China wil cultureel front tegen het Westen
Antoaneta Becker
15 januari 2012
De Chinese president Hu Jintao haalde eerder dit jaar de krantenkoppen toen hij zei dat China en het Westen in een culturele oorlog verwikkeld zijn. Hij riep de Chinezen op om de culturele productie op te drijven, maar die oproep krijgt ook veel kritiek.
Intellectuelen en grote namen uit de culturele sector hebben al kritiek geuit op de plannen, omdat ze er vooral een manier in zien om economische groei te creëren. “Cultuur is de laatste economische taart in China die nog niet is aangesneden”, zegt Zhu Dake, van de Tongji-universiteit in Sjanghai. “In een jaar van politieke overgang, waarin alles politiek gevoelig ligt, is de promotie van cultuur een makkelijke en oncontroversiële optie. Iedereen wil een deel van de koek, maar grote overheidsbedrijven zien er vooral vastgoedmogelijkheden in.”
Kunstcriticus Carol Lu is even sceptisch: “Een inspanning van de overheid om cultuur te promoten betekent vooral dat we meer fysieke tekenen van cultuurontwikkeling zullen zien. Er zullen grootschalige galerijen komen en andere kunstruimtes, maar dat wil niet noodzakelijk zeggen dat er ook hoogwaardige werken zullen te zien zijn.”
Hu Jintao had het in oktober voor het eerst over de culturele campagne. Hij verraste toen vriend en vijand, omdat hij niet de langverwachte economische maatregelen aankondigde, maar in de plaats daarvan de nadruk legde op een culturele push. De Chinese heersende klasse is van mening dat de culturele macht van China achterhinkt op de economische macht, en dat daar iets moet aan gebeuren.
Begin dit jaar herhaalde Hu zijn plannen in een toespraak op 2 januari. Hij waarschuwde dat “vijandige internationale krachten hun strategische plannen versterken om China te verwestersen en te verdelen. Ideologische en culturele velden zijn het middelpunt van hun infiltratie op lange termijn.”
Zwak door censuur
China heeft de culturele invloed in het buitenland gestaag opgebouwd, onder meer door tentoonstellingen en voorstellingen in de hele wereld. Toch zijn de Chinese leiders niet tevreden. “De internationale cultuur van het Westen is sterk, terwijl wij zwak zijn”, klaagde Hu tijdens zijn toespraak.
Maar Chinese schrijvers en kunstenaars vinden dat China die zwakheid vooral aan zichzelf te danken heeft, en met name aan de censuur. Han Han, een jonge en hippe beroemdheid in China, veroorzaakte ophef met zijn essay “Over Vrijheid”. Op zijn blog, die door miljoenen Chinezen gevolgd wordt, leerde hij de Chinese leiders waarom China er niet in slaagt een culturele wereldspeler te worden. “De beperkingen op de culturele activiteiten maken het onmogelijk voor China om de literatuur en de film op wereldschaal te beïnvloeden”, schreef hij.