Cuba lonkt naar buitenlandse investeerders
IPS
01 april 2014
In de strijd tegen de economische crisis, die het land al sinds de vroege jaren negentig plaagt, heeft Cuba een nieuwe wet aangenomen die meer buitenlandse investeerders naar het land moet lokken.
Afgelopen zaterdag werd de investeringswet unaniem goedgekeurd door het parlement. Buitenlandse investeerders worden uitgenodigd te investeren in alle sectoren van de Cubaanse planeconomie, behalve in vier strategische sectoren: gezondheidszorg, onderwijs, de media en het leger.
Volgens de minister van Buitenlandse Handel en Investeringen, Rodrigo Malmierca, wil Cuba jaarlijks 2,5 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen aantrekken. De vicevoorzitter van de Raad van Ministers, Marino Murillo, zei dat die investeringen nodig zijn om de economie jaarlijks met ongeveer 7 procent te laten groeien.
Noodzakelijke stap
Een 46-jarige onderwijzeres die anoniem wil blijven, zegt te hopen dat de economie aantrekt door de nieuwe wet. Maar ze herinnert zich ook de woorden van haar inmiddels overleden vader, die in een suikerfabriek werkte. Hij vertelde haar dat rijke buitenlanders die voor de revolutie van 1959 naar Cuba kwamen, bedrijven opzetten en de winsten meenamen naar hun eigen land. “Ik begrijp dat deze wet bedoeld is om de belangen van het land te dienen”, zegt ze.
Ook andere Cubanen hopen dat buitenlandse investeringen zullen leiden tot betere levensomstandigheden voor de 11,2 miljoen Cubanen. “Buitenlandse investeringen zijn een noodzakelijke stap om uit de crisis te komen”, zegt ecoloog Isbel Díaz. “Ze zijn nodig voor de ontwikkeling van elk land.”
De nieuwe wet wordt 90 dagen na publicatie in het staatsblad van kracht en vervangt een decreet uit 1995. De buitenlandse investeringen groeiden gestaag tussen 1995 en 2002, met een piek van 403 joint ventures. In 2009 was dat aantal gedaald tot 218.
De voormalige minister van Economie, José Luis Rodríguez, schreef in een artikel dat de sterke daling van de investeringen te wijten was aan het verlopen van contracten, schending van de voorwaarden en slechte resultaten bij sommige ondernemingen. Andere bronnen wijzen ook op andere oorzaken zoals excessieve bureaucratie, uitblijvende betalingen en corruptie.
Spanje
Spanje voert de lijst aan van vijftien landen die zaken doen in Cuba, gevolgd door Italië, Canada, Venezuela, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, China, Mexico, Angola, Duitsland, Panama, Brazilië, Chili en Rusland, in die volgorde.
De invloed van Brazilië zal in de nabije toekomst groeien, vooral in de speciale ontwikkelingszone in Mariel die gebouwd wordt met steun van het land. Het megaproject, 45 kilometer ten westen van de hoofdstad Havana, moet een pijler onder de Cubaanse ontwikkeling worden, dankzij de geografische ligging van de haven van Mariel die is heringericht om grotere schepen te kunnen ontvangen.
De speciale economische zone zal ook investeringen aantrekken in biotechnologie, de farmaceutische industrie, hernieuwbare energie, toerisme en vastgoed.
Tegelijkertijd plaatst de start van de onderhandelingen met de Europese Unie over normalisering van de relaties tussen Cuba en de EU-lidstaten, de EU in een goede positie om zaken te doen met het Caraïbische eiland nu het zich openstelt voor buitenlandse investeerders, zeggen analisten. De gesprekken moeten deze maand beginnen en de nieuwe investeringswet vergroot de kans op een politieke overeenkomst, zeggen zij.
“Europa heeft al tientallen jaren strategische en economische belangen op het eiland, gekoppeld aan de aanwezigheid van bedrijven en beïnvloedende netwerken op Cuba”, zegt Arturo López-Levy, een Cubaanse politicoloog in de Verenigde Staten. López-Levy, verbonden aan de Universiteit van Denver (Colorado), stelt echter dat Europa haast moet maken, omdat er een “woeste aanval van de Verenigde Staten” aan zit te komen. Hij beweert dat de hervorming van de Cubaanse economie, die in 2008 begon, steeds meer Amerikaanse bedrijven en Cubanen die in de VS wonen “lekker maakt”, ondanks het al 52 jaar durende handelsembargo tegen Cuba.
Het embargo maakt het voor Amerikaanse bedrijven onmogelijk te concurreren op de Cubaanse markt en plaatst de Europese Unie in een bevoorrechte positie, zegt López-Levy. “Nu Cuba zich openstelt voor buitenlandse investeerders, wordt het waarschijnlijker dat de VS de huidige politiek van zelfisolatie zullen doorbreken en kiezen voor een politiek die beter past bij zijn democratische waarden en economische en strategische belangen.”
Geen onteigening
In 2013 groeide het bruto binnenlands product van Cuba slechts 2,7 procent, ruim onder de doelstelling van 3,6 procent. In 2012 was de groei 3,1 procent. Voor 2014 wordt een groei verwacht van 2,2 procent.
Buitenlandse investeringen in Cuba zouden zich vooral moeten concentreren op diversificatie en expansie van exportmarkten, toegang tot de laatste technologie en importvervanging met voedsel als prioriteit. Om investeringen aan te moedigen, biedt de nieuwe wet investeerders aanzienlijke faciliteiten en belastingvoordelen.
De wet garandeert ook dat bezittingen niet worden onteigend “behalve om redenen van sociaal belang of openbaar nut zoals eerder verklaard door de Raad van Ministers en met adequate compensatie”, zei José Luis Toledo, voorzitter van de parlementaire commissie voor constitutionele en juridische zaken.
Volgens de nieuwe wet mogen bedrijven zich volledig financieren met buitenlands kapitaal als de complexiteit of het gewicht van de onderneming daarom vraagt, vooral als het gaat om het ontwikkelen van industriële infrastructuur. Volgens de wet uit 1995 was dit ook toegestaan, hoewel in de praktijk de staat 51 procent van de aandelen bezat in alle joint ventures.
Een van de gevoeligste punten is de werkgelegenheid. Bedrijven die in handen van buitenlanders zijn, zijn verplicht Cubanen in te huren via een overheidsbureau dat de salarissen ontvangt in convertibele harde valuta en de werknemers uitbetaalt in de zwakkere peso.