Commonwealth-ministers lobbyen voor Wereldhandelsorganisatie

Nieuws

Commonwealth-ministers lobbyen voor Wereldhandelsorganisatie

Sanjay Suri

08 februari 2004

De handelsministers van Nigeria, Bangladesh, Barbados en de Fiji-eilanden starten maandag met een rondreis die hen langs Genève, Washington, Tokio en Brussel zal voeren. De vier vertegenwoordigen grote en kleine ontwikkelingslanden van het Britse Commonwealth, dat zich meer wil profileren op het parket van de multilaterale handelsgesprekken. Woensdag komen de 146 lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie samen in Genève om de Doha-onderhandelingsronde nieuw leven in te blazen.

Commenwealth secretaris-generaal Don McKinnon zei in Londen dat de missie een uitvloeisel is van de Gemenebesttop in december in Abuja, waar de staatshoofden zich hebben geëngageerd voor een “transparant en op regels gebaseerd multilateraal handelssysteem”. De mislukking van de gesprekken in Cancun is in dat opzicht ten zeerste te betreuren, aldus McKinnon.

De vier ministers gaan WHO-secretaris-generaal Supachai Panitchpadki opzoeken in Genève, Europees handelscommissaris Pascal Lamy in Brussel en de Japanse regering in Tokio. In Washington zijn gesprekken gepland met de top van het IMF en de Wereldbank en met senator Chuck Hagels van de handelscommissie van het hogerhuis.

Woensdag komen de WHO-leden opnieuw samen in Genève, voor het eerst nadat zowel de VS, de EU als enkele invloedrijke ontwikkelingslanden zich hebben uitgesproken voor een herneming van de multilaterale gesprekken. Op de agenda staat onder meer de verkiezing van nieuwe voorzitters voor de Algemene Raad (General Council) en het comité voor de landbouwonderhandelingen. Als favorieten voor deze functies worden respectievelijk de Japanner Shotaro Oshima en de Nieuw-Zeelander Tim Groser getipt.

Het is niet duidelijk of het Commonwealth zich ook tijdens de handelsgesprekken als blok wil profileren. De voormalige staten van het Britse Empire vormen een microkosmos van de internationale statengemeenschap, maar hebben sterkt uiteenlopende belangen. In de praktijk deelt Groot-Brittannië het standpunt van de Europese Unie terwijl Australië en Nieuw-Zeeland deel uitmaken van de groep van landen die een snelle liberalisering van de handel in landbouwproducten wil. Ook de belangen van een groot ontwikkelingsland als India zijn niet te vergelijken met een kleine Caribische eilandstaat als Barbados. Dankzij het Commonwealth kunnen echter ook deze “small economies” hun stem internationaal laten horen.

Sanjay Suri

xml=7

Ref: if ws4