“Big Brother” in Belarus: Loekasjenko voert digitale oorlog tegen eender welke tegenstand

Nieuws

Steeds meer digitale surveillance van activisten en journalisten

“Big Brother” in Belarus: Loekasjenko voert digitale oorlog tegen eender welke tegenstand

“Big Brother” in Belarus: Loekasjenko voert digitale oorlog tegen eender welke tegenstand
“Big Brother” in Belarus: Loekasjenko voert digitale oorlog tegen eender welke tegenstand

Belarussische militairen bewaken het parlementsgebouw in Minsk tijdens een betoging tegen politiegeweld en de presidentsverkiezingen (augustus 2020) © Reuters / Vasily Fedosenko

Het regime van Alexander Loekasjenko houdt het doen en laten van Belarussische journalisten en activisten steeds meer in het oog: via hun telefoons, hun profielen op sociale media, en straatcamera’s. Met almaar meer digitale surveillance drukt het de protestbeweging de kop in. ‘Technologieën voor digitale surveillance moeten daarom mee worden opgenomen in het sanctieregime van de Europese Unie tegen Belarus.’

Het Vlaams Vredesinstituut nomineerde de demonstranten in Belarus voor de Nobelprijs voor de Vrede. ‘Met de nominatie wil het Vredesinstituut steun uitspreken voor het volgehouden, niet-gewelddadige protest tegen een dictatoriaal regime’, klinkt het op de website van de onafhankelijke instelling verbonden aan het Vlaams Parlement.

Van augustus tot november 2020 kwamen in Belarus honderdduizenden mensen op straat, uit protest tegen de vervalste herverkiezing van president Loekasjenko.

‘Tot nu toe ging de aandacht vooral naar de openbare onderdrukking van demonstranten tijdens protesten’, zegt Diederik Cops van het Vredesinstituut. ‘Maar nu heeft Loekasjenko een nieuwe fase ingezet.’ Cops verwijst daarmee naar de manier waarop het regime technologie inzet om mensen actief op te sporen, vaak met met digitale surveillance.

De Europese Unie nam al een aantal sancties tegen Belarus, maar Cops wijst op een leemte in dat sanctiebeleid: ‘De EU heeft nog niet de stap gezet om digitale surveillancetechnologieën op te nemen in het sanctieregime tegen Belarus, zoals dat al wel het geval is met Iran, Syrië, Myanmar en Venezuela.’

Het Europees Parlement deed al een aanbeveling aan de Raad (de lidstaten) en de Europese Commissie over de betrekkingen met Belarus. Die aanbeveling dringt aan op een herziening van de Europese verordening met de lijst van materieel die voor binnenlandse repressie in Belarus kan worden gebruikt.

Hoofdrapporteur van de aanbeveling was het liberale, Litouwse Europarlementslid Petras Auštrevičius. ‘We hebben gevraagd om onder meer bewakingsdrones aan die lijst toe te voegen’, zegt Auštrevičius.

‘Ongelimiteerd mensen onderdrukken’

Het team van de Belarussische oppositieleidster Svetlana Tichanovskaja onderzoekt momenteel de technologieën die het regime gebruikt. Op basis van de bevindingen zullen zij aanbevelingen opstellen voor de EU, en eventueel voor andere landen, om dit probleem aan te pakken.

‘Technologieën voor digitale surveillance worden steeds toegankelijker in Belarus.’
Svetlana Tichanovskaja

‘De KGB (de Belarussische inlichtingendienst, red.) en andere diensten deinzen er niet voor terug geavanceerde technologieën te gebruiken om mensen te intimideren, in de val te lokken en gevangen te zetten, zonder enige eerbiediging van een behoorlijke rechtsgang’, zegt Tichanovskaja aan MO*.

‘Digitale surveillancetechnologieën worden steeds toegankelijker en alomtegenwoordig in Belarus. Zij maken het mogelijk de reikwijdte van de politie uit te breiden en gegevens te verzamelen zonder rekening te houden met de grondrechten.’

