Is fair trade ecologisch verantwoord?

Nieuws

Is fair trade ecologisch verantwoord?

Is het een goed idee om fair tradeproducten te consumeren die zoveel kilometers hebben afgelegd? MO* legde het dilemma voor aan Johan Declercq, verantwoordelijk voor de producentenrelaties bij Max Havelaar, het keurmerk voor eerlijke handel.

Declercq: ‘Voor koffie, thee of bananen ligt het antwoord enigszins voor de hand. Die producten kan je hier nu eenmaal niet produceren. Je hebt dan de keuze: ofwel consumeer je ze niet meer, ofwel blijf je ze kopen maar via fair trade. De controle door Max Havelaar garandeert de consument dat de producenten het milieu niet om zeep helpen en dat de werkgevers hun arbeiders niet uitpersen.’
Voor producten die zowel hier als in het Zuiden geproduceerd kunnen worden, zoals honing, is het antwoord genuanceerder. Declercq: ‘Koop gerust honing bij je plaatselijke imker, maar weet dat de Europese markt slechts voor veertig procent zelfvoorzienend is. Voor die andere zestig procent kan je dus nog altijd beter wel dan geen fair trade kopen.’

En wat met pakweg rozen, sinds 2005 ook in het fair trade circuit opgenomen? Declercq: ‘Vroeger kwamen alle rozen uit eigen streek –uit Nederland of elders uit de regio. Vandaag worden ze deels aangevlogen uit Ecuador, Colombia of Kenia. Uit verschillende studies blijkt echter dat als je de totale balans in acht neemt –waterverbruik, verwarming van serres, luchttransport– de bloemen uit Kenia ecologischer zijn dan de bloemen die hier in serres geteeld worden. Wat nog niet wil zeggen dat ze milieuvriendelijk zijn. Vraag is of je die bloemen wel moet kopen, zeker tijdens de winter.’

Voor de gezinnen in het Zuiden die deel uitmaken van fair tradeprojecten is de impact moeilijk te onderschatten. Fair trade, dat inmiddels kan bogen op meer dertig jaar ervaring, heeft ervoor gezorgd dat de onderhandelingspositie van boeren uit het Zuiden is versterkt in een wereldmarkt getekend door ongelijke machtsverhoudingen.
Het Centrum voor Internationale Ontwikkelingsvraagstukken van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht in 2008 de impact van verschillende fair tradeprogramma’s voor koffie en bananen in Peru, Costa Rica en Ghana.
Uit het onderzoek blijkt dat fair trade een hoger en stabieler inkomen verzekert. Bovendien wordt een deel van dat inkomen –groter dan bij niet-fair tradeproducenten– omgezet in investeringen op lange termijn, bijvoorbeeld op het vlak van huisvesting of onderwijs. Daardoor verbetert de levensstandaard van de gezinnen ook aanzienlijk. Gezien fair tradeprojecten op die manier duurzame ontwikkeling stimuleren, suggereren de onderzoekers om naar een certificering voor de hele keten te gaan in plaats van enkel het product, om zo ook de andere aspecten meer expliciet in rekening te brengen.