Kledingmerken voeden onrechtstreeks de oorlog in Oekraïne
Draagt uw T-shirt bij aan de oorlog in Oekraïne?
Hoewel ze niet meer te verkrijgen zijn in de winkelstraten van Moskou en Sint-Petersburg, gebruiken kledingmerken als Esprit en New Look Russische olie om hun kleding te produceren. Daarmee voeden ze onrechtstreeks de oorlog in Oekraïne, blijkt uit onderzoek.
Pexels /Oğuzhan Karaca (CC0)
In het rapport Dressed to Kill klaagt de ngo Changing Markets de link tussen fastfashionmerken en de herkomst van hun polyester stoffen aan. Aangezien die stoffen geproduceerd worden met Russische olie, klinkt het, nemen de merken onrechtstreeks deel aan de oorlog in Oekraïne.
Update 15 november 2022
Oorspronkelijk werd in dit artikel het jeansmerk G-Star Raw genoemd, maar zij betwisten het rapport van Changing Markets. Medewerker Valentijn Bouman meldt dat een van hun stoffenleveranciers, Jacobros, weliswaar van het Chinese Hengli Group afneemt, maar enkel voor gerecycleerde materialen en niet voor nieuwe synthetische stoffen. Bouman benadrukt dat ‘G-Star geenszins het gebruik van Russische olie in onze producten accepteert’. Changing Markets bevestigt aan onze redactie dat ze in gesprek zijn met G-Star en meldt dat het merk in hun eigen (publieke) leverancierslijsten niet aangeeft of hun leveranciers nieuwe dan wel gerecycleerde synthetische stoffen leveren. ‘We blijven dus achter onze analyse staan op basis van de beschikbare data, maar zullen ons rapport aanvullen met deze extra informatie’, mailt communicatieverantwoordelijke Rebecca Hesketh.
Doorheen haar onderzoek heeft Changing Markets een link gevonden tussen de Indische polyesterfabrikant Reliance Industries in India en merken als Benetton Group, Esprit, New Look en Next.
Reliance Industries is grotendeels afhankelijk van Russische olie. Op het moment dat de invasie van Oekraïne al bezig was, heeft het twaalf keer zoveel Russische olie afgenomen. Voor maart dit jaar nam het voor 67,4 miljoen euro olie af. In juli sloeg het voor 829,4 miljoen euro aan olie in.
Van Primark tot Hugo Boss
Changing Markets richt zich niet enkel op India voor het onderzoek, maar bekijkt ook de toeleveringsketen in China. Dat land heeft 55 procent meer Russische olie afgenomen, bleek in mei 2022, dan het jaar voordien.
Een van de fabrikanten waarvoor er ‘zeer sterk bewijs’ bestaat dat het massaal Russische olie afneemt, is de Chinese Hengli Group. Ook daar nemen Benetton Group, Esprit, New Look en Next stoffen af. Daarnaast hebben ook H&M, C&A, Boohoo, Primark, Nike en Zalando linken met ofwel Hengli Group, ofwel Reliance Industries, ofwel beide.
‘Alle kledingmerken die afhangen van Russische olie, moeten dringend van leverancier veranderen.’
Ook luxemerken zoals Hugo Boss zijn betrokken partij, blijkt uit het onderzoek. Dat heeft Changing Markets ontdekt, ‘hoewel veel van de merken niet transparant zijn wat hun toeleveringsketen betreft’. In de Fashion Transparency Index van de ngo Fashion Revolution scoorde Hugo Boss bijvoorbeeld 49 procent. Asics, G-Star RAW en Zalando scoorden 44 procent, Next amper 37 procent.
Anastasiia Martynenko, die aan het hoofd staat van de ngo Zero Waste Society in Oekraïne, is scherp. ‘Het is cynisch om te bedenken hoezeer kledingmerken afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen in het licht van de invasie in Oekraïne. Merken moeten hun toeleveranciers openbaar maken en onmiddellijk stoppen met Russische olie of andere fossiele brandstoffen te gebruiken. Eerder zouden ze hun toevlucht moeten nemen bij veilige, natuurlijke en duurzame materialen en bedrijfsmodellen.’
Weg uit Rusland, en toch betrokken partij
Frappant is dat bijna twee derde van de betrokken merken (25 van de 39 merken) niet langer in Rusland verkopen sinds de invasie van Oekraïne. Net als bijvoorbeeld de fastfoodketen McDonald’s hebben merken zoals Esprit en New Look zich teruggetrokken uit de Russische winkelstraten.
‘Door synthetische vezels aan te kopen, blijven deze merken echter de oorlog in Oekraïne steunen’, oordeelt Vladyslav Vlasiuk. Hij werkt voor de Oekraïense overheid als expert in sancties. ‘Alle kledingmerken die afhangen van Russische olie, moeten dringend van leverancier veranderen’, is zijn advies. Dat zegt ook George Harding-Rolls, de campagneleider van Changing Markets. ‘Houd op met dat bezoedeld polyester te gebruiken waar Poetin zijn portemonnee van aandikt.’
Andere merken, zoals Benetton en Asics, hebben zich niet uit Rusland teruggetrokken. KSE Institute, de faculteit Economie in Kiev, houdt via de website Leave Russia bij welke bedrijven in Rusland blijven opereren. Zo voert het instituut campagne om hen te doen vertrekken uit het land.
Verslaafd aan polyester
Voor Changing Markets ligt een groot deel van het probleem bij de manier waarop goedkope modemerken afhankelijk zijn van de olie-industrie. Meer dan twee derde van de kleren die wereldwijd geproduceerd worden, zijn gemaakt van synthetische polyester. Changing Markets verwacht dat tegen 2030 het aandeel van polyester maar liefst 85 procent zou zijn. Dat zou betekenen dat tegen het einde van dit decennium nog geen 15 procent van onze kleerkast uit natuurlijke stoffen als katoen en wol zou bestaan.
In 2021 publiceerde Changing Markets de rapporten Fossil Fashion en Synthetics Anonymous. Uit hun onderzoek naar 46 kledingmerken, waaronder sportmerken zoals Adidas en Nike, bleek dat kledingmerken ‘verslaafd zijn aan fossiele brandstoffen’ en daardoor ‘het gevaar van plasticvervuiling grotendeels negeren’.
‘Nu zien we de andere prijs voor onze goedkope kleren.’
Slechts zes van de onderzochte merken gaven aan dat ze het aandeel van polyester in hun kledingproductie wilden beperkten in de toekomst. Drie van die zes – Benetton, Esprit en Hugo Boss – zijn nu opnieuw betrokken partij in het onderzoek naar Russische olie.
‘Net als je dacht dat de mode-industrie het toppunt van greenwashing bereikt heeft, brengen we aan het licht hoe sommige kledingmerken de gruwelijke oorlog van Poetin financieren’, concludeert Changing Markets-campagneleider Harding-Rolls. ‘We weten al langer dat fast fashion de klimaatcrisis en de plasticvervuiling mee aanwakkert. En nu zien we de andere prijs voor onze goedkope kleren. Als we synthetische kleren kopen, ondersteunen we de Russische olie en dus de invasie van Oekraïne.’