Nieuw rapport van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch
‘Cuba beantwoordde protest met repressie, mishandeling en censuur’
Nathan Dewaele
15 juli 2022
Bij de massale protesten in Cuba van een jaar geleden was er sprake van ernstige inbreuken tegen de mensenrechten, mishandeling en foltering van gevangenen. Dat stelt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vast in het zopas verschenen rapport "Prison or Exile".
Niet alleen in Cuba werd op 11 juli 2021 geprotesteerd tegen de regering, ook in Canada werd actie gevoerd voor een beter beleid
lezumbalaberenjena / Flickr (CC BY-NC-ND 2.0)
Bij de massale protesten in Cuba van een jaar geleden was er sprake van ernstige inbreuken tegen de mensenrechten, mishandeling en foltering van gevangenen. Dat stelt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch vast in het onlangs verschenen rapport Prison or Exile.
Op 11 juli vorig jaar trokken duizenden Cubanen de straat op om te protesteren tegen het beleid van de regering-Díaz-Canel. Het was de grootste betoging sinds de Cubaanse Revolutie in 1959. Human Rights Watch onderzocht het buitensporig optreden van de politie en de corruptie van het gerecht tegen de betogers. Het rapport geeft een grauw beeld van hoe de Cubaanse regering omgaat met manifestanten.
Vaderland en leven
Ondanks het feit dat de betogingen grotendeels vreedzaam verliepen, kreeg de politie orders om hardhandig op te treden, met de bedoeling om verdere protesten te ontmoedigen. Het protest begon spontaan over het hele eiland omwille van de economische malaise, het tekort aan voedsel en medicijnen en de aanpak van de coronapandemie. Mensen moesten vaak uren aanschuiven om de weinige levensmiddelen te kunnen kopen. Ook stroompannes kwamen frequent voor.
Getuigen vertelden aan Human Rights Watch over de erbarmelijke omstandigheden in de cellen.
De reden voor het gewelddadige optreden van de politie was omdat de overheid verdere protesten wilde ontmoedigen. In de dagen na de betoging werd het internet geblokkeerd om het de bevolking moeilijker te maken om beelden te delen en zich verder te organiseren. Ongewapende betogers kregen tijdens hun arrestatie pepperspray en knuppelslagen te verduren.
Zelfs de slogan ‘Vaderland en leven’ roepen was voldoende om gearresteerd te worden. Dat is een variatie op de oude overheidsslogan ‘Vaderland of dood’ (patria o muerte) en werd daarom gezien als kritiek op de regering.
Strafcellen
Getuigen vertelden aan Human Rights Watch over de erbarmelijke omstandigheden in de cellen. Gearresteerde betogers werden dagenlang in overbevolkte cellen vastgehouden, van slaap en medische zorgen onthouden en werden regelmatig brutaal in elkaar geslagen door cipiers.
Sommige cellen werden permanent verlicht zodat de gevangenen geen idee hadden of het dag of nacht was. Andere cellen wemelden van insecten en waren in complete duisternis gehuld, zodat de gevangen hulpeloos waren tegen de beten. Getuigen spraken ook over strafcellen die geen ramen, water of sanitair bevatten.
Buiten de muren van de gevangenis werd iedereen, waarvan de overheid dacht dat ze ook maar enigszins met de betoging te maken had, onder streng toezicht geplaatst. Diegenen die niet veroordeeld of gearresteerd werden, kregen het niet mis te verstane advies om het land te verlaten.
Het aantal Cubanen die het land verlaat, is ook drastisch gestegen. De grenspatrouilles van de Verenigde Staten hebben dit jaar tussen januari en mei 119.000 Cubanen aangehouden, in dezelfde periode in 2021 waren dat er 1700.
Geursporen
Betogers kregen in veel gevallen geen juridische verdediging, maar werden vaak in gesloten hoorzittingen en in groep berecht. Met vage aanklachten zoals ‘verstoring van de openbare orde’, ‘opruiing’ en ‘daden tegen de onafhankelijkheid van Cuba’ werden betogers op basis van enkele getuigenissen van politieagenten tot 25 jaar cel veroordeeld. In de weinige processen waar wel een verdediging gevoerd mocht worden, werden de getuigen ter verdediging gezien als ‘onbetrouwbaar’.
