Geen geld voor vergeten voedselcrisis
Haider Rizvi
27 september 2002
De Verenigde Naties hebben de nationale
regeringen gisteren (donderdag) opnieuw opgeroepen om meer geld te storten
voor voedselhulp aan zuidelijk Afrika, waar 14 miljoen mensen dreigen te
sterven vóór de oogst in de lente van volgend jaar. De VN vragen 611 miljoen
dollar aan de industrielanden en andere donoren - het grootste deel van dat
geld zal besteed worden aan de aankoop en de distributie van voedsel tot de
lente van volgend jaar. Momenteel is slechts 40 procent binnen van de 507
miljoen dollar die nodig is voor voedsel.
De voedselcrisis in Lesotho, Malawi, Mozambique, Swaziland, Zambia en
Zimbabwe verergert veel sneller dan we verwacht hadden, stelt James
Morris, de baas van het Wereldvoedselprogramma van de VN, dat de hulp in de
regio coördineert. Dat komt omdat er een crisis binnen de crisis is: de
aids-epidemie versterkt de hongersnood en vice versa. De voedselschaarste is
ontstaan door zowel droogte als overstroming maar de hoge besmettingsgraad
in de regio doet de crisis aanzwellen. De landbouwproductie ligt veel lager
omdat honderdduizenden boeren te verzwakt zijn om het land te bewerken.
Bovendien zal de door de ziekte verzwakte plattelandsbevolking, die nu uit
ellende opeet wat volgend jaar gezaaid moet worden, sneller sterven aan
ondervoeding.
Lewis vindt het onbegrijpelijk dat de wereld zo weinig interesse toont voor
de voedselcrisis in zuidelijk Afrika en voor de aids-epidemie in het
algemeen. Het vorig jaar opgerichte Wereldwijde Aidsfonds van de VN raakt
maar niet gevuld. Lewis maakte bekend dat het nu iets meer dan twee miljard
dollar bevat - een vijfde van wat VN-baas Kofi Annan als minimaal
werkingsbudget heeft vooropgesteld om het aantal besmettingen niet te doen
stijgen. Het is een morele tekortkoming, zegt de WFP-baas. Toen er vorig
jaar op 11 september duizenden mensen stierven in de VS, zamelde de wereld
snel 100 miljard dollar in. Vorig jaar stierven er twee miljoen mensen in
Afrika (als gevolg van epidemieën).