Nada Al-Nashif (VN): ‘Marteling kan nooit worden gerechtvaardigd, ongeacht de omstandigheden of de context’
Duizenden folteringen in Congo en nauwelijks straffen
IPS
07 oktober 2022
In de Democratische Republiek Congo zijn de voorbije drie jaar 3618 gevallen van marteling of onmenselijke behandeling geregistreerd. De meerderheid daarvan gebeurde in gebieden die door conflicten worden geplaagd, en straffeloosheid is er de norm. Dat blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties.
Volgens de VN vinden veel martelingen plaats in Congolees conflictgebied.
MONUSCO/ Abel Kavanagh (CC BY-SA 2.0)
Het VN-Mensenrechtenbureau in de DRC (UNJHRO) en de VN-missie (MONUSCO) registreerden in de voorbije drie jaar 3618 gevallen van ‘marteling, wrede, onmenselijke of vernederende behandeling’.
Daarbij waren in totaal bijna vijfduizend slachtoffers betrokken. In 492 van de geregistreerde gevallen gaat het om seksueel geweld, met in totaal 761 slachtoffers. Het grootste deel - 93 procent - werd opgetekend in conflictgebieden.
Soldaten en personeel van de veiligheidsdiensten waren betrokken bij 1293 zaken. Nog eens 1833 zaken worden toegeschreven aan leden van gewapende groeperingen, die soms alleen handelden, maar soms ook slachtoffers martelden in samenwerking met de veiligheidsdiensten.
Straffeloosheid
Ondanks de omvang van de schendingen en misbruiken werden in dezelfde periode maar 2 legerofficieren, 12 nationale politieagenten en 75 leden van gewapende groeperingen veroordeeld.
Die straffeloosheid schept een gunstig klimaat voor marteling en verklaart het wantrouwen van de bevolking jegens de veiligheidstroepen en politiediensten.
‘Marteling kan nooit worden gerechtvaardigd, ongeacht de omstandigheden of de context’, zegt Nada Al-Nashif, waarnemend Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN. ‘De overheden van de DRC moeten met spoed en vastberadenheid optreden om een einde te maken aan deze plaag.’