Herstelbeleid moet meer oog hebben voor kwetsbare bevolkingsgroepen
Coronasteun raakte te weinig bij vrouwen en kleine bedrijven
IPS / Ed Holt
17 oktober 2022
In veel landen richtte de overheid herstelfondsen op tijdens de covidcrisis. Grote bedrijven in arme landen hebben daar meer gebruik van gemaakt dan de kleinere, zo blijkt. Ook vrouwen vielen vaker uit de boot dan mannen. Dat staat in een nieuw rapport van de Financial Transparency Coalition.
UN Women/Ryan Brown (CC BY-NC-ND 2.0)
Uit het rapport blijkt dat de verdeling van covid-steunfondsen slecht is verlopen. Vooral de meest kwetsbaren in de samenleving, zoals informele werkers en vrouwen, vielen uit de boot.
Dat heeft ongelijkheid alleen maar vergroot, stellen de auteurs. Ook de VN hebben gewaarschuwd dat tot 95 miljoen extra mensen binnenkort in extreme armoede zullen belanden in vergelijking met het niveau van vóór covid-19.
‘Elite is beschermd’
Matti Kohonen, directeur van de Financial Transparency Coalition (FTC) zegt: ‘De elite was beschermd tegen de ergste gevolgen van de pandemie. Bijna 40 procent van de covid-herstelfondsen ging naar grote bedrijven via maatregelen zoals leningen en belastingverlagingen. Dit betekent dat de sociale bescherming voor met name vrouwen en informele werknemers onvoldoende is geweest.’
‘De elite was beschermd tegen de ergste gevolgen van de pandemie.’
Uit het onderzoek bleek dat in 21 landen in het Zuiden, grote bedrijven 38 procent van de herstelfondsen ontvingen, terwijl het voor kleine en middelgrote ondernemingen slechts om 20 procent ging.
Informele werkers hebben slechts 4 procent van het geld ontvangen. Het onderzoek toonde ook aan dat deze groepen vaak helemaal niets ontvingen.
Informele werknemers
Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) zijn van de twee miljard informele werknemers wereldwijd meer dan 740 miljoen vrouwen. In veel van de armste regio’s is het aandeel vrouwen in informele banen groter: dat is het geval in meer dan 90 procent van de landen in Afrika ten zuiden van de Sahara, 89 procent van de Zuid-Aziatische landen en bijna 75 procent van Latijns-Amerika.
Informele banen worden gekenmerkt door lage lonen, slechte werkomstandigheden, beperkte of niet-bestaande arbeidsrechten en amper sociale bescherming.
Het FTC-rapport wijst er ook op dat de pandemie een enorme impact heeft gehad op de werkgelegenheid, de werkuren en de toename van onbetaalde huishoudelijke taken en zorgtaken voor vrouwen, terwijl ze toch maar de helft van de steungelden hebben ontvangen in vergelijking met mannen.
Covid-steun: amper aandacht voor vrouwen
Volgens Klelia Guerrero, econoom bij The Latin American Network for Economic and Social Justice (LATINDADD), een organisatie die mee heeft bijgedragen aan het FTC-onderzoek, toont alleen al het verzamelen van gegevens over de verdeling van herstelfondsen aan hoe weinig specifieke aandacht er is geweest voor vrouwen in het covid-reactiebeleid.
Slechts in een handvol van de onderzochte landen (Guatemala, Honduras, Bangladesh, Brazilië en Costa Rica) werden naar geslacht uitgesplitste gegevens over covid-subsidies beschikbaar gesteld.
‘De meeste landen hadden geen aparte gendergegevens. Dit op zich zou een rode vlag moeten zijn - het laat zien dat de mensen die deze steunregelingen uitvoerden, vrouwen niet als een prioriteit zien’, zegt Guerrero.
Het rapport toont wel dat fondsen voor sociale bescherming in de onderzochte landen vaak naar vrouwen gingen, maar dat sommige van die programma’s getypeerd werden door ‘discriminerende aspecten’.
‘Hier in Ecuador hadden we bijvoorbeeld een regeling waarbij mensen zich online moesten registreren en dan op bepaalde tijden hun hulpgoederen in ontvangst moesten nemen. Voor veel vrouwen die op dat moment thuis moesten zijn, was dat moeilijk, of er was geen openbaar vervoer om de plekken waar hulpverlening werd verschaft, te bereiken. Vrouwen werden dus benadeeld’, zegt ze. ‘De conclusie is dus dat sommige bevolkingsgroepen wel hebben geprofiteerd van de covid-hulpmaatregelen, maar de meest kwetsbaren een pak minder.’
Hervorming nodig
Andere gelijkheids- en mensenrechtenactivisten zijn het eens met deze conclusie. ‘Uit tal van onderzoeken blijkt dat vooral in Afrika vrouwen de meerderheid vormen van de informele sector. Een van de belangrijkste punten van het rapport is de ondermaatse aandacht voor vrouwen in ondersteunende covid-maatregelen. In de toekomst moeten zulke programma’s rekening houden met de genderdimensie’, zegt Ishmael Zulu van Tax Justice Network Africa (TJNA).
Groepen zoals FTC en TJNA zeggen dat de bevindingen van het rapport niet alleen belangrijk zijn voor het herstel na de pandemie, maar ook omdat het op termijn nodig is dat er een hervorming komt van de wijze waarop steun wordt gegeven aan de meest kwetsbare gemeenschappen in ontwikkelingslanden.
‘Onze huidige financiële structuren hebben de ongelijkheid in stand gehouden.’
Zulu wijst erop dat de overheid in Zambia stimulansen heeft geïntroduceerd om kleine ondernemingen en informele arbeiders te helpen, maar de banken hadden specifieke eisen om toegang te krijgen tot dat steungeld, waaronder de noodzaak om bankafschriften te kunnen voorleggen.
‘Dat is natuurlijk moeilijk voor veel informele werkers. Ze konden die documenten gewoon niet verstrekken. Dus uiteindelijk kwam zelfs geld dat bedoeld was voor kwetsbare groepen in handen van grote bedrijven, die deze documenten wel kunnen voorleggen’, legt hij uit. ‘Hier botsten we op de zwakte van het systeem.’
Internationaal Monetair Fonds
Het FTC-rapport waarschuwt ook dat het beleid van internationale financiële instellingen, zoals het Internationaal Monetair Fonds (IMF), dat landen ertoe aanzet te bezuinigen op bijvoorbeeld de financiering van basisdiensten in ruil voor schuldsanering, de zaken alleen maar erger maakt.
Vaak hebben zulke besparingsmaatregelen de grootste impact op de armen, weet Zulu van TJNA. ‘Onze huidige financiële structuren hebben de ongelijkheid in stand gehouden, kijk bijvoorbeeld maar naar de manier waarop financiële instellingen leningen verstrekken. Het komt erop neer dat geld is gericht op grote bedrijven, en niet op kwetsbare gemeenschappen.’
De auteurs van de studie roepen landen en internationale instellingen, waaronder het IMF en de Wereldbank, op om in te zetten op ‘alternatief beleid om een mensgericht herstel mogelijk te maken in plaats van enkel te focussen op bezuinigen’.
Dat omvat volgens hen onder meer het belasten van overwinsten van bedrijven, het invoeren van vermogensbelastingen en het uitbreiden van de sociale zekerheid.