Van militaire staatsgreep tot regelrechte oorlog in Myanmar

Nieuws

'Nu pas besef ik dat de revolutie van de minderheden al 70 jaar duurt'

Van militaire staatsgreep tot regelrechte oorlog in Myanmar

Van militaire staatsgreep tot regelrechte oorlog in Myanmar
Van militaire staatsgreep tot regelrechte oorlog in Myanmar

Is de macht van het leger in Myanmar tanend? De verdeel-en-heersstrategie die decennialang werd toegepast brokkelt één jaar na de staatsgreep zichtbaar af. Etnische minderheden en de Birmaanse meerderheid lijken elkaar te vinden in de gewapende strijd tegen het oppermachtige leger.

![© Stringer / Reuters](//images.mo.be/sites/default/files/styles/fotoreportage/public/field/image/68944_141657_ta6ayl.jpg?itok=tAAyLBLz " De "gewone" Birmaan sluit zich aan bij de People’s Defense Force (PDF), een nieuw opgerichte strijdende kracht die de wapens opneemt tegen het oppermachtige leger..")

De “gewone” Birmaan sluit zich aan bij de People’s Defense Force (PDF), een nieuw opgerichte strijdende kracht die de wapens opneemt tegen het oppermachtige leger..

© Stringer / Reuters

Is de macht van het leger in Myanmar tanend? De verdeel-en-heersstrategie die decennialang werd toegepast brokkelt één jaar na de staatsgreep zichtbaar af. Etnische minderheden en de Birmaanse meerderheid lijken elkaar te vinden in de gewapende strijd tegen het oppermachtige leger. ‘Nu pas besef ik dat de revolutie van de minderheden al 70 jaar duurt.’

Een jaar geleden, op 1 februari 2021, pleegde het leger van Myanmar een staatsgreep. Op de massale burgerprotesten die volgden, reageerde de junta met grof geweld. Na maanden van geweldloos verzet is de situatie geëvolueerd tot een gewapende strijd.

Sindsdien komt het land wereldwijd in het nieuws met beelden van verbrande en verminkte lijken, doodsbange en opgejaagde vluchtelingen, en in as gelegde dorpen. Internationaal zwelt een roep om een wapenstilstand aan. Ook de speciale gezant van de Verenigde Naties voor Myanmar, Noeleen Heyzer, drong onlangs aan op een nieuwsjaarsbestand.

Een chirurg in een klein ziekenhuis in het oosten van het land wijst zo’n staakt-het-vuren zonder aarzelen af. Hij laat zijn gedachten gaan over de oorlog die met de dag heviger woedt. Een bestand zou de junta in de kaart spelen, zegt hij. Daarmee verwoordt hij de mening van velen die zich sinds de staatsgreep aansloten bij het gewapende verzet tegen de militairen.

Het ziekenhuis waar hij werkt geeft zicht op een paar hutten van bamboe en beboste bergen. Enkele maanden geleden verliet de chirurg zijn stadse ziekenhuis omdat hij niet meer onder het regime wilde werken. De kliniek waar hij nu zijn operaties verricht ligt in het gebied van de Karen, een van de etnische minderheden in Myanmar.

De Karen zijn al sinds de onafhankelijkheid van 1948 met het centrale gezag verwikkeld in een strijd om meer autonomie en gelijke rechten binnen een federale staat. Een tiental jaar geleden werd een voorzichtige wapenstilstand gesloten tussen de overheid en de Karen, maar sinds de coup is ook hier de strijd weer opgelaaid.

Do or die

‘Het is onze taak levens te redden, het is de taak van anderen om tegen het regime te vechten.’

‘Het is onze taak levens te redden, het is de taak van anderen om tegen het regime te vechten’, verklaart de chirurg. In zijn woorden klinkt geen spoor van ironie. Volgens hem is het nu of nooit om de macht van de militairen te breken.

Deze strijd moet onze laatste zijn, zegt een 30-jarige arts in hetzelfde ziekenhuis in de jungle. Ook zij ruilde de stad in voor een kliniek in het gebied van de Karen.

