We weten het al langer: vlees eten is nefast voor de planeet. Dit eetpatroon vergt te veel van de steeds schaarser wordende hulpmiddelen, zoals vruchtbaar land en zuiver water. De “vleesatlas”, die vorige week werd gelanceerd door Friends of the Earth Europa, de Heinrich Böll Stiftung en Slow Food, brengt de recente trends in die evolutie in kaart. Als consument zijn we wel degelijk in staat om dit probleem, dat tegelijk politiek is, aan te pakken, vinden de initiatiefnemers.
Enkele opmerkelijke trends
Het voorbije jaar werd er gemiddeld 43,1 kilogram vlees gegeten per persoon, maar een inwoner van de rijke landen at gemiddeld 79,3 kilogram terwijl een Afrikaan het moest met gemiddeld 20 kilogram per jaar.
Terwijl Europa en de VS de grootste vleeseters waren in vorige eeuw, is er in die ontwikkelde regio’s vandaag een lichte daling, soms zelfs stagnatie van de groei merkbaar. Grote groeier is vooral Azië, met China op kop, dat tegen 2022 verantwoordelijk zal zijn voor 80 procent van de stijging.
Nog steeds 1,3 miljard mensen zijn betrokken bij het kweken van vlees maar hoewel de productie toeneemt, neemt het aantal boeren af. De industriële landbouwbedrijven worden steeds groter, met steeds meer dieren per productie-eenheid. Die dieren worden ook op steeds kortere tijd klaar gemaakt om geslacht te worden.
Schaalvergroting betekent ook dat het lokale karakter van de vleesproductie stilaan verdwijnt. Ons vlees wordt in fabrieken gekweekt en geslacht, en verkocht in de supermarkt en nauwelijks nog bij de beenhouwer om de hoek. Vooral in het Zuiden zijn de supermarktketens de afgelopen twee decennia spectaculair gegroeid, en ook het vleesaanbod wordt via die weg aangeboden.
Het Zuiden aan de top
De schaalvergroting gaat hand in hand met een toenemende concentratie van de bedrijven, waardoor de kleinschalige boeren uit de markt geconcurreerd worden. De VS blijft een dominante speler voor de productie van beef maar in 2013 daalde die productie zo’n 4 tot 6 procent, een trend die zich dit jaar verder zal doorzetten, verwacht men.
Het Braziliaanse JBS is vandaag de grootste producent ter wereld van rundsvlees en kip, terwijl de grootste producent van varkensvlees het Chinese Shuanghui International Holdings is, sinds het in september het Amerikaanse Smithfield Foods overnam.
De productie van rundsvlees zal dalen en vooral gevogelte en varkensvlees zullen toenemen, maar intussen is India zich aan het opwerken als wereldproducent van buffels. Tussen 2010 en 2013 verdubbelde de productie hiervan.
Verborgen kosten
De huidige ontwikkelingen van intensivering en schaalvergroting stimuleren de efficiëntie en willen de kostprijs drukken, maar tegelijk zorgen die voor een heel pakket van verborgen kosten die niet in rekening worden gebracht maar waarvoor het milieu en de belastingbetaler opdraaien.
Intensivering betekent immers toenemend gebruik van medicijnen en antibiotica (8,5 ton per jaar in de EU momenteel). Eind 2012 en begin 2013 had Kentucky Fried Chicken twee keer te kampen met kippenvlees dat gecontamineerd was door antibiotica, waardoor hun omzet tien procent daalde.
De negatieve milieu-impact is nauwelijks te overschatten. Het begint al bij de ontbossing voor nieuw landbouwland, vooral voor de productie van veevoer. In Argentinië is de sojaproductie sinds 1990 verviervoudigd. Die soja is bijna uitsluitend ggo-soja, waarbij gigantische hoeveelheden herbiciden worden ingezet, die infiltreren in het water en de bodem.
Dit landbouwsysteem is ook voor een groot deel verantwoordelijk voor het dramatische biodiversiteitsverlies en draagt aanzienlijk bij tot de opwarming van de aarde door de uitstoot van broeikasgassen.
Dat systeem, met al zijn negatieve aspecten, wordt mee in stand gehouden door een heel pakket subsidies, geld van de belastingbetaler dat beter zou geïnvesteerd worden in meer duurzame oplossingen. Het huidige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) geeft het grootste pakket subsidies aan grootschalige bedrijven die werken volgens deze logica en de recente herziening van het GLB is een gemiste kans geweest op vlak van verduurzaming.
De vrees is ook reëel dat het handelsakkoord tussen de VS en de EU, dat momenteel in de maak is, voor een intensifiëring van de handel en een verlaging van de normen zullen zorgen.
De macht van de consument
De Vleesatlas pleit echter niet voor een totaal vegetarisme. De productie en consumptie van vlees hebben een belangrijke sociale en economische rol te vervullen. Ook in de ecologie heeft veehouderij een rol te spelen, weliswaar in meer kleinschalige eenheden.
Slow Food pleit voor duurzame vleesproductie en consumptie, in gemengde landbouwbedrijven die werken met de korte keten. ‘We moeten de band tussen consument en producent herstellen. De consument is immers co-producent’, aldus Marta Mess van Slow Food. ‘Voedsel kopen is een politieke daad. We kunnen die markt beïnvloeden met ons aankoopgedrag.’