Deals met Amerikaanse oliebedrijven kunnen Irak miljarden kosten
Emad Mekay
24 november 2005
De Iraakse regering kan 164 miljard euro aan inkomsten mislopen, als de huidige onderhandelingen met transnationale oliebedrijven positief uitdraaien. In dat geval krijgen buitenlandse ondernemingen controle over tweederde van de Iraakse oliereserves, waarschuwt een nieuw rapport.
Volgens het rapport ‘Crude Designs: The Rip-Off of Iraq’s Oil Wealth’ wordt onderhandeld over overeenkomsten waarin de internationale oliebedrijven zichzelf winstmarges van 42 tot 162 procent toerekenen, veel meer dan het gebruikelijke tarief van ongeveer 12 procent. Kort samengevat profiteren de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en hun oliebedrijven het meest en de Irakezen het minst, zegt Steve Kretzmann van Oil Change International, mede-auteur van het rapport.
Amerikaanse en Britse oliebedrijven dringen aan op de hoge winstmarges, aangezien de onstabiele situatie in Irak risico’s meebrengt. De betreffende contracten zijn zogenoemde ‘Production Sharing Agreements’ (PSA’s), die gewoonlijk een looptijd van 25 tot 40 jaar hebben.
De Iraakse vice-premier Ahmad Chalabi is voorstander van dit type overeenkomst, omdat ze de ontwikkeling van de olievelden zouden versnellen. Critici wijzen erop dat de contracten lokale autoriteiten verhinderen invloed uit te oefenen op de voorwaarden en dat niet alle voorwaarden openbaar zijn.
PSA’s werden in de jaren zestig ontwikkeld om het juridische eigendom van de oliereserves in handen van de staat te houden. Op die manier zou voorkomen worden dat de nationale welvaart in buitenlandse handen terecht kwam. In de praktijk bleek het resultaat van de PSA’s echter hetzelfde als bij de concessieovereenkomsten die ze vervingen.
In Irak zou een open debat gevoerd moeten worden over manier waarop de oliebronnen ontwikkeld moeten worden, in plaats van achter gesloten deuren overeenkomsten voor dertig jaar te sluiten, zeggen de auteurs. Ze waarschuwen dat oliebedrijven, gesteund door macht van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, wellicht misbruik maken van de nog zwakke positie van de Iraakse regering.
De Iraakse overheidsinstellingen zijn nieuw en zwak, zegt Greg Muttitt van Platform, een Britse niet-gouvernementele organisatie die zich bezighoudt met de olie-industrie. Ervaring in andere landen laat zien dat de oliebedrijven bij PSA-onderhandelingen met regeringen meestal de toon bepalen. De bedrijven zullen de instabiele situatie in Irak ongetwijfeld uitbuiten.
De uitkomsten van het onderzoek voeden de perceptie dat de invasie in Irak vooral was ingegeven om de Amerikaanse oliebelangen veilig te stellen. Irak heeft de op twee na grootste oliereserves in de wereld. Veel Irakezen geloven dat de Verenigde Staten uit zijn op hun olie. Het sluiten van geheime olieovereenkomsten met buitenlandse bedrijven vergroot de kans op politieke instabiliteit alleen maar, zegt Erik Leaver, co-auteur van het rapport en onderzoeker aan het Institute for Policy Studies in Washington.
De nieuwe Iraakse Grondwet, die in oktober werd aangenomen, biedt buitenlandse ondernemingen veel ruimte bij de exploitatie van olievelden. Volgens het rapport probeert een groep invloedrijke Iraakse politici en industriëlen de contracten door te drukken zonder dat Iraakse rechtbanken en de rest van de samenleving daar invloed op hebben. De Irakezen kunnen de contracten niet juridisch aanvechten in eigen land, maar alleen via internationale tribunalen. Dergelijke tribunalen laten zich doorgaans meer leiden door commerciële belangen dan door nationale belangen, internationale wetgeving of mensenrechten.
PSA’s zijn niet de enige optie. Uit cijfers van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie blijkt dat dit type contract slechts gebruikt wordt voor 12 procent van alle oliereserves in de wereld. Meestal is dat in landen met hoge productiekosten en onzekere opbrengsten.
In het rapport wordt gesuggereerd dat Irak als alternatief voor PSA’s de olieproductie kan financieren door korter lopende contracten onder minder restrictieve voorwaarden te sluiten met internationale oliebedrijven. Ook kan de exploratie deels betaald worden uit eigen middelen of met opbrengsten uit toekomstige olieproductie, als aanvulling op leningen. (JS/MM)