De Gucht: ‘België moet zijn niet-militaire steun aan Afghanistan verdubbelen’
In de rand van de internationale conferentie over Afghanistan in Den Haag dinsdag had MO* een uitgebreid gesprek met minister van Buitenlandse Zaken De Gucht over de globale aanpak van de problemen in Afghanistan -en over de Belgische bijdrage. Ook het onderhoud met VN secretaris-generaal Ban Ki-moon kwam aan bod.
In zijn toespraak tot de internationale conferentie legde Karel De Gucht grotendeels dezelfde klemtonen als de andere deelnemers: zorgen voor voldoende veiligheid zodat de verkiezingen van 20 augustus kunnen doorgaan, meer aandacht voor economische groei en ontwikkeling, betrekken van de buurlanden en de bredere regio in de aanpak van het geweld in Afghanistan.
Opvallend was zijn interventie ten voordele van de veroordeelde journalist Sayed Pervez Kambaksh en voor het beschermen van het recht op vrije meningsuiting. Tijdens de persconferentie die de minister daarna gaf, drukte hij zijn vertrouwen uit dat de regering Karzai tegen eind april tot een positief besluit over de verzoeken tot gratie voor Kambaksh zou komen.
Op het kernkabinet van woensdagochtend staat onder andere het dossier Afghanistan op de agenda. Binnen het kader van de nieuwe Amerikaanse -en bij uitbreiding internationale- strategie wil België een extra bijdrage leveren ‘van civiel-militaire aard’, zoals premier Van Rompuy meer dan een week geleden al zei. Minister De Gucht hoopt dat het kernkabinet instemt met zijn voorstel om alvast de niet-militaire steun te verdubbelen.
Verdubbeling niet-militaire steun
In 2008 voorziet Buitenlandse Zaken 2,4 miljoen voor die civiele hulp, terwijl Ontwikkelingssamenwerking 4,6 miljoen euro geeft. Minister De Gucht stelt woensdagochtend voor dat de drie posten in zijn aandeel (ontmijning, steun voor de verkiezingen en steun voor de VN organisatie voor de vluchtelingen UNHCR) telkens zouden verdubbelen naar respectievelijk 1 miljoen, 2 miljoen en 2 miljoen euro. De Gucht verwacht dat ook minister Michel een verdubbeling van zijn uitgaven voor Afghanistan zal voorstellen, aangezien Michel in de media al zei dat het aandeel van ontwikkelingshulp in de globale steun aan Afghanistan omhoog moet. Indien het kenkabinet deze denksporen volgt, zal België in 2010 14 miljoen euro aan niet-militaire steun geven.
Militaire middelen
Tegelijk komt er wellicht ook een vraag van Defensie -misschien nog niet op het kernkabinet- om nog een kleine verhoging van de militaire aanwezigheid mogelijk te maken. Het plan van Defensie is om van een netto uitgave voor de aanwezigheid in Afghanistan van 40,8 miljoen euro per jaar in 2009 te groeien naar een netto uitgave van 46,5 miljoen euro in 2010.
De mogelijke uitbreidingen van de militaire taken zijn: een extra opleidingsunit (Operational Mentoring and Liaison Teams, in militair jargon), een verlenging van de opdracht van de F16’s in Kandahar aangevuld met 2 bijkomende toestellen en een twintigtal extra militairen, het opnemen van de verantwoordelijkheid voor een Provincial Reconstruction Team of het ter beschikking stellen van een C130 voor de verkiezingen. De Gucht pleit voor het uitbreiden van de taken die het Belgisch leger nu al doet, eerder dan voor het opnemen van nieuwe taken of voor het veranderen van onze “rules of engagement”. ‘De beperkingen die België zijn militaire engagement nu oplegt, blijven volgens mij best behouden’, zegt hij. ‘Anders verhoog je het risico voor onze landgenoten te veel.’
