Coöperatief ecotoerisme tegen ontbossing en goudkoorts in Peruaanse Amazone
Roosmarijn Nelen
21 juli 2013
In het Peruaanse departement Madre de Dios runt Kurt Holle het winstgevend en prijswinnend bedrijf ‘Rainforest Expeditions’. Het biedt ecolodges aan toeristen, maar doet veel meer: het is een coöperatie waarbij 60 procent van de winst aan de lokale Ese Ejja indianengemeenschap toebehoort. Het is de bedoeling dat het project tegen 2016 gerund wordt door de gemeenschap. De huisjes vormen een barrière voor de schadelijke –en vaak illegale- economische activiteiten in de regio, met goudontginning als de meest verwoestende.
Madre de Dios is een departement in het zuidoosten van Peru. De naam betekent letterlijk ‘Moeder van God’. Toepasselijker kan niet: het is een van de grootste biodiversiteitshotspots ter wereld. Het regenwoud huist er een van de rijkste fauna en flora, maar is tegelijkertijd een erg bedreigd ecosysteem.
Kurt Holle is, ondanks zijn naam doet vermoeden, geboren en getogen in Lima. In 2013 werd hij uitgeroepen tot Sociale Ondernemer van het jaar door het Wereld Economisch Forum. Zijn liefde voor vogels ligt aan de basis van zijn ondernemerschap in Madre de Dios. Toerisme en wetenschap gaan hand in hand: toeristen komen er om wilde dieren en natuurschoon te zien, die ook wetenschappelijk bestudeerd worden.
Bezoekers slapen er in lodges zonder muren. ‘Met het geluid van de jungle vlak naast je heb je het gevoel te kamperen, met alle luxe van een hotel’, vertelt Holle.
De start van het bedrijf was zoals de Amazone: lang en kronkelig
Holle ging als bioloog aan de slag in het Tambapota Research Center en leerde gaandeweg meer over het hoe en wat van toerisme. In 1996 startten Holle en zijn zakenpartner Eduardo Nycander een toeristische onderneming op rond de rivierbanken van de Tambopata, waarbij de lokale Ese Ejja indianengemeenschap werd betrokken. Ze waren de eerste in Peru en de tweede op het Zuid-Amerikaanse continent die deze stap zetten.
De opstart zelf was niet vanzelfsprekend. ‘Deze indianen wonen hier reeds eeuwenlang. Ze zullen hun gebruiken niet opofferen als je niet met hen samenwerkt’, vertelt Holle in een interview. Zij associëren bepaalde gewoontes, zoals jacht en visvangst, immers niet met negativiteit, maar schrikken zo wel de wilde dieren af. Dit is slecht voor een toeristische sector waarin het spotten van wild geld in het laatje brengt.
De waarden van de indianengemeenschap zijn anders dan die van een doorsnee bedrijf. Ze hechten veel meer belang aan tijd en rust dan aan geld en winst. Nycander woonde zes maanden in hun gemeenschap om met alle families over het project te praten.
Een uniek samenwerkingsverband
Rainforest Expeditions toont dat ecotoerisme en autochtone gemeenschappen samen kunnen werken. ‘Jullie dragen bij met land en arbeidskrachten, wij financieren het project. We hebben 20 jaar nodig om de investering terug te winnen, jullie te trainen en het breder publiek over het milieu en biodiversiteit te informeren’, zo werd overeengekomen.
‘Je moet van het begin zorgen dat de verwachtingen juist liggen. Je moet een gemeenschap op een correcte manier benaderen en ook laten inzien waarom ze misschien niet met je in zee zouden kunnen gaan. Als ze er dan mee instemmen, weet je dat je een goede partner hebt’, vertelt Holle.
Nagenoeg alle jobs worden uitgeoefend door leden van de indianengemeenschap. Tot 2016 ontvangt de gemeenschap 60 procent van de jaarlijkse winst. Na 2016 zullen de indianen het gehele bedrijf bezitten en runnen.
De dividenden hebben het inkomen van de gemeenschap verdubbeld en worden op allerlei manieren besteed. Families kunnen zelfs beslissen hun lokale landbouw te stimuleren. Ze hebben zo meer opties en een stabieler en onafhankelijker leven. Maandelijks neemt een Raad van Bestuur beslissingen over het beheer van de lodges, het budget en personeel. Na enkele jaren wilde de gemeenschap deel uitmaken van deze besluitvorming, er worden immers beslissingen genomen over hun vrienden en families en over waar ze wonen.
Beschermen van biodiversiteit
‘We zien Rainforest Expeditions als een bedrijf dat de natuur wil beschermen. Onze bezoekers betalen om ara’s, apen en eeuwenoude bomen te spotten. Conservatie is onze roeping en ook ons business plan’, legt Holle uit. Er zijn speciale zones waar geen activiteiten plaatsvinden. Dankzij deze innovatie is de Tambopatarivier een corridor geworden. ‘De lodges werken als de stop op een fles: ze creëen een heuse beschermende gordel. Achter hen liggen miljoenen hectaren aan onaangeroerd regenwoud: het Tambopata Nationaal Reservaat en Bahuaja Sonene Nationaal Park’, gaat hij verder.
