Een derde van graanproductie en kwart van visvangst is niet bestemd voor menselijke voeding
Diervoeder aanpassen levert voedsel voor miljard mensen op
IPS
22 september 2022
Relatief eenvoudige veranderingen aan het voeder van vee en vissen kan veel meer voedsel beschikbaar maken voor menselijke consumptie. Dat blijkt uit een nieuwe studie in Nature Food.
Ongeveer een derde van de wereldwijde graanproductie gaat naar veevoer, en een kwart van de visvangst is niet bestemd voor menselijke voeding. Dankzij enkele ingrepen zou 10 tot 26 procent van de totale graanproductie en 17 miljoen ton vis (ongeveer 11 procent van de vangst) kunnen worden ingezet voor menselijke consumptie in plaats van als diervoeder.
Pxhere (CC0)
Honger en ondervoeding bedreigen miljoenen mensen over de hele wereld, en toch gaan nog heel wat calorieën en voedingsstoffen naar de kweek van vee en vis. Ongeveer een derde van de wereldwijde graanproductie gaat naar veevoer, en een kwart van de visvangst is niet bestemd voor menselijke voeding.
Miljard mensen
Wetenschappers van de Aalto Universiteit in Finland stellen dat het veel beter kan. Ze brachten de wereldwijde voedsel- en diervoederstromen in kaart, en de restproducten die daarbij ontstaan. Volgens hen kunnen die reststromen veel vaker gebruikt worden voor diervoeder. Vee en kweekvis kunnen bijvoorbeeld gevoederd worden met suikerbieten, citruspulp, dierlijke bijproducten of zelfs gewasresten.
‘We hoeven alleen het huidige systeem aan te passen en de schaal van die praktijken te vergroten.’
Dankzij die ingrepen zou 10 tot 26 procent van de totale graanproductie en 17 miljoen ton vis (ongeveer 11 procent van de vangst) kunnen worden ingezet voor menselijke consumptie in plaats van als diervoeder. Afhankelijk van het scenario betekent dat 6 tot 13 meer calorieën en 9 tot 15 procent meer eiwitten voor menselijke consumptie. Dat betekent voedsel voor ongeveer een miljard meer mensen.
Praktische problemen
Om de voordelen te realiseren, zijn enkele aanpassingen in de toeleveringsketens nodig, zodat de industrieën met bijproducten de vee- en aquacultuurproducenten kunnen vinden die ze nodig hebben.
‘Ik denk niet dat er serieuze hinderpalen zijn om dit te doen’, zegt Matti Kummu, hoogleraar Geografie aan de Universiteit van Aalto. ‘Wat we suggereren, wordt al op een kleinere schaal en in bepaalde regio’s gedaan, dus het is niet iets dat helemaal opnieuw zou moeten worden ontwikkeld. We hoeven alleen het huidige systeem aan te passen en de schaal van die praktijken te vergroten.’