Cariben zetten buitenlandse blanke agenten in
Bert Wilkinson
10 mei 2006
Jamaica, Trinidad en Tobago, Sint-Lucia en Guyana roepen de hulp in van experts van het FBI en Scotland Yard om de drugsmaffia en gewelddadige bendes klein te krijgen. Blanke ordehandhavers hebben een koloniaal bijsmaakje, maar de Caribische landen zien geen andere uitweg.
Jamaica heeft sinds enige tijd een assistent-commissaris, het op twee na hoogste niveau in zijn politiedienst, die van het Britse Scotland Yard komt. De Jamaicaanse regering wil in het totaal een tiental buitenlandse experts in zijn ordediensten halen. Sinds halverwege de jaren 90 werden er bijna elk jaar meer dan 1.000 mensen vermoord op het eiland, en de regering zit met de handen in het haar.
Trinidad en Tobago begon onlangs ook agenten van Scotland Yard aan te trekken - die archipel wil 39 buitenlandse politie-experts in dienst nemen. Ontvoeringen, geweld tussen drugsbendes en andere gewelddadige misdaad groeien de plaatselijke politie boven het hoofd.
Op het kleine Sint-Lucia is de regering in paniek geslagen door het hoge moordcijfer van de voorbije twee jaar. In 2005 en 2004 werden er op het idyllische eiland telkens 37 mensen omgebracht, terwijl het cijfer vroeger nooit boven de 15 uitkwam. Sint-Lucia zet zijn nationale trots opzij en werft zeven Britse ‘bobbies’ aan.
Ten slotte is er nog Guyana. Daar werd vorige maand landbouwminister Satyadeo Sawh er vermoord, samen met zijn broer, zijn zus en een veiligheidsagent. Guyana bereidt nu de aanwerving van Britse en Amerikaanse agenten voor. De regering had vorig jaar het Amerikaanse FBI al verscheidene malen ingeschakeld om spectaculaire misdaden op te helderen. Vorig jaar werden in Guyana onder meer vier Amerikanen vermoord.
Het FBI helpt ook het leger van Guyana, bij het onderzoek naar de diefstal van 30 AK-47 geweren uit een legerdepot. Daarbij zetten de Amerikanen DNA-analyses en andere geavanceerde technieken in. Bij de strijd tegen de drugsmaffia kunnen ze ook gebruik maken van Amerikaanse satellietbeelden. De Amerikanen krijgen zo goed als de vrije hand in Guyana - de regering gelooft dat alleen met hun hulp de dramatische stijging van het aantal moorden weer kan worden omgebogen. Sinds 2002 sterven er in Guyana elk jaar een kleine 500 mensen in gewelddadige omstandigheden, bijna tien keer meer dan in de jaren 90.
De Cariben lopen achter in de strijd tegen de misdaad. De meeste rechtbanken in de regio aanvaarden nog geen DNA-analyses, videobeelden en opnames van gesprekken als bewijsmateriaal. De politiediensten staan dan ook nog niet ver bij het inzetten van nieuwe technieken.
Weerstand tegen het inhuren van buitenlandse veiligheidsexperts is er wel. “We zijn helemaal niet geraadpleegd”, klaagt Noel Chase, de woordvoerder van de politiebond van Trinidad en Tobago. “Het moreel van de ordediensten is slecht, en dat verander je op deze manier niet. De regering moet iets doen aan de achterstallen bij de betaling van de lonen, de slechte arbeidsomstandigheden en de afgetakelde kantoren.”
Basdeo Panday, een voormalige premier van Trinidad, vindt de aanwerving van Britse adviseurs voor de politie een “klap in het gezicht voor ons als land. Als dit de regel wordt, kunnen we evengoed toegeven dat de regering incompetent is en buitenlanders inhuren om heel het bestuur over te nemen.” (PD/ADR)