De toekomst van de landbouw is de agro-ecologie

Nieuws

De toekomst van de landbouw is de agro-ecologie

Inès Aoun

23 juni 2010

‘De honger in de wereld moeten we niet bestrijden door meer voedsel te produceren, maar door de productie ervan te verbeteren,’ zegt professor Olivier De Schutter, de speciaal VN-rapporteur over het Recht op Voedsel voor de VN. De oplossing is volgens hem de agro-ecologie.

Mislukte oogsten veroorzaakten in 2008 een ernstig voedseltekort. Er wordt sindsdien koortsachtig gezocht naar oplossingen om meer voedsel te produceren. En daarbij wordt vooral gefocust op de zogenaamde Groene Revolutie. Met uitgebouwde irrigatiesystemen, verbeterde zaadvariëteiten of chemische kunstmeststoffen zouden de gewassen bestand moeten zijn tegen ziekten.
Ook worden buitenlandse investeerders aangetrokken om de landbouwgrond van arme boeren op te kopen. Maar volgens speciaal VN-rapporteur Olivier De Schutter is dit geen duurzame oplossing en moeten beleidsmakers verder investeren in agro-ecologie. ‘Eén miljard mensen heeft honger en bovendien moeten we ons wapenen tegen de klimaatverandering.’

Wat is agro-ecologie?

De “vader van de agro-ecologie” is professor Miguel Altieri. Agro-ecologie combineert de ecologische wetenschap, sociologie en economie om te bouwen aan een duurzaam landbouwsysteem. Een zeer concreet voorbeeld ervan is lieveheersbeestjes gebruiken om de bladluizen op rozen op een natuurlijke manier te bestrijden. Maar agro-ecologie kan ook op grote schaal worden toegepast. Zo kunnen planten of bomen gebruikt worden om gewassen te beschermen tegen ziekten.
‘Er zijn speciale bomen die de lucht die wij uitademen omzetten in stikstof. Wanneer de bladeren vallen, bemesten ze de gewassen. De boeren hebben dus geen kunstmest meer nodig.’ legt Festus Akinnifesi uit, hoofd van een internationale onderzoeksorganisatie, de World Agroforestry Centre. ‘De bladeren van andere bomen gebruiken we om het vee te voederen. Hun uitwerpselen kunnen op hun beurt weer als meststoffen dienen voor de gewassen of fruitbomen.’ 
De World Agroforestry Centre heeft projecten in Malawi, Zambia, Zimbabwe, Tanzania en Mozambique. Het CATSBANK-project in Malawi wordt gesteund door de Vlaamse overheid. CATSBANK staat voor Commercial Agricultural Tree Seeds Bank. Arme boeren krijgen zaden in bruikleen. Ze moeten de zaden planten zodat ze ze een jaar later zelf kunnen verkopen. De boeren moeten hun lening wel terugbetalen met intrest. Dit geld is de winst van de zaadbank en kan gebruikt worden om opnieuw te investeren.  ‘De impact van dit project lijkt klein, maar hiermee kunnen we de boeren leren om voor zichzelf te zorgen.’

Wat zijn de voordelen van agro-ecologie?

Agro-ecologie is minder afhankelijk van fossiele brandstoffen en chemische kunstmeststoffen. Professor Olivier De Schutter merkte op dat ‘de landbouw vandaag verantwoordelijk is voor 33 procent van de uitstoot van broeikasgassen.’
Een bijkomend voordeel van natuurlijke meststoffen is dat ze goedkoper zijn voor de arme landbouwers in het zuiden. Hun oogst is dus meer winstgevend. De boeren worden bovendien ook zelfstandiger en hebben geen externe hulp meer nodig. Het werkt voor hen als een soort van “empowerment”. Het planten van verschillende voedselgewassen zorgt er ook voor dat de lokale bevolking meer gevarieerd eet. Deze manier van werken is ook arbeidsintensiever zodat boeren meer geïnteresseerd zijn in wat ze doen en minder snel naar de stad zullen migreren.
Geneviève Savigne, Europees Coördinator van Via Campesina, de internationale landbouwersbeweging, merkt op dat agro-ecologie ook het antwoord kan bieden op de problemen waarmee de Europese boeren te kampen hebben. ‘De Europese landbouwers rijven minder en minder inkomsten binnen, ze beseffen dat ze geen toekomst meer hebben. Daarom moeten we het roer omgooien en een duurzame ontwikkeling van de landbouw uitbouwen.’
Agro-ecolgie is ook gebaseerd op het principe van de lokale productie en consumptie. Dus Vlaamse telers van aardbeien zouden minder concurrentie ondervinden van de Spaanse. Maar Geneviève Savigne voegt er wel aan toe dat de import en export van groenten en fruit natuurlijk niet aan banden moet gelegd worden.

Tegenwind?

Ondanks deze voordelen blijven de agro-ecologische projecten tot nu toe kleinschalig. Volgens professor Olivier De Schutter ondervindt hij nog veel tegenwind. ‘Mensen begrijpen niet wat agro-ecologie is. En misschien klinken de technieken die worden gebruikt niet echt modern.’ De privé-sector is ook formeel gekant tegen deze manier van werken. Zij verkopen namelijk de machines en de kunstmeststoffen aan de bevolking in de arme landen.
‘De donorlanden besteden ook geen aandacht aan agro-ecologie. Wanneer zij investeren, willen ze meteen resultaat zien. Anders kunnen zij hun investeringen niet rechtvaardigen bij de bevolking.’ Maar ook de overheden van de ontwikkelingslanden zijn niet altijd enthousiast. ‘Voor hen is het namelijk gemakkelijker om de kunstmeststoffen te bedelen dan fondsen op te zetten voor de duurzame ontwikkeling van de landbouw,’ zegt Festus Akinnifesi.