‘Do or die’, dat is de slogan van de jongeren die van meet af aan het voortouw namen in de protesten tegen de staatsgreep. Duizenden jongeren laten zich in de jungle trainen om te vechten.

Achter de bergkammen die het ziekenhuisje omsluiten, leert een bonte mix van filmsterren, musici en andere voormalige stadsbewoners een geweer hanteren en mijnen maken. ‘We hebben geen keuze’, zegt de vrouw van een bekende musicus die samen met hem de wapens opnam.

Buiten de wrede werkelijkheid van Myanmar is zo’n besluit moeilijk te begrijpen. Internationaal heerst de meest gangbare opvatting dat een conflict aan de onderhandelingstafel moet worden opgelost. Maar het is de tragische vastberadenheid van een bevolking die door nietsontziend militair geweld tot het uiterste getergd is. Na maanden van grotendeels vreedzaam verzet ziet ze geen andere uitweg.

Ondertussen vinden ook nog altijd kleine straatprotesten en massale stakingen plaats. Zo werd op de eerste verjaardag op 1 februari een stille staking gehouden en waren de straten stil en verlaten.

Maar dat het verzet zo breed en overtuigend gedragen wordt, heeft ook een keerzijde. Want wie het zich om welke reden dan ook niet langer kan permitteren mee te doen, loopt het risico uitgestoten te worden. Vooral op social media worden mensen verguisd in _“social shaming”-_campagnes.

Van verdeel-en-heers…

De gruwelijke beelden van het geweld tegen burgers schilderen het conflict af als een strijd tussen een oppermachtig leger dat geen enkel middel schuwt om aan de macht te blijven en een tot mislukken gedoemd verzet van een bevolking die een onmenselijk hoge prijs betaalt. De werkelijkheid is vele malen complexer en onvoorspelbaarder.

Decennialang werkte het leger aan zijn reputatie van een onoverwinnelijke gevechtsmachine. Het claimt een troepenmacht van ruim 350.000 soldaten, en is daarmee een van de grootste legers in Zuidoost-Azië.

Maar daar valt wel wat op af te dingen. Het is onmogelijk te zeggen wat de werkelijke omvang is van dit militaire instituut dat een staat binnen de staat vormt en zich in geheimzinnigheid hult.

Het aantal geharde, loyale gevechtstroepen wordt door het magazine Jane’s Defence Weekly geschat op 100.000. Vele gewone soldaten zijn arme sloebers die geen andere keuze hebben dan het uniform aan te trekken om aan de kost te komen.

Daarnaast had het leger zijn slagkracht te danken aan een uitgekiende verdeel-en-heersstrategie in het lappendeken van etnische en religieuze groepen waaruit Myanmar bestaat. Toen in 1948 een einde kwam aan de Britse overheersing raakten de meeste etnische minderheden in een strijd verwikkeld om gelijke rechten en meer autonomie.

Ze werden door het leger tegen elkaar uitgespeeld, waarbij economische voordelen en beperkte zelfbeschikking selectief werd uitgedeeld. Sommige minderheden in de oostelijke Shan staat kregen een vrije hand in de productie en handel van narcotica. Zo ontstonden daar milities waarop het leger kon terugvallen in tijden van crisis.

Tegelijkertijd werd de Birmaanse meerderheid in de steden gehersenspoeld dat de niet-Birmaanse minderheden die vooral in afgelegen randgebieden wonen bandieten en terroristen waren.

‘Nu ik de etnische minderheden in Myanmar leerde kennen, besef ik dat hun revolutie al 70 jaar duurt.’

‘Voor de staatsgreep wist ik weinig over die etnische minderheden’, vertelt ook de vrouwelijke arts in het ziekenhuis. ‘Nu leerde ik hen kennen en besef ik dat hun revolutie al bijna 70 jaar duurt.’

Sinds het leger in 1962 de macht greep, braken in Centraal-Myanmar geregeld protesten uit tegen onderdrukking en armoede. De meest omvangrijke vond plaats in 1988. Militairen konden het zich permitteren om vanuit de gebieden van de minderheden met wie ze wapenstilstanden hadden gesloten, troepen te sturen die geen band hadden met de opstandige bevolking in de steden.