Het Belarussische regime beschikt niet over voldoende financiële middelen om de onderdrukking van de bevolking technologisch op te voeren. Tot dusver domineren arrestaties en het fysiek lastigvallen van betogers het arsenaal van het regime. Maar in een land zonder onafhankelijke rechterlijke macht kan de regering ongelimiteerd mensen onderdrukken via digitale surveillance-instrumenten.

Hoe gebruikt het regime van Loekasjenko digitale surveillance?

1. Vaste telefonie en afluisterpraktijken

Vaste telefoons op journalistieke redacties worden afgeluisterd. Conversaties van journalisten worden tegen hen gebruikt in rechtszaken en op de staatstelevisie.

‘Telefoontap is alomtegenwoordig’, vertelt Barys Haretski, ondervoorzitter van de Belarussische Vereniging van Journalisten (BAJ). ‘De overheid luistert voortdurend journalisten af, ook buiten enig strafrechtelijk onderzoek. Tijdens de rechtszaak tegen de grootste onafhankelijke nieuwssite Tut.BY in 2018 stelden we in de rechtszaal vast dat de politie de hoofdredacteur al afluisterde nog voor het onderzoek geopend werd. De eigen woorden van de journalisten werden als bewijs tegen hen gebruikt.’

‘Niet alleen onze telefoons worden afgeluisterd’, vervolgt Haretski. ‘Volgens mij luisteren ze ons hele kantoor af. Een journalist kwam eens naar ons kantoor voor juridische bijstand, omdat ze geslagen was tijdens een protest en de politie al haar materiaal meenam. Ze sprak haar naam uit tijdens dat gesprek. Twee dagen later riep de politie haar op.’

Maryna Zolatava, journaliste bij Tut.BY: ‘Ze luisteren onze telefoongesprekken af en ze gebruiken de opnames op de staatstelevisie in reportages om ons zwart te maken. Dat is illegaal, natuurlijk.’

2. Mobiele telefoons

Alle mobiele communicatie wordt opgenomen. Journalisten worden gelokaliseerd en geïdentificeerd aan de hand van de SIM-kaart in hun gsm.

‘In Belarus kan je alleen maar een SIM-kaart kopen als je je identiteitskaart toont’, zegt Haretski. ‘De telecombedrijven zijn bovendien bij wet verplicht om alle telefoongesprekken op te nemen en de opnames over te maken aan de politie of de inlichtingendienst (KGB) als die daar om vraagt. Overheidsdiensten kunnen die opnames gebruiken als zogezegd bewijsmateriaal in processen tegen journalisten. Veel mensen kregen al straffen op basis van telefoonopnames.’

‘Telecombedrijven zijn bij wet verplicht om alle telefoongesprekken op te nemen en de opnames over te maken aan de politie of aan de KGB.’

‘Ze kennen de identiteit achter elke SIM-kaart. Als ze de naam van een journalist kennen, kunnen ze die zo lokaliseren.’

‘Sommige journalisten vragen vrienden om een SIM-kaart te kopen’, vertelt Haretski. ‘Maar als je tijdens je werk aan de telefoon je naam en functie zegt, en dat moet je doen als journalist, dan weten ze direct dat de telefoon gebruikt wordt door een andere persoon dan de geregistreerde koper. Als je niet wil dat politie je lokaliseert, moet je je telefoon thuislaten.’

In de vele rechtszaken tegen demonstranten was de locatie van hun telefoon het meest gebruikte ‘bewijs’ dat de persoon ‘schuldig’ was aan deelname aan een niet-toegelaten betoging. De staatstelevisie publiceert ook vaak zulke telefoongesprekken om de oppositie zwart te maken.

3. Sociale media

De Belarussische overheid breekt ook binnen in socialemediakanalen van activisten en brengt beheerders van die kanalen voor het gerecht.

‘Veel Belarussische journalisten gebruiken Telegram, Signal (versleutelde apps waarmee je berichten kan sturen of bellen, red.) of Facebook Messenger om te bellen in plaats van een mobiele telefoon’, vertelt Alexander Burakov, een Belarussisch freelance journalist voor Deutsche Welle, een Duitse openbare omroep gericht op het buitenland.

