Buitenland krimpt verder voor VS-zenders
Jim Lobe
06 januari 2009
De grote televisiezenders in de VS hebben minder dan ooit oog voor nieuws van buiten de eigen grenzen. Twee oorlogen met meer dan 200.000 Amerikaanse soldaten en een internationale economische crisis volstonden niet om de hoeveelheid buitenlandse berichtgeving op de drie grote stations vorig jaar van een nieuw dieptepunt weg te houden. Dat blijkt uit het jongste Tyndall Report, de gezaghebbende jaarlijkse analyse van Amerikaanse televisiejournaals.
Nog nooit sinds 1988, toen het eerste Tyndall Report verscheen, was de hoeveelheid buitenlands nieuws in de televisiejournaals op de drie grote zenders zo laag als in 2008. ABC, CBS en NBC besteedden vorig jaar veruit de meeste aandacht aan de presidentsverkiezingen en de binnenlandse gevolgen van de stijgende olieprijzen en de financiële en economische crisis.
“Het was een uitzonderlijk jaar voor binnenlands nieuws”, zegt uitgever Andrew Tyndall, de stichter van het rapport. “Een jaar met relatief weinig binnenlands nieuws zal de test zijn: ofwel neemt de buitenlandse berichtgeving dan opnieuw toe, ofwel is dit een keerpunt in het eilandgevoel van de belangrijkste media.”
Internet
Mogelijk halen de geïnteresseerde Amerikanen hun buitenlands nieuws steeds meer van het internet en motiveert dat de televisiezenders om er zelf minder aandacht aan te schenken, vermoedt Tyndall. Een onderzoek van het Pew Research Centre for the People & the Press stelde vast dat de Amerikanen, vooral jonge volwassenen, vorig jaar voor het eerst meer nieuws van het internet haalden dan uit de kranten.
Voor de meeste Amerikanen is het half uur durende avondjournaal op de drie grote zenders de belangrijkste bron voor binnen- en buitenlands nieuws. Elke avond kijken naar schatting 23 miljoen Amerikanen naar een van de drie journaals. Kabeltelevisie heeft flink wat terrein gewonnen, met nieuwszenders als CNN, Fox News en MSNBC, maar het publiek van de grote drie is nog altijd tienmaal groter.
ABC, CBS en NBC besteden 15.000 minuten per jaar aan nationaal en internationaal nieuws. Vorig jaar gingen daarvan bijna 3.700 minuten naar de presidentsverkiezingen. Nooit eerder (sinds 1988) kreeg de strijd om het Witte Huis zoveel aandacht.
De economische berichtgeving kwam op de tweede plaats met bijna 2.800 minuten, eveneens een record. De verhalen over de plots stijgende olieprijzen en de crisis duurden duizend minuten langer dan die over de recessie in 1990 en 2001.
9/11
Internationaal nieuws was goed voor 1.900 minuten. “Na 9/11 zei iedereen dat er in de jaren negentig zware fouten waren gemaakt door ons te veel op het binnenlandse nieuws te concentreren en het globale perspectief niet te zien”, zegt Andrew Tyndall. “Er is sindsdien een grote inspanning gedaan om over de rest van de wereld te berichten, vooral over de moslimwereld, maar dat is ondertussen weer sterk achteruit gegaan.”
De oorlog in Irak was met 244 minuten goed voor een zevende plaats van alle nieuwsitems, na de verkiezingscampagnes van Barack Obama, John McCain en Hillary Clinton, de kredietcrisis, de olieprijzen en de duikvlucht van de aandelenkoersen. In 2007 besteedden de drie grote zenders nog bijna 1.200 minuten aan Irak. Van 2003 tot 2007 berichtten de drie journaals gemiddeld 31 minuten per week over Irak, vorig jaar zakte dat naar 6 minuten. The New York Times meldde vorige week dat de drie grote zenders niet langer voltijdse correspondenten in Bagdad hebben.
Na Irak ging de meeste buitenlandse aandacht naar de Olympische Spelen in Peking, goed voor 236 minuten en een negende plaats, al werd er vooral gefocust op de medaillewinst door Amerikaanse atleten. Het enige andere buitenlandse verhaal in de top-20 was de oorlog in Afghanistan, die met 126 minuten een zeventiende plaats bezet.