Eurocrisis kan ontwikkelingslanden besmetten

Nieuws

Eurocrisis kan ontwikkelingslanden besmetten

Eurocrisis kan ontwikkelingslanden besmetten
Eurocrisis kan ontwikkelingslanden besmetten

Thalif Deen

16 augustus 2011

De schuldencrisis in de eurozone zal vroeg of laat gevolgen hebben voor de ontwikkelingslanden, waarschuwen analisten. Eerder was de economische crisis van 2008-2009 al een streep door de rekening van de millenniumdoelstellingen om tegen 2015 extreme armoede en honger uit de wereld te helpen.

“De eurozone is een grote markt. Iedereen die hier goederen of grondstoffen naar uitvoert, zal de crisis voelen”, verklaart Mauro Guillen, directeur van het Lauder-instituut aan de Wharton School of Business van de Universiteit van Pennsylvania. “De eurozone is ook een grote investeerder. Als Europese bedrijven vertrouwen verliezen, stellen ze investeringen uit.” Tot slot kan een crisis in de eurozone tot “onrust op de financiële markten leiden, wat ook ontwikkelingslanden treft”.

De huidige crisis bedreigt westerse landen als Portugal, Ierland, Griekenland en mogelijk Spanje en Italië. De meest drastische maatregelen houden in dat Portugal en Griekenland vrijwillig uit de eurozone stappen om een grote ramp voor de eenheidsmunt af te wenden. De euro wordt door 332 miljoen mensen gebruikt in 17 van de 27 EU-lidstaten.

Dean Baker van het Centrum voor Onderzoek naar Economie en Beleid (CEPR) in Washington verwijst naar de zware bezuinigingen die steeds meer Europese landen zich opleggen. “Daardoor krimpt de Europese markt voor de ontwikkelingslanden.”

Faillissement

“De nervositeit op de financiële markten komt bovenop bestaande onzekerheden die hoofdzakelijk werden veroorzaakt door het moeizame herstel in Europa, Japan en de VS”, stelt Rob Vos, directeur van de afdeling Ontwikkelingsbeleid en Analyse van het VN-departement voor Economische en Sociale Zaken. “We moeten dus niet alleen kijken naar de Amerikaanse overheidsschuld of de schuldencrisis in Zuid-Europa.”

Het moeizame herstel in deze economieën valt af te lezen aan een blijvende hoge werkloosheid en de kwetsbaarheid van de banksector. Financiële investeerders vrezen meer economische nadelen als regeringen proberen hun tekorten en schulden onder controle te krijgen. Volgens Vos zullen strenge besparingsmaatregelen nog zwaarder wegen op de Europese en Amerikaanse economie, waardoor fiscale aanpassing en schuldenvermindering moeilijker worden.

“Moeten we dus echt bezorgd zijn om een mogelijk faillissement van de VS of een van de Zuid-Europese landen?”, vraagt Vos zich af. Beleidsmakers hebben duidelijk gemaakt dat ze dat niet zullen laten gebeuren, voegt hij eraan toe.

Double dip-recessie

Tijdens de vorige financiële onrust, waarschuwde VN-secretaris Ban Ki-moon dat een oplossing voor de crisis niet ten koste mag gaan van andere kritieke problemen als honger, voedselcrisis en klimaatverandering.

Wat zullen de gevolgen zijn van deze crisis voor de ontwikkelingslanden? Vos denkt dat de vertraging van het economische herstel in geïndustrialiseerde landen de ontwikkelingslanden het meeste zorgen baart. Ze blijven zeer afhankelijk voor hun export van de vraag in geïndustrialiseerde landen. “Aanhoudende financiële onrust zal hen ook niet goed doen”, denkt hij.

Als de snelle verkoop op de Amerikaanse en Europese aandelenmarkt aanhoudt, kan dat leiden tot verdere problemen. “Met een ‘double dip’-recessie komt er ook meer druk op de ontwikkelingshulp, die vooral de armste landen zal treffen”, analyseert Vos.

“In die zin in moet de internationale gemeenschap meer maatregelen nemen om globale liquiditeitsmechanismen (vooral diegene die door het Internationaal Monetair Fonds worden beheerd) te versterken. Zo kan ze vermijden dat verdere schommelingen op de kapitaal- en grondstoffenmarkt leiden tot betalingscrisissen in de ontwikkelingslanden”, besluit Vos.