettig verblijf die niet in de opvang zitten. Onze mobiele medewerkers zien nu gewoon geen stijging.’
“Zomergasten” in park Hallepoort. © Tine Danckaers
Net zoals het Rode Kruis heeft Samu Social een mandaat van het agentschap Fedasil om onderdak te verlenen aan asielzoekers in zijn centrum in Elsene. ‘Deze voorziening heeft een beheer dat volledig los staat van de daklozenopvang, de eerste opdracht van Samu Social’, aldus Thielens. ‘De capaciteit was teruggeschroefd naar 150 opvangplaatsen. Maar begin juli kregen we de opdracht van Fedasil om de capaciteit terug te brengen naar 250 plaatsen.’
Bezettingsgraad = 90 procent
Het opvangnetwerk is met een bezettingsgraad van 90 procent al tamelijk verzadigd. Ter vergelijking: vorig jaar bedroeg die in de maanden juli en augustus respectievelijk 70,54 en 71,91 procent. De eerste alarmfase is dus ingegaan, maar van een opvangcrisis is echter nog geen sprake. Dat benadrukt ook Charlotte Vandycke, diensthoofd Opvang en Bescherming bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen. ‘Op dit moment krijgt iedereen die een asielaanvraag indient en toegelaten wordt tot de procedure, wel degelijk opvang.’
De Belgische ngo’s openen volgende week 400 bufferplaatsen
De bevoegde staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken kondigde aan dat naarstig wordt gezocht naar bijkomende plaatsen. Op 6 augustus besliste de ministerraad dat 2500 bijkomende kazerneplaatsen worden ingezet voor extra opvang. En ook Vluchtelingenwerk Vlaanderen en haar Franstalige partner CIRE openen vanaf volgende week 400 “bufferplaatsen”, plaatsen die onder de besparingsmaatregelen bevroren waren.
Charlotte Vandycke: ‘Ook de andere opvangpartners van de overheid – het Rode Kruis/Croix Rouge, de gemeenten en Samu Social – openen hun bufferplaatsen, wat in totaal zou neerkomen op 2193 plaatsen.’
Afbouwplan opvangplaatsen
Na de Belgische opvangcrisis van 2009-2013 bereikte de opvangcapaciteit in ons land een piek. In 2014 was de vaststelling dat nog 4000 opvangplaatsen leeg stonden. Fedasil was in 2013, nog onder de vorige staatssecretaris Maggie De Block, al begonnen met de afbouw van niet gebruikte opvangplaatsen.
Dit jaar werd de tweede fase van het afbouwplan ingezet. Bedoeling was om 18.829 plaatsen over te houden, waarvan 16.636 effectieve plaatsen en 2193 bufferplaatsen. De laatste moesten volstaan om een eventuele toename van het aantal kandidaat-vluchtelingen op te vangen. Dat bleek nu, met de enorme toename van asielaanvragen, te weinig.
Niet voorbarig, wel teveel afgebouwd
Vluchtelingenwerk Vlaanderen is niet tegen het ingelaste afbouwplan, wel tegen de grote schaal ervan. ‘We vinden het vanzelfsprekend dat men, in het bestaande budgettaire kader van de overheid, kosten van lege opvangplaatsen wou drukken’, verduidelijkt Vandycke. ‘Er is echter meteen op erg grote schaal afgebouwd, bij alle opvangpartners in België, binnen het kader van lineaire besparingen.’
‘Dit terwijl men idealiter had moeten kijken naar de asiel- en migratiecontext wereldwijd en de effecten van de grootste vluchtelingencrisis wereldwijd sinds WOII. Lege plaatsen sluiten is logisch, maar men moet wel de context blijven opvolgen en flexibiliteit bewaren binnen het opvangnetwerk, zodat er ook tijdig terug kan geopend worden. Voldoende bufferplaatsen blijven dus nodig.’
We moeten meer doen dan tijd kopen want de instroom van asielaanvragen zal niet immens dalen
Vandycke vindt de 2193 extra opvangplaatsen bij de opvangpartners van de overheid (Rode Kruis/Croix Rouge, de gemeenten en Samu Social) ‘heel weinig: ‘je koopt je dan enkele maanden meer tijd, terwijl de instroom van asielaanvragen niet immens zal dalen.’
Wanneer blijkt dat de twee crisismaatregelen niet voldoende zijn (inclusief de 2500 extra kazerneplaatsen), heeft de overheid echter het plan om een openbare aanbesteding te lanceren voor extra plaatsen, een zogenaamde tender.
‘Als België beslist om als derde crisismaatregel een tender voor extra plaatsen te creëren, dan is dat goed. Maar we moeten rekening houden dat die procedure veel tijd in beslag neemt’, reageert Vandycke. ‘Als dat betekent dat pas extra opvang kan worden voorzien tegen einde januari, februari, is dat te lang.’
Individuele versus collectieve opvang
De Belgische vluchtelingenorganisaties onderschrijven de idee van kazernes als crisismaatregel maar ijveren er tegelijk voor om voldoende individuele opvangplaatsen en begeleiding te voorzien. Vandycke verwijst naar het nijpend tekort aan betaalbare woningen. ‘Daar moet een oplossing voor worden gezocht. Erkende vluchtelingen of andere mensen met een statuut vinden heel moeilijk een woning en bezetten daardoor langer de asielopvang. Met het hoge erkenningspercentage wordt dit alsmaar belangrijker.’
Een opvangvisie waarbij collectieve opvang de norm is, en individuele opvang de aanvulling, vinden we niet goed
In het kader van besparingen werd ook individuele opvang voor personen in de asielprocedure werd afgebouwd en voorbehouden aan mensen met een kwetsbaar profiel of met een hoge kans op erkenning, de profielen die nu massaal toestromen.
‘Die afbouw van individuele opvang betreuren we vanuit Vluchtelingenwerk Vlaanderen uiteraard. We geloven in deze vorm van opvang, omdat het begeleiding op maat mogelijk maakt en omwille van het zelfstandige leven dat vluchtelingen er kunnen leiden.’
‘Het is in het netwerk noodzakelijk om minstens een evenwicht te bewaren tussen de collectieve en individuele opvangplaatsen, wat nu niet het geval is. Een opvangvisie waarbij collectieve opvang de norm is, en individuele opvang de aanvulling, vinden we niet goed. Vluchtelingenwerk verdedigt het principe dat je kijkt naar de noden van het individu om de meest geschikte opvangplaats te vinden.’