Evaluatie van tien jaar Europees actieplan tegen mensenhandel
Europees Parlement schuift verantwoordelijkheid mensenhandel door naar “consument”
IPS / Daan Bauwens
17 februari 2021
In een nieuwe stemming kiest het Europees Parlement resoluut voor onvoorwaardelijke steun aan slachtoffers van mensenhandel. Maar experts waarschuwen voor een nieuwe wending waarbij de consument vervolgbaar gesteld wordt voor het gebruik van diensten van slachtoffers.
De Wallen in Amsterdam. Het criminaliseren van de sekssector is volgens experts een politieke en ideologische keuze en niet gebaseerd op echte bewijzen.
Joseph Mietus / Flickr (CC BY-NC 2.0)
Tien jaar na de lancering van het Europese actieplan tegen mensenhandel werd een evaluatie opgemaakt om het toekomstige beleid van de EU uit te stippelen. De stemming van dat evaluatierapport veroorzaakte vorige week de nodige nervositeit bij tal van ngo’s uit de asiel- en migratiesector. Het rapport bevatte namelijk erg omstreden amendementen, afkomstig uit de extreemrechtse fracties in het Europees halfrond.
Eén van die amendementen bevatte het voorstel om ngo’s die reddingsoperaties uitvoeren op zee te beschouwen als vormen van mensenhandel en -smokkel. Een ander suggereerde het schrappen van bestaande bepalingen over het recht op een familiaal leven voor slachtoffers van mensenhandel. Er werd ook opgeroepen om veilige en legale migratie niet langer te beschouwen als een manier om mensenhandel te voorkomen. Deze amendementen werden stuk voor stuk weggestemd.
Dublinverordening
Het evaluatierapport bekeek ook hoe goed lidstaten het actieplan tegen mensenhandel van tien jaar terug in de praktijk gebracht hadden. Daarbij viel op dat bepaalde lidstaten – onder meer Duitsland en Nederland - een beleid voeren dat tegengesteld is aan de aanbevelingen van 2011.
Nederland en Duitsland volgen namelijk de Dublinverordening voor slachtoffers van mensenhandel, waardoor die teruggestuurd worden naar het land waar ze de EU binnenkwamen. ‘Het staat de hulp aan slachtoffers in de weg, omdat die weten dat ze snel teruggestuurd kunnen worden naar een ander land en dus geen hulp zullen zoeken’, zegt Suzanne Hoff, internationaal coördinator van La Strada International, de internationale koepelvereniging van organisaties actief in de strijd tegen mensenhandel. ‘Indien teruggestuurd, lopen ze in dat land weer veel kans om opnieuw verhandeld te worden en getraumatiseerd te geraken.’
Hoff is blij dat het Europees Parlement heeft besloten om de landen die deze praktijken toepassen, expliciet te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Of die landen dat uiteindelijk ook omzetten in wet of beleid, is een beslissing die de lidstaten zelf mogen nemen.
Onvoorwaardelijke bijstand
Ook Lilana Keith van PICUM, het platform voor internationale samenwerking voor ongedocumenteerde migranten, is meer dan tevreden met bepaalde passages in het rapport: ‘Het recht op onvoorwaardelijke bijstand van de overheid werd erkend, dat is absoluut positief en zal cruciaal zijn voor de toekomstige EU-strategie.’
Er zijn passages in het evaluatierapport die de ngo’s aanduiden als “bijzonder problematisch”
In verschillende lidstaten, waaronder ook België, is steun aan slachtoffers altijd gekoppeld aan samenwerking met de politie. Indien er geen rechtszaak volgt omdat er niet voldoende bewijzen verzameld konden worden, ontstaat er twijfel aan het slachtofferschap, verliest de persoon het beschermingsstatuut en alle steun die ermee gepaard gaat en wordt hij of zij het land uitgezet. Dat kan slachtoffers ontmoedigen om zich uit de netten van mensenhandelaars te verlossen en moet veranderen, vindt het Europees Parlement.