‘Maar ook daar proberen de autoriteiten binnen te breken. Provocateurs van het regime infiltreren in Telegram-groepen met anonieme of valse profielen.’

‘Provocateurs van het regime infiltreren in Telegram-groepen met anonieme of valse profielen.’

‘Vooral Telegram, dat geheime chats toelaat, speelde een grote rol tijdens de verspreiding van de protesten’, zegt Eugene Merkis, Belarussisch journalist bij de Pools-Belarussische televisiezender Belsat. ‘De overheid heeft het moeilijk om Telegram onder controle te krijgen of te hacken. Ze kon de duizenden lokale communitychats moeilijk vinden. Maar ze probeert wel. Ze probeert de beheerders van belangrijke kanalen te vinden via een speciale app. Ze bellen je op met een videocamera, maken een beeld van je gezicht en hangen dan op.’

‘Vóór de voorzitter van Press Club Belarus, Julia Slupska, in de gevangenis belandde, werden haar Telegram-gesprekken met collega’s onderschept’, zegt Barys Haretski. ‘Onbekende profielen mengden zich in de gesprekken. Ze proberen de administratie van die Telegram-kanalen over te nemen.’

Haretski geeft nog een ander voorbeeld: ‘In Grodna was er een zaak waarbij de politie alle apparatuur van een nieuwssite in beslag nam en die dan gebruikte om beheerder van het Telegram-kanaal te worden. Vervolgens werden hun socialemediakanalen en volgers gewist.’

In een recent rapport schrijft de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN, Michelle Bachelet: ‘De Belarussische autoriteiten zijn begonnen met een vervolging van de beheerders van Telegram-kanalen die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij de coördinatie van de protesten en de burgeracties. Verscheidene beheerders zijn gearresteerd en worden strafrechtelijk vervolgd.’

Op dit moment vindt er een ware klopjacht plaats op beheerders van Telegram-kanalen. Sommigen werden bovendien door de politie gedwongen om zich in een videoboodschap te verontschuldigen voor ‘ontrouw aan het land’.

© Tut.BY

Na de massabetogingen in Belarus worden activisten creatiever: ze verschijnen op straat met de kleuren van de rood-witte vlag. Maar ook dat protest wordt vaak opgemerkt door de ordediensten, door digitale surveillance.

© Tut.BY

4. Internettoegang geblokkeerd

Het VN-rapport vermeldt ook dat bepaalde websites worden geblokkeerd en soms zelfs het hele internet wordt afgesloten. ‘De wet op de massamedia (…) verleent de autoriteiten ruime bevoegdheden om websites te blokkeren zonder rechterlijke beslissing.’

Het rapport preciseert ook een aantal voorvallen: ‘Tussen 9 en 12 augustus 2020 was de internettoegang in heel Belarus gedurende 61 uur geblokkeerd. Sindsdien werd het internet regelmatig afgesloten, ook in de weekends voor en tijdens protesten. Na de verkiezingen werd de toegang tot ongeveer 70 websites in Belarus beperkt en bleven verschillende websites geblokkeerd, waaronder websites van onafhankelijke nieuwsmedia en mensenrechtenorganisaties.’

‘Dit zijn geen nieuwe methodes, maar we zien wel een escalatie’, zegt Aisha Jung van Amnesty International. ‘Het Oostenrijkse telecombedrijf A1 is bovendien eigenaar van een zusterbedrijf in Belarus. Zij zijn dus medeplichtig aan een internet-blokkering die direct verbonden is met schendingen van de mensenrechten.’

5. Gezichtsherkenning via camera’s op straat

Sinds de vervalste presidentsverkiezingen werden in alle grote steden duizenden straatcamera’s geïnstalleerd. Camerabeelden worden gebruikt in de rechtszaal als bewijs van aanwezigheid tijdens een ‘onwettig protest’.

‘Er gaan al een tijdje geruchten rond dat de regering toegang heeft tot Chinese gezichtsherkenningssoftware’, zegt journalist Eugene Merkis. ‘Die zou ze gebruiken om mensen in protesten te identificeren. Er zal zeker iets van aan zijn. Onafhankelijke journalisten schreven erover, en zij hebben hun bronnen.’