… naar een nieuwe machtsbalans

Sinds de staatsgreep van vorig jaar is het krachtenveld waarin het leger opereert drastisch gewijzigd. Voor het eerst in zijn geschiedenis moet het leger op verschillende fronten, zowel in Centraal-Myanmar als in een aantal etnische gebieden, strijden.

De junta probeert nu een wig te drijven tussen de legers van de minderheden en de honderden nieuwe groepen van bewapende burgers die vooral in Centraal-Myanmar actief zijn.

Het is de vraag of de oude verdeel-en-heersstrategie van het leger nu nog zal werken. Er is een nieuwe samenhorigheid ontstaan tussen bevolkingsgroepen die elkaar voordien nauwelijks kenden of zelfs als vijanden beschouwden. Nu ondervinden ze samen de terreur van de junta.

Of dat fragiele verbond zal standhouden, blijft nog een vraagteken. Enkele grotere minderheden, zoals de Wa in het noordoosten en de Rakhine in het westen, houden zich nog afzijdig.

Toch is het duidelijk dat het leger in ongekend en onverwacht zwaar weer verkeert. In grote delen van het land raakten de militairen al de controle kwijt. Nu het leger op zoveel fronten tegelijk moet vechten, worden bij gebrek aan troepen op sommige legerbasissen familieleden van militairen verplicht om veiligheidstaken over te nemen. Ook worden in allerijl door de junta nieuwe milities opgezet.

Van enkele honderden militairen is bevestigd dat ze deserteerden en dat is een ongekend hoog aantal. Of de werkelijke cijfers aanzienlijk hoger liggen is niet onafhankelijk te verifiëren. Uit angst voor represailles duiken ex-militairen met hun families onder. Ze komen vooral uit de lagere regionen.

Zal deze situatie leiden tot een splitsing in de militaire top, die de gelederen uit eigenbelang vrijwel altijd gesloten hield? Wat de consequenties zullen zijn, is onmogelijk te zeggen.

Geen internationale steun

Dat burgers in Myanmar de wapens opnemen is deels mee het gevolg van de verdampte hoop op internationale steun. Westerse landen verschuilen zich achter ASEAN, de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties. Die heeft een lange traditie om zich niet met interne aangelegenheden van leden te bemoeien, maar kwam na de staatsgreep toch kritisch uit de hoek.

Maar eerder deze maand voerde de Cambodjaanse premier, Hun Sen, een onemanshow op. Tegen de wil van enkele andere lidstaten bezocht hij generaal Min Aung Hlaing in de megalomane hoofdstad Naypyidaw. Terwijl de legerleider van Myanmar prat ging op zijn goede bedoelingen, inclusief een staakt-het-vuren, joegen verhevigde bombardementen weer duizenden burgers op de vlucht.

Zo blijft ASEAN verdeeld over de aanpak van het zwarte schaap in hun midden.

Voor de jongeren die een groot deel van de PDF’s uitmaken, en andere nieuwkomers in de gewapende strijd, is de krachtmeting met het regime een revolutie. Voor de veteranen uit de etnische minderheden is de oplaaiende oorlog een bittere herhaling van een donker verleden. Ze weten na decennia van oorlog als geen ander dat burgers de prijs betalen voor conflict.

Nu het leger troepen tekort komt, worden gevechtsvliegtuigen en artillerie intensiever ingezet. Honderdduizenden burgers zijn al op de vlucht. Khu Oo Reh, een van de etnische leiders in het oosten van Myanmar, vertelt dat in zijn staat zelfs al de helft van de 300.000 inwoners ontheemd is.

De leider is zichtbaar vermoeid. Er is nauwelijks humanitaire hulp en als dat zo blijft dreigt een hongersnood, waarschuwt hij verder. ‘Als mensen willen vechten, zal ik dat respecteren.’ Het staat in zijn ogen te lezen hoeveel pijn dat besluit doet.