Europees geld moet Togo uit slop halen
Erik Gobbbers
01 oktober 2008
Nu de regering van Togo stilaan de democratie herstelt, krijgt Lomé ook opnieuw steun vanuit Brussel. Niet iedereen is er gerust op dat het geld goed besteed zal worden, al is iedereen het er wel over eens dat de nood heel groot is.
“600 milliards de F CFA accordés au Togo!” kopte de krant Golfe Info op 22 september triomfantelijk. De krant had het over de belofte van Europese donoren om de komende drie jaar 900 miljoen euro ontwikkelingsgeld vrij te maken. Het nieuws werd in Togo ontvangen met het enthousiasme van een wereldbekeroverwinning.
Op 18 en 19 september vond in de zetel van de Europese Commissie te Brussel de conferentie van de partners voor de ontwikkeling van Togo plaats. Die donorlanden zijn onder andere Frankrijk, Duitsland, Italië, VSA, China, Algerië, Saoudi-Arabië, Libië. Ook vertegenwoordigers van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank waren aanwezig. Gastheer van dienst, Louis Michel, Europees Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, liet niet na om in zijn betoog de loftrompet te steken over de gunstige politieke en sociaal-economische koers die de Togolese overheid volgens de commissaris sinds kort vaart. Met name prees hij president Fauré Gnassingbé, die volgens Michel goed bezig is met de uitvoering van het Globaal Politiek Akkoord dat onder toezicht van de EU en CEDEAO (Communauté Economique des Etats de l’Afrique de l’Ouest) in augustus 2006 getekend werd door de belangrijkste spelers op het Togolese politieke toneel.
Toch is niet iedereen in Togo onverdeeld enthousiast over het beloofde geld. Kritische krantencommentatoren – op zich wel een teken dat het tegenwoordig iets beter gaat met de democratie in het land – stellen zich vragen bij het triomfalisme van de overheid. “La montagne a accouché d’une souris” bloklettert de bi-hebdomadaire Forum de la Semaine daags na de donorconferentie. Of vrij vertaald, ze zijn teruggekomen met een luchtspiegeling. Of nog: 600 miljard FCFA voor een land zonder wegen of bruggen is duidelijk te weinig.
Ben Tchak schrijft in Courrier de la République van 22 september dat de president in drie jaar tijd reeds aan zijn vierde premier toe is. Wat veel, vindt hij. Gilbert Houngbo, een academicus die doorgaans omschreven wordt als een technocraat, heeft begin september een belangrijke directeursfunctie bij de UNDP geruild voor het onzekere premierschap. De hamvraag luidt volgens Tchak dan ook of Houngbo in staat zal zijn het werk af te maken en vooral het tij te doen keren. Met andere woorden zal hij in staat blijken met de hulp van het Westen, Togo definitief uit het slop te halen?
Lees het uitgebreide Achtergrond-artikel van Erik Gobbers (Africa Matters).