Chinese geneeskunde wil wereld veroveren
08 augustus 2012
De traditionele Chinese geneeskunde wordt buiten China nauwelijks geaccepteerd door medische gemeenschap. Daar wil het land nu wat aan veranderen, met wetenschappelijke bewijzen.
In China hoeft de patiënt niet overtuigd te worden. De traditionele geneeskunde is er goed voor 40 procent van de markt, of een omzet van 21 miljard dollar per jaar. De Chinese overheid steunt de sector en investeerde vorig jaar nog voor 1 miljard dollar in de industrie – driemaal meer dan het jaar ervoor.
Ook in andere Aziatische landen is de traditionele Chinese geneeskunde populair, maar in de rest van de wereld wordt ze vaak sceptisch onthaald, omdat er weinig wetenschappelijk bewijs is voor de werkzaamheid van de middelen en er weinig vertrouwen heerst in de kwaliteit van de producten.
Wetenschappers in China, Hong Kong en de Verenigde Staten willen daar iets aan doen. Het Chinese Laboratorium voor Kwaliteitsonderzoek werkt aan standaarden om gelijkvormigheid in de productie te verkrijgen en verschillende wetenschappers zoeken manieren om de werking van de actieve bestanddelen te bewijzen.
Goudmijn
Professor Karl Wah-Keung Tsim, neurobioloog aan de Hong Kong University of Science and Technology, denkt dat de traditionele geneesmiddelen een farmaceutische goudmijn kunnen blijken. “Er zijn rond de honderdduizend formules die meer dan 2000 jaar terug gaan in de tijd – geneesmiddelen die gebruikt kunnen worden tegen allerlei aandoeningen van depressie tot slapeloosheid en osteoporose”, zegt hij.
Maar het is erg moeilijk om de werking van individuele actieve ingrediënten te isoleren, zegt Tsim, omdat de planten vaak moleculair erg complex zijn. Eén kruid kan honderden componenten bevatten.
Complex
Zijn collega Yung Wong van het Biotechnology Research Institute in Hong Kong denkt dat moderne biotechnologie de sleutel bevat om die complexiteit aan te pakken. De wetenschappers vermoeden bovendien dat juist de complexiteit een van de voordelen is. “Door te focussen op de individuele actieve bestanddelen missen we het bredere beeld”, zegt Yung-Chi Cheng, hoogleraar Oncologie aan de universiteit van Yale. Hij doet onderzoek naar huang qin tang, een combinatie van vier kruiden die 1800 jaar geleden werd ontdekt, en gebruikt wordt tegen diarree en buikpijn.
Hij ontdekte dat de kruiden de ontsteking van de ingewanden kunnen tegengaan die kan ontstaan bij chemotherapie. “Individueel zijn die drie mechanismen niet zo krachtig”, zegt hij. “Maar als ze alledrie samenwerken maken ze een significant verschil.”