De Greenpeace-expeditie in Congo bevestigt dat er ook in Congo-Kinshasa veel veengronden en dus veel koolstof aanwezig is in de ondergrond van het regenwoud. Hoe zal Congo vergoed worden om deze CO2-bom niet op de wereld te droppen, en zo de klimaatverandering verder aan te wakkeren?
Het onderzoek van professor Simon Lewis en doctor Greta Dargie van de Universiteit van Leeds lijkt te bevestigen dat er een gigantische hoeveelheid CO2 in de ondergrond van de Congolese veenwouden zit – ook aan de kant van de Democratische Republiek Congo.
Er zou evenveel koolstof in die vier procent veengronden zitten als in de bomen van de overige 96 procent van het Congolese regenwoud. Het is een CO2-bom die in handen is van de armste mensen van de wereld – vorige week nog lieten de VN weten dat bijna acht miljoen mensen bedreigd worden door de honger in de DRC.
Lees ook De ontdekking van een reusachtige CO2-bom in de Congolese moerassen
Momenteel worden de Congolese veenwouden relatief duurzaam gebruikt. De dorpelingen van Mpenzele doen zich te goed aan de visrijkdom van de moerasbossen en gebruiken het hout met mate. Ze hebben er belang bij dat het moeraswoud min of meer intact blijft zodat vis er kan blijven leven. We zagen maar één plek waar het woud was gekapt en gebruikt om rijst te bouwen. Er ontstpon zich een discussie onder de wetenschappers of dit nu een veenwoud was, dan wel een stuk woud dat onderloopt tijdens het regenseizoen. Ze waren het er wel over eens dat dit het begin kon zijn van het loslaten van de CO2-bom op de wereld.
Een boer in de omgeving van Mpenzele had een stuk bos gekopt. ‘De teloorgang van de veenbossen kan zo beginnen.’
© Kevin McElvaney/Greenpeace
Bedreigender is het indien Congo net als Indonesië de moerassen zou draineren, en er heuse agro-industriële plantages – van palmbomen bijvoorbeeld – zou aanleggen. Op dat moment ontsnapt de CO2-bom.
In Indonesië is de CO2-bom vrijgekomen omdat de veenbossen op grote schaal gedraineerd werden om plaats te maken voor palmboomplantages
Rainforest Action Network (CC BY-NC 2.0)
De Congolese regering had een vertegenwoordiger afgevaardigd naar de Greenpeace-expeditie naar de Congolese veenwouden. In de gesprekken met Joseph Katenga, de raadgever van de minister van milieu, kwam telkens hetzelfde naar voor: ‘Als de wereld wil dat we onze vrijheid opgeven om deze bossen te exploiteren, moeten we daarvoor vergoed worden.’
Regeringsvertegenwoordiger Katenga wil dat de wereld Congo vergoedt voor het niet exploiteren van de veenwouden
© Kevin McElvaney/Greenpeace
Waar iedereen het eens is met het principe dat Congo moet vergoed worden om niet te mogen doen wat wij wel deden – de bossen kappen en exploiteren – rijst de vraag hoe dit moet gebeuren. Hoe groot is immers het risico dat het geld in Kinshasa blijft plakken?
Zal internationaal klimaatgeld voor Congo de dorpelingen bereiken of blijft het in Kinshasa hangen?
GovernmentZA (CC BY-ND 2.0)
Dat risico is des te groter omdat de lokale bevolking moeite heeft om te begrijpen wat nu precies die koolstof in die ondergrond van hen betekent, en wat die blanken daar nu precies kwamen zoeken in de moerasbossen. Net voor we uit Mpenzele vertrokken, ontspon zich een discussie tussen enkele dorpelingen en doctor Greta Dargie, waaruit bleek dat ze niet echt wisten wat de ‘mundele’s’ (blanken) in het dorp waren komen doen.
Doctor Dargie legt bij het heengaan wat ze in Mpenzele kwamen doen. Veel dorpelingen begrepen het niet goed.
© Kevin McElvaney/Greenpeace
Toen de Congolese onderzoeker Corneille Ewango opmerkte dat de wereld terecht van de Congolese regering vraagt om concreet uit te werken wat ze met de klimaatgelden wil aanvangen, reageerde regeringsvertegenwoordiger Katenga dat de internationale gemeenschap het Congo erg moeilijk maakt om aan geld te geraken: ‘Ze eisen dat we onze projecten in het Engels schrijven. Nochtans, indien de bomen hier konden spreken, zouden ze Frans spreken. Een schande dat we de projecten niet in het Frans mogen schrijven.’ Het zegt natuurlijk ook wel wat dat de regering van een land met 80 miljoen inwoners kennelijk niet in staat is om een project in het Engels uit te schrijven.
De Congolese bioloog Corneillle Ewango vindt dat de Congolese regering concreet moet weergeven wat ze met de klimaatgelden zal aanvangen.
© Kevin McElvaney/Greenpeace
Tijdens de expeditie maakten we de geboorte mee van de typische Greenpeace-actiefoto: tegen de achtergrond van het veenwoud poseren de gedreven Greenpeacemedewerkers met het spandoek “Houd de 30 miljard ton CO2 in de grond”. Het is de typische manier waarop Greenpeace erin slaagt nieuwe wetenschappelijke vondsten onder de aandacht te brengen.
Professor Lewis: ‘Tijdens ons vier jaar durende onderzoek in de republiek Congo was geen enkele journalist geïnteresseerd in ons werk. Hier worden we omstuwd door journalisten. We zijn niet ijdel maar we vinden het wel belangrijk dat er aandacht is voor de Congolese CO2-bom. Ik dank Greenpeace daarvoor.’
De typische Greenpeace-actiefoto moet het punt maken: houdt de CO2-bom onder de grond !
© Kevin McElvaney/Greenpeace
‘Het is onze opdracht om wetenschappelijke vondsten om te zetten in politieke actie. Deze expeditie past daar perfect onder,’ zegt Matt Daggett, globaal campagneleider bossen bij Greenpeace. ‘Het is daarbij niet onze taak om te zeggen wat er precies moet gebeuren,’ aldus Jannes Stoppel, campagnevoerder bossen van Greenpeace Duitsland. ‘Wij moeten vooral de aandacht vestigen op het bestaan van de CO2-bom.’
Daggett voegt er nog aan toe: ‘Maar ons einddoel is bijna altijd een een door de regering goedgekeurd beheerssysteem waarin alle belanghebbenden – de lokale gemeenschappen, de bedrijven, de civiele samenleving,… - betrokken worden. Dat klinkt niet sexy maar het is niet anders.’
Jannes Stoppel: ‘Greenpeace moet niet zeggen wat er hier moet gebeuren: wij moeten de aandacht vestigen op de massale aanwezigheid van koolstof in de Congolese bodem’
© Kevin McElvaney/Greenpeace