EU schaart zich achter VN-rapport over ‘ergste mensenrechtenschendingen in 35 jaar’

Nieuws

EU schaart zich achter VN-rapport over ‘ergste mensenrechtenschendingen in 35 jaar’

Thalif Deen

07 november 2003

Vorig jaar werden de rechten van de Palestijnen in de bezette gebieden als nooit tevoren geschonden, zo concludeerde een VN-commissie gisteren (donderdag). De Europese Unie schaart zich achter het VN-rapport dat daarover in de Algemene Vergadering werd voorgelegd. Volgens onafhankelijke waarnemers kunnen de EU en de Verenigde Staten het respect voor de mensenrechten in de bezette gebieden beter afdwingen met financiële sancties dan met de zoveelste resolutie.

“Helaas moeten we melden dat de toestand (in de bezette gebieden) drastisch is achteruit gegaan in 2002,” zegt ambassadeur Chitambaranathan Mahendran, de voorzitter van de Speciale Onderzoekscommissie voor Israëlische Praktijken in de Bezette Gebieden. De onderzoekscommissie brengt al 35 jaar verslag uit en zegt dat de rechten van de Palestijnen in 2002 erger geschonden werden dan ooit. De Palestijnen zagen hun bewegingvrijheid ingeperkt als nooit voorheen door een aantal nieuwe Israëlische maatregelen: de instelling van een nachtklok, wegblokkades en de afgrendeling van wegen. Bovendien werden hun economische, sociale en culturele rechten sterk geschonden en ondermijnd.

“Het ontegensprekelijke recht van de Palestijnen op een eigen staat wordt vandaag bedreigd door de oprichting van een scheidingsmuur, de toename van de Joodse nederzettingen en de zware vernietiging van infrastructuur, eigendommen en huizen,” zegt de VN-commissie. Mahendran waarschuwt dat de scheidingsmuur grote delen (Palestijnse bronnen spreken over 55 procent) van de Westelijke Jordaanoever dreigt te annexeren, waaronder de belangrijkste waterbronnen in de Jordaanvallei.

De bevindingen zijn gebaseerd op getuigenissen van Palestijnen. Die brengen hun verslag uit aan de commissie, die opereert vanuit Caïro en Amman. Noodgedwongen: ook dit jaar kreeg de driekoppige commissie – met naast de Srilankaan VN-ambassadeurs uit Senegal en een Maleisië - geen toelating om het Israëlische grondgebied te betreden. “Ons officieel verzoek daarvoor werd afgewezen. Israël stelt zich vijandig op tegen onze commissie,” zegt Mahendran, die Israël andermaal oproept om de commissie “de situatie zelf ter plaatse te laten inschatten.” Israël weigert de commissie te erkennen.

Israël zou de afgelopen drie jaar 4.000 Palestijnse huizen met de grond gelijk gemaakt hebben, zo bleek uit een apart VN-rapport, dat eveneens gisteren werd voorgesteld. Miloon Kothari, de speciale VN-rapporteur over de destructie van huizen benadrukt dat duizenden Palestijnen dakloos zijn geworden, “vooral in de Gazastrook, waar de destructie zich concentreert.”

Het rapport-Mahendran in de Algemene Vergadering kreeg de steun van de 15 landen van de Europese Unie. “De EU eist dat Israël de constructie van de muur in de bezette gebieden stopt en terugdraait, ook in en rond Jeruzalem,” verklaarde de EU-vertegenwoordiger Marco Carnelos. “De EU is erg bezorgd over de aanhoudende bezetting van de Palestijnse steden en de ernstige beperkingen die Israël stelt op het vrij verkeer van personen en goederen.” De Europese vertegenwoordiger was ook scherp voor de tactieken van het Palestijnse verzet: “De EU veroordeelt scherp elke vorm van terrorisme, in het bijzonder de gewelddadige aanvallen op Israëlische burgers.”

Volgens Israël zijn de internationale verdragen over de mensenrechten niet van toepassing op de bezette gebieden. De Europese Unie en de Verenigde Staten kunnen Israël financieel onder druk zetten om zich aan de internatonale wetten en regels te houden, zo benadrukt Catherine Cook, één van de coördinatoren van het Middle East Research and Information Project (MERIP). Washington geeft meer dan drie miljard dollar subsidies per jaar aan Israël in de vorm van economische en militaire hulp. “Tot op heden heeft geen van beide Israël voor de keuze gesteld om de praktijken in de bezette gebieden te stoppen of financiële sancties te ondergaan.” De afdwingbaarheid van internationale mensenrechtenverdragen “is momenteel volledig afhankelijk van politieke wil. Het zijn uiteindelijk de machtige landen die bepalen waar en wanneer de mensenrechten worden afgedwongen en wie al dan niet gestraft wordt.”