Consument verantwoordelijk
Er zijn ook passages in het evaluatierapport die de ngo’s aanduiden als “bijzonder problematisch”. Zo vraagt het rapport met aandrang om ‘het bewust gebruikmaken van de diensten van slachtoffers van mensenhandel’ strafbaar te stellen. De tekst heeft het expliciet over “alle diensten”. Maar daar zou een andere agenda achter schuilgaan.
Een voorstel van de Groenen tot debat over de redenen waarom mensen in situaties van uitbuiting terechtkomen - de neerwaartse druk op lonen, armoede, de nood aan meer reglementering voor bedrijfssectoren - viel op een koude steen bij de andere fracties. Ook het argument dat onder een dergelijke regelgeving iemand die een reep chocolade koopt hiervoor vervolgd zou kunnen worden als die wist dat die door slachtoffers van kinderhandel werd geproduceerd, kon op weinig animo rekenen.
Anti-prostitutielobby
PICUM en La Strada International zien in het criminaliseringsinitiatief in de eerste plaats de bevestiging dat een overweldigende meerderheid van de Europese Parlementsleden vindt dat mensenhandel met harde hand te lijf moet worden gegaan. Daarnaast zien ze er de invloed in van zowel de katholieke als de anti-prostitutielobby, gezien de nieuwe regelgeving vooral zou gelden voor klanten van sekswerkers. Dat is ook de mening van de Europese sekswerkersunie ICRSE.
Het criminaliseren van de sekssector is volgens experts een politieke en ideologische keuze en niet gebaseerd op echte bewijzen.
‘Op zich zijn we uiteraard voor strafbaarheid voor iedereen die mensen uitbuit, maar dit is erg lastig want je gaat de sekssector criminaliseren, en niet de land- en tuinbouw waar ook veel mensen worden uitgebuit’, zegt Suzanne Hoff van La Strada. Alle genoemde ngo’s wijzen erop dat er geen bewijzen zijn dat klantencriminalisering helpt bij de strijd tegen seksuele uitbuiting, terwijl er net wel indicaties zijn dat het de gevaren net groter maakt voor slachtoffers. Het is volgens de experts dus een politieke en ideologische keuze en niet gebaseerd op echte bewijzen.
Zweeds model weggestemd
Een korte blik op de geconsulteerde experts bij het opstellen van het rapport wijst uit dat de meeste organisaties die deelnamen aan de gespreksrondes inderdaad uit Spaans-katholieke hoek kwamen, of actief lobbyen voor een algeheel verbod op prostitutie. La Strada, nochtans de koepelorganisatie van alle Europese organisaties tegen mensenhandel, werd niet gevraagd.
Een amendement in het rapport dat alle lidstaten oproept om de aankoop van seks te zien als een vorm van geweld tegen vrouwen en het “Zweedse model” te introduceren dat klanten van alle sekswerkers, al dan niet slachtoffer van mensenhandel, strafbaar stelt, werd overigens weggestemd.
Gevecht tegen straffeloosheid
Europees rapporteur Juan Fernando López Aguilar van de Spaanse socialisten bevestigt dat zijn evaluatierapport er inderdaad op gericht is klanten van sekswerkers verantwoordelijk te stellen.
‘Dit is een gevecht tegen straffeloosheid’, zegt hij. ‘We moeten een sterk signaal sturen. Mensenhandel is een internationale misdaad die niet ophoudt bij de Europese buitengrenzen maar hier bij ons plaatsvindt’, vertelt hij, terwijl hij benadrukt dat de tekst helemaal niet aanstuurt op de criminalisering van sekswerk op zich. ‘Maar als je beroep doet op de seksuele diensten van een Nigeriaanse sekswerker, dan weet je dat ze naar de EU is gebracht als seksslaaf. Dat weet je gewoon.’