Egypte wacht op explosie hepatitis-tijdbom

Nieuws

Egypte wacht op explosie hepatitis-tijdbom

Cam McGrath

05 mei 2009

Egypte krijgt de komende jaren onvermijdelijk met een zware gezondheidscrisis te maken. Acht à negen miljoen Egyptenaren kwamen de voorbije jaren in aanraking met hepatitis C, en daarvan zullen er de komende jaren ettelijke tienduizenden sterven als ze geen nieuwe lever krijgen.

In geen enkel land is een groter aandeel van de bevolking besmet met hepatitis C dan in Egypte. Dat is ironisch genoeg het gevolg van een gezondheidscampagne. Tussen 1964 en 1982 liet de regering plattelandsbewoners intraveneus inenten tegen schistosomiasis (bilharzia), een ziekte die wordt overgedragen door wormen die in het water leven. Door het hergebruik van naalden werden ongemerkt miljoenen mensen besmet met het toen nog onbekende hepatitis-virus. In sommige streken op het platteland is de helft van de bevolking in contact gekomen met het virus.

Steeds meer doden

Egypte doet er intussen alles aan om de verdere verspreiding van de ziekte in te dammen, maar de oude dragers van het virus beginnen stilaan de verwachte problemen te ontwikkelen. Zowat 70 procent van de dragers krijgen chronische leverontsteking. In een kwart van de gevallen ontaardt die binnen 20 tot 30 jaar in cirrose, waardoor het levensbelangrijke orgaan langzaam stilvalt.
“Leverziekten zijn de grootste uitdaging voor het Egyptische gezondheidssysteem geworden, en dat zal de komende tien jaar zo blijven”, zegt Mostafa Kamal Mohamed, een professor geneeskunde van de Ain Shams-universiteit in Caïro.
Egyptische artsen schatten dat er nu al ongeveer 30.000 Egyptenaren per jaar sterven aan leverproblemen die veroorzaakt worden door hepatitis C. Dat cijfer zal de komende jaren nog aanzienlijk stijgen. “We verwachten een piek in de sterfgevallen in 2012”, zegt Wahid Doss, het hoofd van de Nationale Commissie voor de Inperking van Virale Hepatitis.

Behandelingsmogelijkheden zijn beperkt

Veel mogelijkheden zijn er niet om patiënten in het terminale stadium te behandelen. De Egyptische wet verbiedt de transplantatie van organen van overleden donors. Voor transplantaties van een deel van de lever van levende donors gelden strenge voorwaarden. “We voeren enkele honderden transplantaties uit per jaar, terwijl er tienduizenden nodig zijn,” zegt de chirurg Refaat Kamel, een specialist in tropische ziekten. “Zonder transplantaties zijn al die mensen ten dode opgeschreven.”
Een levertransplantatie kost tot 45.000 euro, met nog eens 7500 euro voor de geneesmidelen die afstotingverschijnselen moeten voorkomen. Voor de meeste Egyptenaren is dat onbetaalbaar. Bij sommige van de voorbije transplantaties betaalde de overheid een deel van de kosten, “maar ze zal nooit alle kosten op zich kunnen nemen”, zegt Kamel.
De Egyptische gezondheidszorg concentreert zich daarom op de patiënten die nog niet zo ver zijn afgetakeld. De standaardbehandeling met interferon en de virusbestrijder ribavirin duurt 48 weken en kost 2600 euro. Maar die therapie  slaat maar bij een derde tot de helft van de patiënten aan, en veroorzaakt vaak zware neveneffecten. Toch zijn er nu 16 behandelingscentra in het land waar hepatitis C-dragers goedkoop de nodige geneesmiddelen krijgen toegediend. De Egyptische regering geeft er per jaar 37 miljoen euro aan uit, maar dat is nog altijd veel goedkoper dan later meer transplantaties te moeten subsidiëren.
Ondanks de omvang van het probleem en de voorlichtingscampagnes van de overheid telt Egypte intussen per jaar nog altijd minstens 70.000 nieuwe besmettingen met hepatitis C. “Preventie is een groot probleem in Egypte”, zegt Doss van de Nationale Commissie voor de Inperking van Virale Hepatitis. “Op festivals zie je nog altijd tatoeëerders en besnijders die dezelfde instrumenten gebruiken voor 50 klanten.”