‘We moeten zeker meer inzetten op de niet-militaire steun’, zegt minister De Gucht in een interview met MO*. ‘Maar dat betekent niet dat we geen militaire inzet meer nodig hebben. Heropbouw lukt pas als het gebied in voldoende mate veilig gemaakt is. Bij het werken aan de heropbouw van Afghanistan moet zeker ook meer gebruik gemaakt worden van de expertise van plaatselijke mensen. Nu belanden de weinige mensen met een hogere opleiding bijna allemaal in internationale organisaties, terwijl de lokale overheid of economie hun capaciteit heel erg nodig heeft.’
Positief signaal uit Iran
In zijn interventie benadrukte minister De Gucht dat een “regionale” benadering meer moet inhouden dan het betrekken van Pakistan bij het bestrijden van taliban en Al Qaeda. Ook de Centraal-Aziatische buurlanden, China, India en uiteraard Iran hebben er volgens hem belang bij dat Afghanistan gestabiliseerd wordt. De aanwezigheid in Den Haag van Iran, in de persoon van onderminister voor Buitenlandse Zaken Akhundzadeh, is volgens De Gucht trouwens een van de opmerkelijke resultaten van de internationale conferentie.
De Gucht: ‘De tussenkomst van Iran was weliswaar kritisch, maar niet hard ideologisch. Akhundzadeh benadrukte heel duidelijk de bereidheid om samen te werken in de strijd tegen de drugshandel -een punt waarop wij ook nu al goed samenwerken met Iran. De komende maanden moet blijken of die pragmatische en gefocuste politiek ook uitgebreid kan worden naar andere terreinen van de internationale diplomatie, maar vandaag zette Iran naar mijn gevoel toch een stap in de goede richting, al maak ik mij weinig illusies over de bereidheid van Teheran om zich op korte termijn ook op het vlak van de nucleaire ambities zo soepel op te stellen.’
België op internationaal niveau
Los van de agenda van de Afghanistan conferentie ontmoette minister De Gucht ook VN secretaris-generaal Ban Ki-moon. Drie punten kwamen aan bod volgens de minister: Somalië, de Democratische Republiek Congo en de VN conferentie tegen het racisme.
België is op 22 april gastheer voor een donorconferentie voor Somalië die de VN organiseert en waarop de secretaris-generaal aanwezig zal zijn. Veel details over die conferentie zijn nog niet bekend.
In verband met Congo overlegden De Gucht en Ban Ki-moon over de noodzaak en mogelijke plannen om leger en politie verder te vormen en te hervormen - de zogenaamde Security Sector Reform. ‘Er is zeker behoefte aan betere opleiding, betere betaling en betere huisvesting voor het samengevoegde Congolese leger’, zegt De Gucht. ‘En België wil daarin best een rol spelen. Alleen is daarvoor een duidelijk concept nodig én internationale financiering.’ Gevraagd naar zijn reactie op de vluchtelingenproblematiek in de Kivu-provincies (zie berichtgeving door John Vandaele op MO.be), reageerde de minister dat de ambassade, de Monuc noch de VN in New York daarover al informatie bezorgden.
Ten slotte spraken De Gucht en Ban Ki-moon ook nog over de VN conferentie over racisme en xenofobie, die normaliter eind april in Genève moet doorgaan. De voorbereiding van deze conferentie -een opvolgingsconferentie van de top in Durban, Zuid-Afrika in 2001- verloopt heel erg moeizaam door de scherpe polarisering rond Israël en discussies over de verhouding tussen civiele samenleving en religies.
Nederland stelde onlangs voor dat de EU-lidstaten zich in een gezamenlijke verklaring zouden distanciëren van de conferentie, maar uiteindelijk kreeg België het vertrouwen om door te gaan met zijn diplomatieke inspanningen -samen met Egypte, Rusland en Noorwegen- om de conferentie toch nog te redden. De Gucht en Ban Ki-moon zijn beiden van plan de conferentie bij te wonen indien de vooruitzichten op een aanvaardbare eindverklaring reëel zijn.