Charles Taylor tovert een electoraal konijn tevoorschijn

Nieuws

Charles Taylor tovert een electoraal konijn tevoorschijn

Abdullah Dukuly

29 januari 2003

Over goed negen maanden moet Liberia naar de stembus, maar politieke spanningen en organisatorische problemen maken de kans op geslaagde verkiezingen bijzonder klein. Zo weet niemand hoeveel kiezers Liberia eigenlijk telt. De Liberiaanse president Charles Taylor lijkt vooral bezorgd over zijn eigen herverkiezing. Hij bekokstooft voor zijn politieke concurrenten een grote constitutionele verdwijntruc.

Hoeveel mensen wonen er nu eigenlijk in Liberia? Niemand weet het. Door de niet aflatende reeks oorlogen heeft het land in 20 jaar geen volkstelling meer gehad. Zo’n 160.000 mensen verloren het leven in de oorlog en duizenden anderen raakten op de dool. Dorpen en steden waar officieel nog tienduizenden stemgerechtigden wonen, zijn van de kaart geveegd. Bij de laatste telling in 1984 had Liberia een bevolking van 2,5 miljoen. De regerende partij beweert nu over gegevens te beschikken waaruit zou blijken dat er 5 miljoen Liberianen zijn. De onduidelijkheid over het electoraat zet de deur open voor misbruiken.
Een volkstelling zou de eerste prioriteit moeten zijn.

De bekommernis van huidig president Charles Taylor ligt duidelijk elders. Om zijn kansen op herverkiezing te vergroten, wil Taylor de grondwet wijzigen. Hij wil een clausule in de Liberiaanse constitutie, die alle kandidaten uitsluit die de afgelopen tien jaar niet in het land woonden. Als dat lukt, is alle concurrentie van de baan voor Taylor. Alle ernstige kandidaten zijn immers het land ontvlucht toen Taylor de macht naar zich toetrok in 1997.

De residentieclausule zorgt voor verhitte politieke debatten. De Verenigde Staten en andere landen dringen erop aan dat de Liberiaanse regering de hulp van de Verenigde Naties inroept om de verkiezingen te organiseren. De VN hebben er de capaciteit en de ervaring voor om een sleutelrol te spelen bij de komende verkiezingen, verklaarde John W. Blaney, de Amerikaanse ambassadeur in Monrovia onlangs.

Bij de vorige verkiezingen, in 1997, was het de Gemeenschap van West-Afrikaanse Landen, die de zaak in goede banen leidde. ECOWAS, dat net een vredesakkoord had doorgedrukt in Liberia, ontwierp een systeem van proportionele vertegenwoordiging dat de oude kieskringen afschafte en van het hele land één grote kieskring maakte. Op die manier hoopte ECOWAS een einde te maken aan de verdeeldheid in het land, dat op dat moment twee regeringen had: het centrum van het land werd bestuurd door rebellenleider Taylor en in Monrovia zetelde een interim-regering. Dertien partijen deden mee aan de verkiezingen. De NPP van Taylor won met een ruime marge.

Vier jaar later gelden dezelfde omstandigheden, alleen staat Taylor nu aan de andere kant van het hek. Een nieuwe rebellengroep bestrijdt de regering in het noorden van het land. De onveiligheid in het land maakt een volkstelling en een geciviliseerde verkiezingscampagne zo goed als onmogelijk.

Paul Guah, de voorzitter van de nationale kiescommissie, gelooft dat het allemaal nog kan als de internationale gemeenschap met geld over de brug komt. De kans daarop is echter bijzonder klein: de VN en de VS hebben restricties afgekondigd tegen Taylor en enkele van zijn ministers wegens vermeende betrokkenheid bij de smokkel van wapens en diamanten in buurland Sierra Leone.