Chávez laat zich niet meesleuren in Colombiaanse burgeroorlog

Nieuws

Chávez laat zich niet meesleuren in Colombiaanse burgeroorlog

Humberto Márquez

24 september 2004

Na de moord op zes Venezolanen door onbekende gewapende aanvallers in de grensstreek met Colombia heeft de Venezolaanse president Hugo Chávez nog eens herhaald dat hij zich niet wil mengen in het gewapende conflict in het buurland. Colombia had Chávez nochtans om steun gevraagd voor de nieuwe strategie om de opstand te bestrijden, maar Venezuela ziet geen enkele reden om op dat verzoek in te gaan.

De voorbije jaren boterde het al niet bijzonder goed tussen Colombia, het land van de rechtse president Alvaro Uribe, en het Venezuela van de linkse president Hugo Chávez. Sinds 17 september is de spanning nog opgelopen. Die dag werd een team van PDVSA, de oliemaatschappij van de Venezolaanse staat, aangevallen in La Charca, een landelijk district in de buurt van de Colombiaanse grens. Bij de aanslag kwamen een Venezolaans officier, vier soldaten en een vrouwelijke ingenieur van PDVSA om het leven. Twee andere teamleden werden gewond. De aanvallers wisten te ontsnappen zonder te worden herkend.

Volgens de Colombiaanse minister van Defensie Jorge Uribe beschikt het Colombiaanse leger over betrouwbare inlichtingen dat de FARC, de belangrijkste linkse rebellengroepering uit Colombia, verantwoordelijk is voor het incident. Zijn Venezolaanse collega Jorge García stelde aanvankelijk dat de aanvallers Colombiaanse rechtse paramilitairen waren, maar later herhaalde hij de stelling van president Chávez dat geen enkele hypothese uit te sluiten is.

In mei 2003 werden 130 Colombiaanse paramilitairen in Venezolaanse legeruniformen opgepakt op een boerderij in de buurt van de hoofdstad Caracas. De Venezolaanse regering stelde dat zij werkten voor extremistische groepen van de Venezolaanse oppositie tegen Chávez en rechtse kringen in Colombia. Volgens de regering wachtten zij op wapens om militaire installaties aan te vallen en het land te destabiliseren of Chávez te vermoorden.

Waarnemers menen dat Colombia met de beschuldiging van de FARC Chávez kleur wil doen bekennen en wil dwingen om uit te leggen waarom hij weigert de linkse rebellen als vijanden te beschouwen en tegen hen ten strijde te trekken.
Politiek Wetenschapper Alberto Garrido meent dat Colombia het Procedimiento Operativo Vigente (POV) nieuw leven wil inblazen. Dat was een akkoord in de jaren 1990 tussen Bogota en Caracas om de linkse guerrilla te bestrijden als gezamenlijke vijand. Ook de Colombiaanse minister van Binnenlandse Zaken Sabas Pretelt heeft al opgroepen tot gecoördineerde actie van de Colombiaanse en de Venezolaanse regering om de schurken te bestrijden die schade aanrichten in beide landen.

In Venezolaanse grensstreek houden zich volgens de Venezolaanse vice-president José Vicente Rangel “allerlei misdadigers schuil, niet alleen verschillende facties van de Colombiaanse guerrilla, maar ook paramilitairen, drughandelaars en gewone criminelen.” Rangel wijst erop dat Venezuela een sterke greep heeft op de veiligheid langs de grens. “Er bevinden zich daar 20.000 soldaten, 180 centra van de veiligheids- en bewakingsdiensten en twee operatieterreinen.”

Chávez kondigde deze week tijdens een bezoek aan de militaire grensposten aan dat Venezuela een aantal Russische helikopters en ander wapentuig zal kopen voor in totaal 40 miljoen dollar om de bewaking in de grensstreek te versterken. Tijdens een toespraak tot de militairen gaf de president Colombia de schuld voor het gewapend conflict en voor het feit dat dit nu dreigt over te slaan naar Venezuela. Colombia moet de verantwoordelijkheid opnemen voor de aanslag van 17 september, aldus nog Chávez. Daar komen de guerrillastrijders en de paramilitairen vandaan, net als de huurmoordenaars en de drughandelaars. Wij zijn slachtoffers van het gewapende conflict in Colombia. Wij kunnen nu niet als schuldigen worden aangewezen.

Chávez wijst ook met een beschuldigende vinger naar de VS. Zij die proberen de wereld te overheersen en hun neus in andermans zaken steken, hebben ook schuld aan de escalatie van dit conflict. Amerikaanse soldaten stoken de oorlog hier op, dus is het onvermijdelijk dat het conflict ook over de grenzen dreigt te komen. Na Israël en Egypte ontvangt Colombia de meeste Amerikaanse militaire hulp ter wereld en de VS heeft honderden militaire adviseurs en opleidingstroepen van commandosoldaten in Colombia gestationeerd.

De president herhaalde dat Venezuela neutraal blijft. Waarnemers als Garrido en Roberto Giusti, een journalist die de grensregio al meer dan 20 jaar volgt, wijzen erop dat de FARC zich sinds 1993 houdt aan de beslissing om geen militaire acties te voeren in buurlanden. In tegenstelling tot het kleinere ELN, de tweede rebellengroep in Colombia, die in het verleden al de verantwoordelijkheid heeft opgeëist voor acties in Venezuela. Als de FARC verantwoordelijk zou zijn voor de aanslag in La Charca, zou dat betekenen dat zij de beslissing van meer dan tien jaar geleden zou hebben geschonden.

De groep heeft evenmin de verantwoordelijkheid voor deze actie opgeëist op haar website, waardoor onafhankelijke waarnemers betwijfelen dat de organisatie betrokken was bij het incident. Bovendien heeft de FARC in augustus nog het Venezolaanse volk gefeliciteerd toen Hugo Chávez met 59 procent van de stemmen een klinkende overwinning behaalde in het referendum over de president. In interviews met de pers hebben leiders van de FARC al herhaaldelijk hun sympathie uitgedrukt voor de ‘Bolivariaanse sociale revolutie’ van de Venezolaanse president, die talrijke programma’s heeft gelanceerd op het vlak van alfabetisering, gezondheidszorg en voedselhulp ten gunste van de armen.