Europese investeringen doen Afrika meer schade dan goed
David Cronin
03 december 2008
De Europese Investeringsbank (EIB) richt zich officieel op armoedebestrijding en milieubescherming, maar de projecten die de bank financiert hebben veel negatieve sociale en ecologische gevolgen. Afrikaanse organisaties die zich inzetten voor mensenrechten en milieubescherming, roepen de EIB op om te onderzoeken of het Europese geld wel op de juiste manier besteed wordt.
Tijdens een door de Belgische senaat georganiseerde conferentie over de EIB in Brussel lieten verschillende Afrikaanse organisaties gisteren (2 december) horen waarom zij bezorgd zijn over de sociale impact en invloed op het milieu van de projecten die de investeringsbank financieel steunt. De kritiek richt zich vooral op investeringen in de winning van grondstoffen. De EIB, gevestigd in Luxemburg, heeft jaarlijks 53 miljard euro beschikbaar voor projecten in Afrika.
Desastreuze gevolgen
Een van de grootste door de bank gefinancierde projecten is een duizend kilometer lange oliepijpleiding, dwars door Tsjaad en Kameroen. De EIB maakte in 2001 144 miljoen euro vrij voor dit project. Uit onderzoek blijkt nu dat tijdens de uitvoering van dit project op grote schaal land van kleine boeren is onteigend, zonder dat daar een redelijke vergoeding tegenover stond. Daarnaast hebben lekken grote schade toegebracht aan natuur en milieu en leidde gasverbranding tot gezondheidsproblemen onder de lokale bevolking.
Thérèse Mekombe, voorzitter van de Vereniging voor Vrouwelijke Advocaten in Tsjaad, zegt dat de opbrengsten van het project niet of nauwelijks ten goede komen aan de bevolking van Tsjaad. Volgens Mekombe gebruikt president Idriss Deby de inkomsten vooral om zijn militair apparaat uit te breiden. “Op 11 augustus, onze onafhankelijkheidsdag, werd al het nieuwe wapentuig aan de bevolking getoond,” vertelt Mekombe. “De bevolking had gehoopt dat de opbrengsten van het project gebruikt zouden worden om de gevolgen van de extreme armoede in Tsjaad te verlichten.”
Het project in Tsjaad staat niet op zichzelf. Ook in andere Afrikaanse landen zorgen door de EIB gefinancierde projecten voor sociale en ecologische problemen. Een bijkomend probleem is volgens activisten de slechte voorlichting en een gebrek aan transparantie. In Nigeria kwam het Inspectiepanel van de Wereldbank onlangs tot de conclusie dat de lokale bevolking niet goed geïnformeerd was over de gevolgen van een oliewinningproject.
Onafhankelijk onderzoek
Prince Albert Kumwamba N’Sapu, directeur van een Congolese organisatie die actie voert tegen de straffeloosheid bij mensenrechtenschendingen, vindt dat de EIB een onafhankelijk onderzoek moet aanvaarden om vast te stellen of de Europese investeringen leiden tot de gewenste resultaten.
N’Sapu zag van dichtbij de gevolgen van door de EIB gesteunde mijnbouwprojecten in Congo. “Het merendeel van de mijnwerkers heeft geen arbeidscontract. De werkers hebben geen rechten, het oprichten van een vakbond is verboden en de arbeidsomstandigheden zijn verschrikkelijk slecht. Dag in dag uit werken ze in de mijnen zonder enige vorm van bescherming. Gaat er iets mis, dan zijn er geen sociale voorzieningen”.
Volgens N’Sapu moet de EIB armoedeproblematiek een centrale rol laten spelen in haar afwegingen. “Leidt een project tot minder armoede? Is het wel een ontwikkelingsproject? Dat zijn vragen die de EIB zichzelf moet stellen.”
China
Osayande Omokaro van Friends of the Earth Nigeria, zegt dat Europese bedrijven hun activiteiten in Afrika willen uitbreiden om te kunnen blijven concurreren met China. “Daarbij wil Europa minder afhankelijk worden van olie en gas uit het Midden-Oosten en Rusland.”
China is al enige tijd zeer actief op het Afrikaanse continent om meer controle over de aanvoer van olie en grondstoffen te krijgen. “Europa ziet het als haar taak om mensenrechten, vrijheid en goed bestuur te bevorderen,” zegt Omokaro, “terwijl China zich daar veel minder mee bezig houdt.” Omokaro vindt dat Europa zijn eigen koers moet varen, ook als dat betekent dat er ten opzichte van China terrein verloren wordt. “Europa moet zijn eigen waarden in de praktijk brengen.”
Volgens Anne-Sophie Simpere van Friends of the Earth Frankrijk zijn Europeanen nauwelijks bekend met de activiteiten van de EIB. En daar moet verandering in komen, meent Simpere, omdat de bank zeer grote bedragen ter beschikking heeft en de manier waarop er op dit moment wordt geïnvesteerd, vaak in tegenstrijd is met het Europese standpunt ten aanzien van klimaatverandering.