Discussies over internationaal beheer internet duren zeker nog tot september

Nieuws

Discussies over internationaal beheer internet duren zeker nog tot september

Gustavo Capdevila

16 februari 2005

Een internationale werkgroep die een aantal essentiële vragen in verband met het beheer van het internet moet uitklaren, zal pas in september definitief verslag uitbrengen, nauwelijks twee maanden voor het tweede luik van de Wereldtop over de Informatiesamenleving (WSIS) in Tunis. Deze week bespreken de veertig onafhankelijke deskundigen van de werkgroep in Genève essentiële aspecten van de werking en het beheer van het internet.

In september 2003 vond in Genève op initiatief van de Verenigde Naties het eerste luik plaats van de Wereldtop over de Communicatiesamenleving. De WSIS is een forum waar deelnemers uit verschillende sectoren kunnen meedenken over een beleid om de digitale kloof tussen rijke en arme landen te verkleinen en om achtergestelde groepen en regio’s beter gebruik te laten maken van de informatie- en communicatietechnologie. In november vorig jaar richtte de VN de internationale werkgroep voor het beheer van het internet op, bestaande uit vertegenwoordigers van regeringen, de particuliere sector en de civiele samenleving. Die werkgroep moet beslissen over vragen die essentieel zijn voor de toekomst van het wereldwijde computernetwerk, zoals de nood aan onafhankelijkheid van de grote bedrijven die het internet nu in hun greep hebben en van de talrijke regeringen die ook hun zeg willen.

Nitin Desai, de econome die de groep voorzit en optreedt als speciaal adviseur van Kofi Anan voor de WSIS, is vrij tevreden met het verloop van de discussies tot nu toe. Zij meent dat de debatten al vruchtbaar zijn geweest en vindt dat de deelnemers sterk betrokken zijn. We hebben het momenteel vooral over het beheer van het internet. Het beheer van het systeem van internetadressen en -nummers is tot nu toe altijd in handen geweest van een privé-groep, de Internet Association for Assigned Names and Numbers, beter bekend als ICANN. Daarnaast bestudeert de groep ook onderwerpen als de veiligheid in cyberspace en internetdelicten, ongewenste berichten of spam, de mogelijke en universele toegang tot de technologie, sociale aspecten en respect voor de mensenrechten bij de werking van het internet. We zullen proberen voor de verschillende thema’s alle vragen in kaart te brengen en ook aan te geven welke veranderingen wij willen doorvoeren, aldus nog Nitin Desai.

Eén thema komt volgens Desai telkens opnieuw naar voren: de vraag van de regeringen van de ontwikkelingslanden om een grotere rol te spelen bij het beheer van het internet. Volgens de vertegenwoordiger van Brazilië, José Marcos Nogueira Viana, is het vooral belangrijk dat er een organisatie komt waarin de overheid, de civiele samenleving en de particuliere sector op hetzelfde niveau vertegenwoordigd zijn en zonder beperkingen met elkaar kunnen praten. Nogueira meent dat er momenteel geen democratie bestaat op het vlak van het internet. ICANN, het bedrijf dat het net beheert, is opgericht door de regering van de Verenigde Staten en kent de andere landen alleen maar een adviserende rol toe. Het Gouvernementeel Adviserend Comité, waarin honderd landen zetelen, staat ICANN bij met advies, maar de regeringen hebben geen stem in ICANN. En zonder stem is er geen vertegenwoordiging, geen democratie, geen transparantie en ook geen verantwoordelijkheid, aldus de Braziliaan.

Nogueira begrijpt wel dat sommige rijke landen vrezen voor censuur op het internet of een belemmering van het recht op vrije meningsuiting wanneer regeringen deel hebben aan het beheer van het internet. Maar dat gevaar is volgens hem niet zo groot wanneer er net als in Brazilië op internationaal vlak een democratische organisatie zou komen, waarin zowel de overheid, de civiele samenleving als de particuliere sector vertegenwoordigd is. Hij wijst erop dat er ten zuiden van de evenaar niet alleen maar dictaturen bestaan, zoals sommige rijke landen beweren. Zij verdenken het Zuiden ervan het internet te willen onderwerpen aan een overheidsdictatuur. Maar er bestaan in het Zuiden ook goed functionerende democratieën, zoals in Brazilië, India, Zuid-Afrika en Australië. Het is niet nodig het internet te laten overheersen door de staat zoals het nu wordt gedicteerd door bedrijven, verklaart Nogueira.

Nitin Desai wil volgende maandag in Genève ‘heel voorlopig’ verslag uitbrengen op de tweede voorbereidende vergadering voor de top in Tunis. Het document wordt woensdag 24 februari besproken door de vertegenwoordigers van de verschillende sectoren die aan de voorbereiding deelnemen. Maar het eindverslag over het omstreden thema van het beheer van het internet zal pas in september klaar zijn, net op tijd voor de laatste voorbereidende vergadering van de Top van Tunis. Die vindt plaats van 16 tot 18 november. (LD/PD)