Critici hekelen nieuwe 'dwangbuisconstructie' van het IMF
Emad Mekay
15 april 2004
Het Internationaal Muntfonds (IMF) heeft dinsdag het Trade Integration Mechanism gepresenteerd. Het – tijdelijke - nieuwe financieringsprogramma wil met nieuwe leningen en flinke reducties op financieringen de economieën in ontwikkelingslanden een flinke oppepper geven. Critici hekelen de 'dwangbuisconstructie' van het IMF en pleiten voor meer vrijheid.
Vorig jaar september, tijdens de vijfde ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie in de Mexicaanse stad Cancún, eiste een groep van 22 ontwikkelingslanden, de zogenaamde ‘Groep van 22’, een pakket hervormingen waardoor ook zij zouden gaan profiteren van de voordelen van de wereldhandel. De besprekingen werden opgeschort nadat de Groep van 22 beschuldigen aan het adres van de rijke landen had geuit, die met name de onverschilligheid van de rijke landen met betrekking tot de landbouwsubsidies aan ontwikkelingslanden aan de kaak stelden.
De bijeenkomst in Cancún was een vervolg op de vierde ministersconferentie van de WHO in 2001 in Doha, waar de minsters beslisten een nieuwe onderhandelingsronde over de liberalisering van de wereldhandel te starten. Deze Doha-ontwikkelingsronde zou afgerond moeten zijn voor 1 januari 2005, maar na de mislukte onderhandelingen tijdens de top in Cancún moet ernstig worden gevreesd voor die einddatum.
Het IMF komt nu met een tijdelijk antwoord op de impasse. Het Fonds zegt dat de nieuwe leningen in het leven zijn geroepen voor landen die bezorgd zijn dat een verdere vermindering van de tarieven de export zal bedreigen. Anne Krueger van het IMF benadrukte dinsdag dat het opgestelde financieringsprogramma van tijdelijke aard is.
Critici zien in het nieuwe plan van het IMF weinig voordeel voor de ontwikkelingslanden. Het IMF, en in haar kielzog de Wereldbank, spiegelt de werkelijkheid veel mooier voor dan dat ze is. Ze zegt tegen ontwikkelingslanden dat ze hun economie moeten opengooien, dat er zich vervolgens wat aanloopproblemen zullen voordoen, maar dat op het eind de voordelen erg groot zullen zijn. Ze vergeten erbij te zeggen dat je die voordelen pas gaat zien na een termijn van 20 tot 30 jaar, aldus Tony Avirgan, lid van een in Washington gevestigde economische denkgroep.
Ook Sarah Anderson, verbonden aan het Instituut voor Politieke Vraagstukken in de Amerikaanse hoofdstad, bekritiseert de houding van de financiële instellingen. Het Trade Integration Mechanism TIM is bedoeld als tijdelijke maatregel, maar het is nu al duidelijk dat die hulp nooit tijdelijk kan zijn.
In een verklaring van het IMF herhaalt de financiële instelling dat het, onder meer als ondersteuning van de Doha-ontwikkelingsronde, handelsadviezen zal blijven geven aan ontwikkelingslanden en dat de Wereldbank mogelijk meer betrokken zal worden bij het uitzetten en aanbieden van nieuwe plannen. Volgens critici versterkt die uitspraak de speculatie dat het IMF en de Wereldbank dezelfde lijn hanteren met betrekking tot ontwikkelingslanden, en dat een onafhankelijke financiële en economische koers voor de ontwikkelingslanden voorlopig een utopie is.
Landen zouden veel meer de ruimte moeten krijgen om alternatieve modellen uit te proberen, en zouden minder afhankelijk moeten worden van het IMF en de Wereldbank, aldus Avirgan. Nu hebben we een situatie waarbij je een oorlog voert, en vervolgens ziekenhuizen gaat bouwen om de slachtoffers van die oorlog te behandelen. Veel beter is om die oorlog sowieso niet te beginnen. (FD/AD)