‘In ieder geval liet de regering voor de presidentsverkiezingen in stadscentra veel nieuwe camera’s installeren’, bevestigt Merkis. ‘Aan sommige lantaarnpalen hangen nu maar liefst zes camera’s. Zo gebruikte de politie camerabeelden om mijn aanwezigheid op een van de protesten te bewijzen. Mijn identificatie als journalist maakte voor hen niks uit. De beelden waren het enige bewijs dat ze aanvoerden, en dat de rechter overigens aanvaardde, om mij een boete op te leggen.’

‘Loekasjenko’s regime is normaal gezien geen gestroomlijnde machine’, bedenkt Merkis zich. ‘De verschillende diensten hebben vaak geen contact met elkaar of werken elkaar zelfs tegen. Ze probeerden mij te lokaliseren door mij te bellen vanaf een onbekend nummer. Ik merk dat verschillende diensten op hun eigen, soms amateuristische manier, proberen om mij te lokaliseren. Terwijl ze evengoed aan de KGB zouden kunnen vragen om hun technologie, die beter is, te gebruiken.’

‘Aan sommige lantaarnpalen hangen nu maar liefst zes camera’s.’

‘Tegenwoordig helpt de KGB de politie wél om ons te vinden’, vervolgt Merkis. ‘Maar ze komen niet samen in één grote hal om samen te werken en de oppositiebeweging te onderdrukken. Ze bekijken ook niet alle beelden. Als je gefilmd word, is de kans is reëel dat niemand de beelden gebruikt. Maar je moet wel voorbereid zijn op het ergste. Van zodra ze ervoor kiezen om je te vervolgen, kunnen ze makkelijk aan die beelden komen en die gebruiken als bewijsmateriaal.’

Volgens nieuwssite Tut.by zijn de bewakingscamera’s in Minsk aangesloten op een gezichtsherkenningssysteem dat deel uitmaakt van het systeem voor toezicht op de openbare veiligheid van het land.

‘Een bedrijf dat software ontwikkelt voor videosurveillance om demonstranten te identificeren, is Synesis. Zij staan in de Europese sanctielijst van rechtspersonen waarmee EU-landen geen handel mogen drijven’, zegt Diederik Cops van het Vredesinstituut. Synesis staat sinds 17 december 2020 op de EU-sanctielijst.

Het plan van de Belarussische overheid, dat Synesis zou uitvoeren, was de volledige datastroom van surveillancenetwerken om te leiden naar één gecentraliseerd netwerk. Het bedrijf zou de komende vijf jaar in heel Belarus 360.000 camera’s op dat platform aansluiten. Er zou gezichtsherkenningssoftware op aangesloten worden.

Er werden nog maar 13.000 camera’s geïnstalleerd, maar toch maken activisten en journalisten zich zorgen. In veel Europese landen worden straten volgehangen met camera’s, maar in Belarus is dat gevaarlijk voor de mensenrechten, omdat de regering de rechterlijke macht onder controle heeft.

Voor Europarlementslid Petras Auštrevičius is duidelijk wat er moet gebeuren: ‘Alle bedrijven die het regime van Loekasjenko in stand helpen houden, zouden aan de sanctielijst moeten worden toegevoegd.’

‘De nieuwe _Dual-Use-_Verordening van de EU voorziet al wel de mogelijkheid voor lidstaten om bepaalde digitale surveillancetechnologieën die niet op de controlelijst staan, toch onder controle te plaatsen,’ zegt Diederik Cops van het Vlaams Vredesinstituut, ‘wanneer er risico’s zijn dat die producten gebruikt kunnen worden voor mensenrechtenschendingen.’

‘Maar,’ voegt Cops daar meteen aan toe, ‘het is aan elke lidstaat afzonderlijk om dit te interpreteren. Een sanctieregime daarentegen is duidelijker: het beschrijft een duidelijke en bredere lijst met goederen die in elke lidstaat onderworpen zijn aan een vergunningsplicht, of waarvan de uitvoer verboden is.’