Crisissen slokken Amerikaanse voedselhulp op
Jim Lobe
23 december 2004
De Amerikaanse regering komt 700 miljoen dollar tekort om volgend jaar voedselhulp te leveren op alle plaatsen waar ze dat beloofd had. Humanitaire rampen als de vluchtelingencrisis in Darfur en de sprinkhanenplaag in West-Afrika dwingen de VS te bezuinigen op hun 'Food for Peace'-programma's in veel andere landen.
Geen enkel land levert meer voedselhulp dan de VS. Voor volgend jaar heeft de regering van president George W. Bush er bijna 1,2 miljard dollar voor in de begroting ingeschreven. Maar USAID, de officiële Amerikaanse ontwikkelingssamenwerking die het Food for Peace-programma beheert, heeft laten weten dat er te weinig geld is om alle verplichtingen na te komen. De private hulporganisaties die een deel van de voedselprojecten uitvoeren, hebben te horen gekregen dat tientallen langetermijnprogramma’s waarin voedselhulp een rol speelt, worden vertraagd, uitgesteld of helemaal geschrapt. Het gaat om ontwikkelingsinitiatieven in een hele reeks arme landen, van Nepal tot Nicaragua.
De VS sturen veel meer voedselhulp naar crisisgebieden als Darfur, een regio in het westen van Sudan waar een burgeroorlog 1,6 miljoen mensen op de vlucht heeft gedreven. De sprinkhanenplaag in West-Afrika, de overstromingen in Bangladesh, problemen met landbouw in Afghanistan en droogte in Ethiopië en Eritrea maken dat er in al die landen ook veel meer noodhulp nodig is. Aanvankelijk was de Amerikaanse regering ervan uitgegaan maar 468 miljoen van de 1,2 miljard dollar in de begroting nodig te hebben voor dergelijke dringende voedselhulp. Maar USAIDS zegt nu dat er voor 1,3 miljard dollar voedsel naar de noodgebieden moet gaan. Omdat de Amerikaanse regering al met een enorm begrotingstekort zitten, betekent dit dat er elders zwaar bespaard moet worden
De uitvoerders van de ontwikkelingsprogramma’s in andere landen zijn verbolgen dat er in hun activiteiten wordt gesnoeid om de extra noodhulp mogelijk te maken. Dit zal een invloed hebben op miljoenen mensen, waarschuwt Ken Hackett, de voorzitter van Catholic Relief Services (CRS). De projecten van CRS in Indonesië, Afrika en Latijns-Amerika hebben allemaal te lijden onder de bezuinigingen. Met het voedsel nemen we een veiligheidsnet weg voor die mensen - we laten hen in de steek, zegt Hackett.
Volgens Ina Schonberg, een medewerkster van Save the Children, snijdt de Amerikaanse regering in projecten die de onderliggende oorzaken van honger aanpakken. Schonberg stelt dat voedselhulp ook in niet-crisisgebieden levens redt. De bezuinigingen treffen onder meer programma’s om de chronische ondervoeding in landen als Mozambique tegen te gaan. Bij de helft van de sterfgevallen van kinderen speelt ondervoeding een rol.
De getroffen Amerikaanse hulporganisaties proberen nu samen met bevriende parlementsleden de regering aan te zetten de voedselreserves voor humanitaire crisissen meer aan te spreken en extra geld vrij te maken.
De internationale gemeenschap heeft zich voorgenomen het aantal hongerlijders in de wereld tegen 2015 terug te dringen tot 400 miljoen mensen. Maar de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) schatte vorige maand dat het aantal mensen dat honger lijdt, de voorbije twee jaar nog is gestegen, van 842 tot 852 miljoen.
De VS zijn traditioneel goed voor 35 tot 40 procent van alle voedselhulp die wereldwijd wordt geleverd. De Europese landen hebben hun voedselhulp de voorbije jaren sterk teruggeschroefd, zodat ze niet kunnen inspringen om de gaten te dichten die nu vallen.(PD/MM)