Duizenden kinderen opnieuw op de vlucht door toenemend geweld in Noordwest-Syrië

Nieuws

2,8 miljoen burgers bevinden zich in nood, waarschuwen ngo's

Duizenden kinderen opnieuw op de vlucht door toenemend geweld in Noordwest-Syrië

Duizenden kinderen opnieuw op de vlucht door toenemend geweld in Noordwest-Syrië
Duizenden kinderen opnieuw op de vlucht door toenemend geweld in Noordwest-Syrië

Nelke Roose

31 januari 2020

Toenemend geweld drijft vluchtelingen in het noordwest van Syrië weer op de vlucht. Het gaat om zeker 200.000 gezinnen, weet Save The Children. Bovendien hebben 2,8 miljoen mensen in de regio nood aan humanitaire hulp.

Ahmad* (7) en zijn broer Faris* (4) spelen in een een vluchtelingenkamp in Idlib, Syrië.

© Save The Children

Sinds december sloegen bijna 390.000 Syrische burgers, waarvan 80 procent vrouwen en kinderen, opnieuw op de vlucht. In de noordwestelijke provincies Idlib en Aleppo nam het geweld sinds november 2019 weer sterk toe. Het dwong zo’n 200.000 Syrische families om te vluchten. Dat meldt de internationale kinderrechtenorganisatie Save The Children.

Daarnaast hebben ongeveer 2,8 miljoen van de 4 miljoen inwoners in de regio humanitaire hulp nodig. Het gaat daarbij voornamelijk om onderdak, eten, andere basisbenodigdheden en cash geld. OCHA, het Bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken van de Verenigde Naties, meldt dat duizenden families schuilen in publieke gebouwen, scholen, moskeeën maar ook in onafgewerkte huizen, winkels en publieke parken.

Velen hebben geen toegang tot toilet of stromend water. Ook schieten de prijzen van basismiddelen en diensten de hoogte in door de devaluatie van de Syrische pond. Zo zijn de gevluchte families sterk afhankelijk van lokale goede doelen voor onder andere eten.

Voor velen is dit niet de eerste keer dat ze op de vlucht slaan, waarschuwt OCHA in een nieuw rapport. Steeds weer moeten vertrekken, houdt grote risico’s in en vergroten de kwetsbaarheid. Zo stijgt het risico op een slechte gezondheid.

Voortdurend conflict

‘We vertrokken met alleen de kleren die we aan hadden.’

Save The Children sprak met de jongen Karim* die met zijn familie vluchtte uit de stad Ma’arat Nu’man en vandaag in een tent leeft op een speelplein dat als opvangcentrum dient. ‘De tocht naar hier was verschrikkelijk. We lieten alles achter en vertrokken met alleen de kleren die we aan hadden. Maar hier is het koud en loopt de regen in onze tenten. Er is totaal geen hulp.’

Vooral ten zuiden van Idlib en in het westen van Aleppo bombardeert het Syrische leger dagelijks kampen, scholen en ziekenhuizen. Die regio’s staan onder controle van verschillende jihadistische rebellengroepen. De Syrische president Bashar al-Assad, gesteund door Iran en Rusland, wil de laatste door rebellen gecontroleerde gebieden, opnieuw heroveren.

Het toenemend geweld eist een zware tol, schrijft Save The Children. Zo werden de afgelopen twee weken minstens 81 burgers gedood, waarvan 34 kinderen. De organisatie benadrukt dat het probleem zich niet alleen vandaag afspeelt: in juli vorig jaar werden in één maand tijd meer kinderen gedood in Idlib dan in het hele jaar ervoor.

De meeste gezinnen vluchten naar de grens met Turkije of de meer noordelijke delen van de Syrische provincies. Ze vluchten naar gebieden als Afrin, A’zaz en al-Bab. Maar door de groeiende toestroom mensen, neemt daar het tekort aan onderdak en ondersteuning toe.

Machtsstrijd in Noordwest-Syrië

Het is een geopolitiek machtsspel dat aan de basis ligt van de erg precaire situatie voor de vele Syrische vluchtelingen in de regio. De kaarten liggen bijna vast. Alleen in Idlib is het nog niet duidelijk wie er de macht zal behouden. Toch lijkt de eindstrijd stilaan ingezet. De Syrische overheid en Rusland intensiveren hun bombardementen om de jihadistische rebellen er voorgoed te verdrijven en met Idlib de laatste grote stad te heroveren.

Daaraan gingen een complexe machtsstrijd en deals tussen de grootmachten vooraf. Turkije is een belangrijke speler. In januari 2018 startte het een militaire operatie tegen voornamelijk Koerdische groepen in Noordwest-Syrië om de stad Afrin aan te hechten bij een Turkse bufferzone langs de Turks-Syrische grens. Rusland trok zijn militaire basis in Afrin terug, in ruil sloot Turkije de grens tussen Turkije en Idlib zodat Rusland en het Syrische leger de jihadistische rebellen in Idlib makkelijker konden aanvallen.

Nadat in oktober 2019 de Amerikaanse president Trump de Amerikaanse soldaten terugtrok uit Noordoost-Syrië, verloren de Koerden ook daar een grote bondgenoot en bescherming tegen de Turken. Daarom zochten de Koerden steun bij de Syrische president Assad, en dus bij Rusland. Verdere Turkse operaties in Noordoost-Syrië lijken voorlopig afgewend, omdat weinigen een conflict tussen Turkije en Rusland willen riskeren.

Alles draait nu om Idlib in het noordwesten van het land. Maar wie ook Idlib in handen krijgt, de burgers betalen de hoogste prijs.