Einde aan moderne slavernij begint in de bestuurskamer
Farangis Abdurazokzoda
17 april 2014
Moderne slavernij kan uitgebannen worden uit multinationale toeleveringsketens, maar alleen als bedrijven bijdragen aan grotere transparantie en samenwerking. Dat staat in nieuwe aanbevelingen van Sedex Global en Verite.
“Mensenhandel en slavernij in toeleveringsketens zijn wereldwijde kwesties”, zegt Mark Robertson, hoofd marketing en communicatie bij Sedex Global, een non-profitorganisatie op het gebied van verantwoord ondernemen. “Maar die kwesties zijn oplosbaar en er zijn goede voorbeelden van bedrijven en initiatieven die hieraan werken.”
Er zijn naar schatting 11,7 miljoen slachtoffers van gedwongen arbeid in Azië, gevolgd door Afrika met 3,7 miljoen en 1,8 miljoen in Latijns-Amerika. Slavenarbeid is onderdeel van de productie in minstens 122 consumentenproducten in 58 landen, volgens statistieken van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO).
Sectoren als de landbouw, mijnbouw en bosbouw zijn extra kwetsbaar voor mensenhandel en slavenarbeid. Ook in de elektronica-, kleding-, en schoenenindustrie zijn veel problemen. “Veel consumentenproducten komen uit Azië en ook mensenhandel viert daar hoogtij”, zegt Lisa Rende Taylor van Anti-Slavery International in het rapport.
Bijna 21 miljoen mensen zijn wereldwijd slachtoffer van mensenhandel, volgens informatie van Sedex Global en Verite. In 55 procent van de gevallen gaat het om vrouwen en meisjes. Migranten en inheemse bevolkingsgroepen lopen het meeste risico als het gaat om slavenarbeid.
De organisaties doen de aanbeveling aan bedrijven om bewustwording over mensenhandel op gang te brengen en een verantwoord bedrijfsbeleid te voeren. Bijzonder belangrijk daarbij is het in kaart brengen van toeleveringsketens om kwetsbare plaatsen en mensen te identificeren.
Macht van de consument
Consumenten hebben veel macht, zegt Karen Stauss, programmadirecteur bij Free the Slaves, een belangengroep. “Het dringt nog onvoldoende door. De macht van de consument, de koopkracht van het bedrijf en wetgeving moeten allemaal onderdeel zijn van de oplossing.”
Stauss zegt dat de California Transparancy in Supply Act in de VS een goed voorbeeld is van wetgeving. Die wet verplicht beursgenoteerde ondernemingen om bekend te maken welke inspanningen ze doen om mensenhandel en slavernij te weren uit hun toeleveringsketen.
Veel bedrijven blijken echter geen formeel anti-slavernijbeleid te hebben. Volgens het centrum Business & Human Rights Resource hadden slechts 11 van de 129 bedrijven die gevraagd zijn zich aan de wet te houden, dit in februari van dit jaar daadwerkelijk gedaan. Onder druk van activisten volgden in de afgelopen maanden ook andere bedrijven. Op dit moment houdt 21 procent van de bedrijven zich nog niet aan de wet.
“Het is belangrijk om alle bedrijven, niet alleen de progressieve, aan te sporen transparanter te zijn over hun toeleveranciers naar hun klanten en investeerders toe”, zegt Stauss van Free the Slaves. “Hoewel multinationals wellicht niet direct betrokken zijn bij dwangarbeid, kunnen ze wel helpen het probleem aan te pakken. Dat kan door hun macht te gebruiken om invloed uit te oefenen op toeleveranciers die grondstoffen verwerken, daar waar mensenhandel en slavernij het meest voorkomen.”