De Cubaanse overheid voerde nieuwe wetten in die het moeilijker maken om nieuwe protesten te organiseren.
Juan Enrique Pérez Sánchez nam vreedzaam deel aan de betoging. Een dag later werd hij gearresteerd, in december werd hij berecht. Het bewijs tegen hem bestond onder andere uit ‘geursporen van Pérez Sánchez’ die op gegooide stenen teruggevonden waren. Hij kreeg een gevangenisstraf van acht jaar.
Het rapport van Human Rights Watch kwam tot stand dankzij de getuigenissen van meer dan 170 mensen en de samenwerking met mensenrechtenorganisaties Cubalex, Prisoners Defenders, Justicia J11, Movimiento San Isidro en 27N en de nieuwszender Cubanet.
Nieuwe wetten
Volgens Cubalex, een Cubaanse mensenrechtenorganisatie die vanuit de Verenigde Staten meewerkte aan het rapport, arresteerde de politie meer dan 1400 mensen (waaronder ook enkele kinderen), waarvan er nu nog meer dan 700 in de cel zitten. Betogers mochten soms wekenlang geen contact opnemen met advocaten of familieleden.
Een jaar later is de situatie niet verbeterd. De Cubaanse overheid voerde nieuwe wetten in die het moeilijker maken om nieuwe protesten te organiseren. Zo werd de vrijheid van meningsuiting online ingeperkt en werd een wetsvoorstel goedgekeurd die het strafbaar stelt om ‘fondsen te voorzien, ontvangen of bezitten met het doel om activiteiten tegen de staat en de grondwettelijke orde te faciliteren’. Voor opruiing werd zelfs de doodstraf ingeroepen.
Internationale aandacht
Michelle Bachelet, de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de Verenigde Naties, veroordeelde de arrestaties en vroeg de onmiddellijke vrijlating van de betogers. Human Rights Watch vreest dat dit niet voldoende is en maant de VN aan om extra aandacht te besteden aan de situatie in Cuba en de mishandeling van betogers en critici.
Er wordt specifiek gevraagd om toezicht te houden en te rapporteren aan de Mensenrechtenraad van de VN. Ook de staten die deel uitmaken van het VN-antifolterverdrag wordt gevraagd om het universeel recht te hanteren tegenover Cubaanse functionarissen, voor zover het nationaal recht het toestaat.
‘De overheid handelt alsof het land haar eigendom is. Wie niet akkoord gaat, moet maar vertrekken.’
Omwille van de harde aanpak is er gedurende het afgelopen jaar weinig nieuwe opstand gekomen. ‘De bevolking is bang’, zegt Juan Pappier van Human Rights Watch aan MO*. ‘De maatregelen van de overheid maken het moeilijk om nieuwe initiatieven te organiseren. Het internet werd na de betogingen afgesloten en telefoons werden afgeluisterd. Een getuige vroeg uit angst voor repercussies om een online spel te installeren en via die chatservice te spreken.’
Fidel Castro
Het rapport bevat ook aanbevelingen voor overheden en andere instellingen. Hierin wordt onder meer gevraagd om de aanpak van de Cubaanse overheid te verwerpen. Het rapport stelt dat het economisch embargo van de Verenigde Staten ervoor zorgde dat Cuba in het buitenland net sympathie kon opwekken. Human Rights Watch stelt daarom voor om de handelsrestricties en isolatie af te bouwen en te vervangen door meer doeltreffende vormen van multilaterale druk.
Maar of gehoor zal worden gegeven aan die aanbevelingen weet Pappier niet. ‘Omdat Human Rights Watch een ngo is, zijn aanbevelingen het enige wapen die we hebben. Hiermee hopen we de instellingen met een grotere impact wakker te schudden.’
‘De getuigenissen in het rapport doen denken aan het Cuba onder Fidel Castro. De overheid handelt alsof het land haar eigendom is. Wie niet akkoord gaat, moet maar vertrekken’, zegt Pappier. ‘De rechtbanken zijn niet onafhankelijk en doen wat gevraagd wordt door de overheid. Naar de gevangenis gaan of het land verlaten zijn voor betogers de enige opties.’