De volgende stap is het verkrijgen van een officiële concessie van de overheid. ‘Toen we hier het bedrijf opstartten was het vrij voor iedereen en momenteel geldt er nog steeds een toelating voor het produceren van timmerhout op het gebied waar de ecolodges gebouwd zijn’, legt Holle uit.
Ecotoerisme niet zaligmakend of onbegrensd
Het label “ecotoerisme” neemt niet weg dat een bedrijf nog steeds om geldwinning draait. ‘We zijn er altijd open en eerlijk over geweest dat dit een bedrijf is dat winst moet maken’, zegt Holle. Hij herinnert iedereen er dan ook aan dat hij geen liefdadigheidswerk doet. ‘De markt geeft ons de kans een toegevoegde waarde aan de natuur te geven’, stelt hij, ‘een aap in een boom brengt meer op dan een aap op een bord’.
‘De Amazone is een moeilijke plaats om een bedrijf te runnen, zeker als je het verantwoord probeert te doen’, geeft Holle toe. ‘Je kan de schaal van een ecosysteem niet vergroten. De waarden en vaardigheden van de gemeenschap kan je ook niet zomaar vertalen naar de wereldeconomie. Soms is het niet correct om de markt naar de Amazone te brengen, maar soms kan je ook niet anders’, vertelt Holle.
Een nadeel is bijvoorbeeld dat marktmechanismen meer ongelijkheid creëerden in een eerder zeer egalitaire gemeenschap. Er ontstaan kloven en dus ook spanningen, bijvoorbeeld over wie welk geld krijgt en uitgeeft.
‘We leerden dat ecotoerisme zijn grenzen heeft als een conservatie-instrument. Het grootste deel van de Amazone is moeilijk te bereiken, zeker voor bezoekers met maar een paar dagen tijd. We hebben ingezien dat als we een waarde willen toevoegen aan de natuur om die te beschermen, we meer manieren moeten vinden dan ecotoerisme alleen’, gaat hij verder.
Andere sociale ondernemingen en bedrijven bieden zo’n manieren. PaTS werkt met de Yanesha gemeenschap om handgemaakte meubels te produceren, Asesorandes werkt aan het monetariseren van het ecosysteem van bepaalde wouden en anderen volgden Holle’s voorbeeld in Ecuador en Bolivia.
De goudvloek van Madre de Dios
Niet alleen toeristen worden door het regenwoud aangetrokken, maar ook zij die een graantje willen meepikken van de overvloed aan natuurlijke grondstoffen. Waardevol regenwoud wordt vernietigd door de groeiende globale vraag naar goud. Deze activiteiten hebben al 18.000 hectare Peruaans regenwoud verwoest. Minstens even destructief is het kwik dat wordt gebruikt om het goud van de grond te scheiden en dat in het water terechtkomt.
De laatste jaren is de goudkoorts in Madre de Dios sterk toegenomen. Er werden naar schatting 100.000 jobs gecreëerd. De influx van mensen is constant: tentenkampen duiken op overal waar goud ontgonnen wordt. De goudzoekers hebben doorgaans grote families om te onderhouden. De nood aan werk en het feit dat het een erg lucratieve sector is, maakt dat vele Peruanen goudontginners worden.
‘Het is redelijk eenvoudig om naar goud te zoeken’, zegt de Peruaanse bioloog en autoriteit over regenwoudbeheer Enrique Ortiz. ‘Je moet pas een officiële toestemming hebben eens je een geschikte plaats hebt gevonden voor mijnbouw’. Deze toestemming brengt veel met zich mee: plannen voor het beschermen van de lokale bevolking, het milieu enzovoort. Goudwinners ontwijken deze voorwaarden door te vertellen dat ze een vergunningsproces doorlopen. ‘Dit zorgt ervoor dat ze land opeisen, zonder de verantwoordelijkheid’, stelt hij. De Peruaanse overheid heeft stappen ondernomen om de illegale goudwinning een halt toe te roepen. Hierbij mikt ze op een honderdtal operaties langs de rivierbanken.
Vorige maand ondertekende de minister van Buitenlandse Zaken, Eda Rivas, een overeenkomst met Colombia in hun gevecht tegen illegale goudwinning. ‘Het zijn sterke signalen dat de overheid ermee bezig is,’ zegt Ortiz, ‘maar de taak is enorm: er zijn waarschijnlijk meer dan 30.000 illegale goudzoekers in Madre de Dios, goed voor zo’n 90 procent van alle mijnactiviteit in de regio.’ Hier komt nog eens bij dat er grote risico’s aan het “vak” verbonden zijn: mensen die onder bomen terecht komen of de randen van een mijn die instorten op de ontginners beneden in de putten.
‘Meerdere gemeenschappen willen toeristen aantrekken om de ontbossing en mijnbouw te ontmoedigen.’, zegt Holle, ‘Ze willen één voet in de markt en één voet in het woud hebben, zonder uitgebuit te worden’. Doordat Rainforest Expeditions het inkomen van de gemeenschap een boost geeft, heeft het een indirect effect op het beschermen van de biodiversiteit van het regenwoud. De jobs die bedrijven zoals wij creëren, zijn een belangrijk tegengewicht voor (illegale) goudzoekers.’