'Ik denk dat we nog een poosje actief zullen zijn in Afghanistan', zei CD&V'er Steven Vanackere vanochtend in een debat op Radio 1 rond het buitenlandbeleid met Dirk Van der Maelen van sp.a.
Afghanistan
Zijn we nog actief in Afghanistan tegen eind 2011?
Vanackere: Ik denk dat we daar nog een poosje zijn. Ik ga ervan uit dat be beslissing van Obama, namelijk een veel groter accent op de heropbouw van dat land en niet enkel een militair antwoord zoals onder de Bush-administratie, de ondersteuning van de internationale gemeenschap verdient. We zullen daar wat tijd voor moeten nemen, maar we kunnen daar geen eeuwen meer blijven doormodderen.
Van der Maelen: Ik geloof niet in de onfeilbaarheid van Obama, ik denk dat Afghanistan dreigt het Vietnam van Obama te worden. Hij heeft de foute beslissing genomen om te proberen met een surge, meer militairen naar het land te sturen, de zaak naar zijn hand te zetten. In de tweede helft van dit jaar, liefst in een regeerakkoord, moet er een beslissing komen om begin 2011 te starten met een terugtrekking.
In ons voorstel trekken we eerst de F-16’s terug, vervolgens bouwen we onze troepen af in het noorden, in de buurt van Kunduz, zodat dat we tegen 2012 of 2013 enkel nog overblijven met de bewaking van de luchthaven in Kaboel. Alles moet natuurlijk afgesproken worden met de partners.
Vanackere: Een kalender maken is het de taliban eigenlijk echt makkelijk maken. Wat we zullen moeten doen is de situatie op het terrein bekijken. Veel mensen zullen zeggen: ‘we bereiken daar niets’. Wel, we bereiken daar wel een en ander, ook met dingen die te maken met onze samenleving: heel wat van de drugs in onze steden komt van Afghanistan. Uit cijfers van de VN bleek de opiumproductie in 2002 nog 27% van het bnp in Afghanistan uit te maken, vandaag nog vier procent. Dus kan je niet beweren dat we daar niets bereiken. Er is dus zeker vooruitgang.
Zit u te wachten tot het daar misloopt in Afghanistan?
Van der Maelen: Ik hoop uit de grond van mijn hart dat we dat nooit moeten meemaken. Ik verzet me al tegen deze oorlog sinds 2006, toen we nog in de regering zaten. Ik ben niet voor een vredesleger alleen. Een leger moet ook gevechtsoperaties kunnen uitvoeren, op voorwaarde dat die oorlog zin heeft, gewonnen kunnen gewonnen en doelstellingen kunnen behaald worden. Geen enkele van de doelstellingen worden met deze oorlog behaald.
Om terug te komen op het drugsvoorbeeld van Vanackere: in 2001 kwam 10% van de hasjproductie uit Afghanistan, vandaag is dat 90%, omdat dat een inkomstensbron is van de taliban, de taliban produceert dat, verkoopt dat en bewapent zich daarmee. Deze zinloze oorlog heeft het Westen al meer dan 100 miljard dollar gekost, meer dan alle ontwikkelingshulp van alle rijke landen aan het Zuiden, besteden wij dus aan een zinloze oorlog.
Vanackere: U weet het blijkbaar beter dan de Verenigde Naties, ik kan moeilijk met andere argumenten aantonen dat datgene dat de internationale gemeenschap vaststelt, niet alleen over drugs, maar ook over de strijd tegen het terrorisme en de verminderende invloed van de taliban dat er wel degelijk vooruitgang is geboekt. Als het gaat over mensenlevens denk ik dat we daar heel zorgvuldig moeten over spreken.
Soldaten, net als politieagenten als brandweerlui, weten dat ze risico lopen, maar niemand zit te wachten op wat dan ook van incidenten. Maar één ding is duidelijk: de dag dat er in de straten van Gent, Antwerpen of Brussel iets gebeurt dat terrorismegerelateerd is, en men kan geen antwoord bieden op de vraag waarom we niet deelgenomen hebben aan de missie in Afghanistan die het terrorisme moet bestrijden, ik liever de verantwoordelijkheid heb genomen, dan te hebben weggelopen.
Congo
Moeten we nog naar Congo in juni 2010 na de moord op mensenrechtenactivist Floribert Chebeya?
Van der Maelen: Ik vind het onwijs van onze koning naar het onafhankelijkheidsfeest in Kinshasa te sturen op 30 juni, dat vind ik nu nog meer, want de moord op Chebeya -een icoon van het middenveld, van de mensenrechtenorganisatie in Congo- bewijst wat ik gezegd heb, namelijk dat het regime de gevaarlijke weg opgaat. Ik zie hoe langer hoe meer trekken die op Mobutu lijken, namelijk een concentratie van de macht in handen van een kleine kliek rond de president en het neutraliseren van van alle tegenmachten, met inbegrip van mensenrechtenorganisaties.
Vanackere: Het is heel erg wat daar gebeurd is, en het feit dat de Congolese regering heeft gezegd dat ze dat wil onderzoeken en dat betreuren, is weliswaar een teken, maar niet genoeg. Wat belangrijk is, is dat het onderzoek snel gebeurt, en met de hulp van de internationale gemeenschap en de Verenigde Naties. We moeten daar wel aanwezig zijn.
Ik weet dat er veel kritiek is geweest dat we de relaties hebben genormaliseerd, maar het heeft wel als resultaat gehad dat in de veiligheidsraad van de VN in mei een resolutie is goedgekeurd rond een verlenging van het mandaat van de troepen van de VN in Congo die eigenlijk nagenoeg gedicteerd is door de inzichten die de Belgische diplomatie had over hoe we dat best aanpakken.
Datgene wat de Congolese regering graag had gehad, namelijk een snel vertrek van die troepen, is niet doorgegaan, onder andere omdat we een oplossing naar voren konden schuiven die aanvaardbaar was voor de Congolezen en door de internationale gemeenschap werd gevolgd. Als je daar niet aanwezig bent, kan je geen invloed uitoefenen.
Men probeert de begrafenis van Chebeya uit te stellen tot 30 juni, zou de koning daar ook niet naar toe moeten?
Vanackere: Ik denk dat de reis van ons staatshoofd in het teken moet staan van verschillende dingen tegelijkertijd. Eerst en vooral respect voor het Congolese volk, omdat ze iets te herdenken hebben, namelijk 50 jaar onafhankelijkheid. Maar dat hij vervolgens ook namens ons land voldoende signalen heeft dat wij bezorgd zijn over dat land, en dat wij kansen willen geven aan de constructieve krachten, vaak vanuit het middenveld, om vooruitgang te boeken.
Die begrafenis bijwonen zou een van de mogelijkheden zijn, maar dat ga ik hier niet bespreken. De reis kan niet zomaar gratuit zijn, die moet ook een positief signaal bevatten ten aanzien van die krachten die het verschil kunnen maken in Congo ten behoeve van de Congolezen.
Bekijk het debat op deredactie