Chileens verzet tegen private ontginning van lithium

Nieuws

Chileens verzet tegen private ontginning van lithium

Marianela Jarroud

13 juli 2012

Chili, de grootste lithiumproducent ter wereld, is van plan de ontginning van het kostbare metaal uit te besteden. Dat stuit op groot verzet bij vakbonden en oppositie. Die vrezen dat de Chileense overheid zo veel inkomsten misloopt.

De regering van de rechtse president Sebastián Piñera heeft aangekondigd dat het de ontginning van 100.000 ton lithium gedurende twintig jaar gaat uitbesteden. De procedure is al in gang gezet. Op 24 september maakt de regering bekend welk bedrijf de rechten binnenhaalt.

Lithium is belangrijk voor onder meer oplaadbare batterijen van laptops, mobiele telefoons en digitale camera’s. De lithiumindustrie blijft maar groeien, de laatste tien jaar is de prijs verdrievoudigd. Chili heeft in de Atacamawoestijn de grootste voorraad lithium ter wereld.

Zelf ontginnen

Het bedrijf dat de concessie binnenhaalt, zal maandelijks 7 procent van de nettoverkoop aan de Chileense staat moeten betalen. Dat ligt in de lijn van wat andere producenten zoals Australië en Argentinië vragen, zegt Chili.

Parlementsleden van de centrumlinkse oppositiepartij Concertación por la Democracia zeggen dat de staat er veel meer aan zou kunnen verdienen als hij zelf lithium ontgon.

Mijnwerkersvakbonden vinden dat staatsbedrijf Codelco het lithium moet ontginnen. Ze zeggen dat Chili zijn natuurlijke hulpbronnen al twintig jaar verkwanselt. “De mijnbouw is een van de sleutelelementen voor de financiering van sociale programma’s in Chili. Daarom baart het ons zorgen dat de regeringen sinds de terugkeer van de democratie in 1990 onze soevereiniteit overdragen aan buitenlandse multinationals waarbij weinig of niets in de schatkist van de staat terechtkomt”, zegt Jedry Velis, secretaris-generaal van de Confederatie van Koperwerkers.

Volgens deze vakbond weerspiegelt de uitbesteding van de ontginning van deze “strategische hulpbron” de privatiseringspolitiek van de regering.
Pinochet

Nog tijdens de dictatuur van Augusto Pinochet (1973-1990) werd de mijnbouwwetgeving hervormd, waardoor private investeringen mogelijk werden, vooral in koper, de belangrijkste rijkdom van het land. Er werd daarbij een onderscheid gemaakt tussen mineralen waarvoor een concessie kon worden toegekend en mineralen waarvoor dat niet mogelijk was.

De meeste mineralen vielen in die eerste categorie. Daardoor werd de nationalisering van de koperwinning van de socialistische president Salvador Allende (1970-1973) teruggedraaid.

Lithium viel in de tweede categorie, omdat het als een strategisch mineraal werd gezien met het oog op zijn potentiële gebruik in kernreactoren. Het kan, stelt de grondwet, enkel geëxploiteerd worden door de staat of via speciale operatiecontracten.

Concurrentie

Toch zijn ondertussen al twee concessies toegekend voor private lithiumwinning. Daardoor neemt Chili nu 41 procent van de wereldproductie voor zijn rekening. Het voert lithium uit naar Duitsland, België, China, Zuid-Korea, de Verenigde Staten en Japan.

De nieuwe concessie zal de regering toekennen via de speciale operatiecontracten die de grondwet mogelijk maakt.

Voor de Confederatie van Koperwerkers neemt de regering hier een loopje met het grondwettelijke verbod.

Voor onderminister van Mijnbouw Pablo Wagner kan Codelco het lithium exploiteren maar moet er ook een opening gemaakt worden naar privébedrijven om de concurrentie met de andere landen aan te kunnen.

Zuid-Amerika beschikt over drie kwart van alle lithiumvoorraden ter wereld. De landen met de grootste voorraden zijn Bolivia en Chili.